Oktoberfest

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 7 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Auf welchem berühmten Fest ist Checker Tobi?
A
Fall der Mauer
B
Weihnachtsmarkt
C
Oktoberfest
D
Herbstfest

Slide 3 - Quizvraag

Was weißt du über das ...
Oktoberfest

Slide 4 - Woordweb

3

Slide 5 - Video

01:04
Hoeveel voetbalvelden bevat het festivalterrein (schreibe auf Deutsch)

Slide 6 - Open vraag

01:19
Was ist die Theresiawiese?
A
Op de wijze van Theresia.
B
Theresia is de eigenaar.
C
Een groot grasveld.

Slide 7 - Quizvraag

01:23
Wie nennen die Menschen aus München das Oktoberfest ?

Slide 8 - Open vraag

4

Slide 9 - Video

02:25
Wann fangen die Leute an mit dem Bau des Oktoberfestes?
A
im Mai
B
im Juli
C
im Juni
D
im August

Slide 10 - Quizvraag

02:48
Hoeveel tijd kost het bouwen van de Alpina "Achterbahn"
A
1 Woche
B
2 Wochen
C
3 Wochen

Slide 11 - Quizvraag

04:11
Hoeveel LKW's (vrachtwagens) zijn er nodig om de achtbaan te vervoeren (vul alleen getal in).

Slide 12 - Open vraag

04:29
Was sind "Fahrgeschäfte"?
A
auto's
B
woonwagens
C
vrachtauto's
D
attracties

Slide 13 - Quizvraag

3

Slide 14 - Video

07:21
Wieviel Fahrgeschäfte gibt es auf dem Oktoberfest?
A
mehr als fünfzig
B
mehr als hundert
C
mehr als hundertfünfzig
D
mehr als zweihundert

Slide 15 - Quizvraag

07:38
Wieviel "Essenstände" gibt es auf dem Oktoberfest? (nenne eine Zahl)

Slide 16 - Open vraag

07:58
Wieviel Jahr steht die "Krinoline" schon auf dem Oktoberfest? (nenne eine Zahl)

Slide 17 - Open vraag

3

Slide 18 - Video

10:27
Was war der Grund (reden) des ersten Oktoberfestes?
A
bruiloft
B
paardenwedstrijd
C
feestdag
D
einde van de zomer

Slide 19 - Quizvraag

10:56
Welche Reihenfolge stimmt?
A
Eettentjes, attracties, paardenrennen
B
Paardenrennen, eettentjes, attracties
C
Eettentjes, paarden-rennen, attracties
D
Paardenrennen, attracties, eettentjes

Slide 20 - Quizvraag

11:41
Warum fängt das Oktoberfest im September an?
A
Past beter in de agenda's.
B
Anders valt het tegelijk met de herfstvakantie.
C
Het is te kort na de zomer.
D
Het weer is dan beter.

Slide 21 - Quizvraag

5

Slide 22 - Video

12:18
Was sind die drei wichtigsten Sachen eines Bierzeltes (biertent)?
A
Bier, Wurst und Brezel
B
Bier, Hähnchen, Brezel
C
Wurst, Hähnchen en Brezel
D
Wein, Hähnchen und Brezel

Slide 23 - Quizvraag

12:49
Wieviel halbe Hähnchen werden während des Oktoberfestes gegessen? Schreibe auf Deutsch.

Slide 24 - Open vraag

13:34
Wieviel Gläser mit Bier (Maß) kann Liesl tragen? Schreibe auf Deutsch.

Slide 25 - Open vraag

13:53
Wieviel Kilometer macht die Kellnerin in diesen zwei Wochen? Schreibe auf Deutsch

Slide 26 - Open vraag

14:13
Wie nennt man die typischen "Trachten" aus Bayern?
A
Dirndl und Hose
B
Dirndl und Hörnerkappe
C
Dirndl und Lederhose

Slide 27 - Quizvraag

1

Slide 28 - Video

20:52
Wie ist das "jodelen" entstanden?
A
Vroeger waren de mensen erg moe na het werken en dan zongen ze woordeloze klanken
B
Vroeger had je nog geen telefoon en jodelden ze om elkaar dingen op afstand duidelijk te maken.
C
Alleen rijke gezinnen hadden alpenhoorns, de anderen moesten jodelen om die muziek te maken

Slide 29 - Quizvraag