Module 1 les 4 bronnen (Brenda)

Nederlands periode 1
Lezen en luisteren

Uitlegfilmpjes SVO - YouTube
Examinering CE lezen en luisteren begin p3
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands periode 1
Lezen en luisteren

Uitlegfilmpjes SVO - YouTube
Examinering CE lezen en luisteren begin p3

Slide 1 - Tekstslide

Domein lezen en luisteren
1. Argumentatieleer
2. Aanvaardbaarheid en drogredenen deel 1
3. Drogredenen deel 2
4. Bronnen


Slide 2 - Tekstslide

Thema bronnen
Aan het einde van de les:

- Kun je beoordelen of de bronnen die een schrijver aanhaalt betrouwbaar zijn.
- Weet je waarom correct verwijzen van belang is bij het schrijven van een tekst zoals een ondernemingsplan of een operationeel plan.
- Weet je hoe de APA-normen zijn ontstaan en waarom deze vorm van verwijzen belangrijk is.
- Weet je hoe je verwijst naar bronnen in een tekst volgens de APA-normen
- Kun je in een tekst verwijzen naar bronnen volgens de APA-normering.
- Kun je een bibliografie volgens de APA-normen opstellen.





Slide 3 - Tekstslide

Programma vandaag
Inleiding

Bronnen:
theorie en opdracht

Afsluiting
5 minuten

35 minuten



5 minuten
Programma vandaag

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik vorige les
Stijlfiguren
Beeldspraak
Drogredenen

Slide 5 - Tekstslide

Noem een aantal stijlfiguren.

Slide 6 - Woordweb

Bron

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een bron?
Een plaats waar je je informatie vandaan haalt voor jouw tekst. (schriftelijk of mondeling).


Dit kan onder andere zijn:
      een boek, een artikel, een website, een rapport / onderzoek, 
een video of een lezing.

Let op: Google is geen bron, dat is een zoekmachine!

Slide 8 - Tekstslide

Bronnen en argumentatie

Bronnen zijn dus ook van belang bij het beargumenteren van je standpunt.
Argument op basis van autoriteit.

Slide 9 - Tekstslide

Aspecten die een bron betrouwbaar maken

Nauwkeurig;
Autoriteit;
Actueel;
Representatief
 


Slide 10 - Tekstslide

Wat zijn betrouwbare bronnen?
Wetenschappelijke artikelen of boeken;
Handelsboeken of professionele artikelen;
Artikelen uit betrouwbare kranten en tijdschriften;
Overheidswebsite;
Website van het CBS of een andere gerenommeerde instantie.

Let op: check altijd op NAAR.

 


Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn twijfelachtige bronnen?

Wikipedia;
Infonu;
Algemene Websites, commerciële websites en blogs;
(algemene)tijdschriften;


 


Slide 12 - Tekstslide

Wat zijn onbetrouwbare bronnen?

Facebook, Instagram e.d.;
Websites van kwakzalvers of met Fakenieuws;
Fictieve boeken;
Roddelbladen.



 


Slide 13 - Tekstslide

Bronvermelding

Slide 14 - Tekstslide

Waarom bronvermelding?
Wanneer je een artikel, een operationeel plan of een ondernemingsplan schrijft is bronvermelding van belang.


- Vindbaarheid
- Controleerbaarheid
- Plagiaat (& zelfplagiaat)
- Bescheidenheid
- Eis vanuit de opleiding volgens bepaalde regels!



 


Slide 15 - Tekstslide

Regels bronvermelding
Binnen SVO gebruiken we de APA-richtlijnen.


- Veel gebruikt op hbo’s.
- Wereldwijd het meest gebruikt.


Uniformiteit!


 


Slide 16 - Tekstslide

APA geschiedennis
American Psychological Association


1929: een artikel over het opstellen van standaarden voor wetenschappelijke teksten.


1952: Publicatie van Publication manual of the American Psychological Association.

2020: 7e editie uitgebracht.

 


Slide 17 - Tekstslide

Verwijzen in een tekst

Twee manieren van brongebruik waarbij vermelden verplicht is:


Citeren (letterlijk)
Parafraseren (eigen woorden)

Let op: In beide gevallen als ondersteuning en niet als vervanging.

 


Slide 18 - Tekstslide

Verwijzen in een tekst



Standaard bronverwijzing:
    auteur, jaartal (z.d.), (paginanr).

Bijvoorbeeld: (De Vries, 2018, p. 29)

 


Slide 19 - Tekstslide

Verwijzen in een tekst
Plaats bronverwijzing:
Je bronverwijzing maakt deel uit van een zin. Daarom kan de bronverwijzing overal in de zin staan en bepaal jij dat als schrijver.


De Vries (2018, p. 29) geeft aan dat de Nederlandse taal voor veel anderstaligen grammaticale problemen oplevert.

In Nederlands als tweede taal (De Vries, 2018, p29) lezen we dat…..

Dat de Nederlandse taal grammaticale problemen oplevert voor veel anderstaligen blijkt uit het rapport Nederlands als tweede taal (De Vries, 2018, p 29).

 


Slide 20 - Tekstslide

Verwijzen in een tekst
Herhaling bronverwijzing:
hele paragraaf of een heel hoofdstuk gebaseerd op (vooral) één bron:


Je geeft dan aan het begin van de tekst aan dat het hele stuk gebaseerd is op één bron en verwijst dan naar je bron.

Voorbeeld:
Dit hoofdstuk is gebaseerd op hoofdstuk 6 en 7 uit Nederlands als tweede taal (De Vries, 2018), waarin de problemen van het leren van de Nederlandse taal door anderstaligen wordt beschreven.

 


Slide 21 - Tekstslide

Verwijzen in een tekst
Auteur:
- Schrijver
- Redacteur
- Regisseur
- Organisatie (als de auteur niet bekend is).


Alleen de achternaam en geen voorletters.
Behalve als er twee auteurs in jouw bronnen dezelfde achternaam hebben!

 


Slide 22 - Tekstslide

Verwijzing naar bron met meerdere auteurs

Slide 23 - Tekstslide

Bronnen met dezelfde auteur zonder datum


Kleine letter achter z.d. plaatsen.


Bijvoorbeeld:
(De Vries, z.d.-a)
(De Vries, z.d.-b)

(Ministerie van Binnenlandse Zaken, z.d.-a)
(Ministerie van Binnenlandse Zaken, z.d.-b)


Slide 24 - Tekstslide

Zelfde auteur meerdere jaartallen

Éénmaal de naam en dan de jaartallen op chronologische volgorde.


Bijvoorbeeld:
Verwijzing tussen haakjes:(De Vries, 1995, 2003,2013)
Verwijzing als lopende tekst: De Vries (1995,2003,2013)


Slide 25 - Tekstslide

Ontbrekende auteur & organisatie



Titel en jaartal noemen. Lange titel mag ingekort worden.

Komt nauwelijks voor!



Slide 26 - Tekstslide

Opdracht

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht


Zorg voor een juiste verwijzing van de 5 bronnen. 
Maak van alle bronnen een bronvermelding tussen haakjes.

(De Vries, 2018)




Slide 28 - Tekstslide

Antwoorden


Bron 1: (Brink et al., 2014)
Bron 2: (Dijkstra, 2012)
Bron 3: (Rijnboutt en Heerink, 2011)
Bron 4: (Jansen, 2021)
Bron 5: (Gonera, 2021)





Slide 29 - Tekstslide

Bronnenlijst

- Alleen vermelde bronnen opnemen
- Na de hoofdstukken en voor de bijlagen
- Alle gegevens die nodig zijn
- Alfabetisch
- Langer dan één regel?  
           Vanaf de tweede regel inspringen!






Slide 30 - Tekstslide

Bronnenlijst


Wie?
Wanneer?
Wat?
Waar?







Slide 31 - Tekstslide

Bronnenlijst

Slide 32 - Tekstslide

Inspringen bij meer dan één regel


De Vries, J., Drost, H., Willems, J., & Netten, D. (2017), Kwaliteit van de
     spreekvaardigheid onder Nederlanders met een migratieachtergrond.
     Uitgeverij Boekdelen.

Slide 33 - Tekstslide

Verwijzen naar een website

Slide 34 - Tekstslide

Opdracht


Maak nu in tweetallen een correcte bronnenlijst van de bronnen 
uit de vorige opdracht.





Slide 35 - Tekstslide

Antwoorden

Slide 36 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 37 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?
Noem 2 dingen

Slide 38 - Woordweb

Volgende les


Domein lezen en luisteren


Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide