Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Snelcursus Familie & Artikel
Lesdoelen:
Je kunt vragen stellen over iemands familie
Je kent de Duitse lidwoorden
1 / 15
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
In deze les zitten
15 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Lesdoelen:
Je kunt vragen stellen over iemands familie
Je kent de Duitse lidwoorden
Slide 1 - Tekstslide
Welke familieleden
zijn er? (NL, vader)
Slide 2 - Woordweb
Hast du
Geschwister?
Mein
Bruder
heißt Simon.
Wo ist deine
Schwester?
Meine
Eltern
waren bei Freunden.
Mein
Vater
spielt gerne Handball.
Meine
Mutter
arbeitet in Haarlem.
Wir besuchen unsere
Großeltern
.
Mein
Großvater
und
Großmutter
wohnen zusammen.
Meine
Tante
und
Onkel
leben getrennt.
Ich habe ein
Cousin
und eine
Cousine
.
Der
Stiefvater
ist oft zu Hause.
Inge ist ihre
Stiefschwester.
Wo wohnt dein
Halbbruder?
broers of zussen
broer
zus
ouders
vader
moeder
grootouders
tante, oom
neef, nicht
stiefvader
stiefzus
de halfbroer
Slide 3 - Tekstslide
Hast du
Geschwister?
(die)
Mein
Bruder
heißt Simon. (der)
Wo ist deine
Schwester?
(die)
Meine
Eltern
waren bei Freunden. (die)
Mein
Vater
spielt gerne Handball. (der)
Meine
Mutter
arbeitet in Haarlem. (die)
Wir besuchen unsere
Großeltern
. (die)
Mein
Großvater
und
Großmutter
wohnen zusammen.
Meine
Tante
und
Onkel
leben getrennt.
Ich habe ein
Cousin
und eine
Cousine
.
Der
Stiefvater
ist oft zu Hause.
Inge ist ihre
Stiefschwester.
Wo wohnt dein
Halbbruder?
broers of zussen
broer
zus
ouders
vader
moeder
grootouders
tante, oom
neef, nicht
stiefvader
stiefzus
de halfbroer
Slide 4 - Tekstslide
Het lidwoord
Het lidwoord
Mannelijk
Vrouwelijk
Onzijdig
Meervoud
de/het
een
der
die
das
die
ein
eine
ein
eine
* Veel 'het' woorden zijn 'das' in het Duits (85%)
Slide 5 - Tekstslide
Welk lidwoord?
... Bruder
A
der
B
die
C
das
Slide 6 - Quizvraag
Welk lidwoord?
.... Haus
A
der
B
die
C
das
Slide 7 - Quizvraag
Welk lidwoord?
.... Kind (het)
A
die
B
der
C
das
Slide 8 - Quizvraag
Mannelijk
Vrouwelijk
Onzijdig
Meervoud
der Bruder
die Leute
die Frau
das Pferd
der Mann
die Mannschaft
die Heizung
das Haus
die Menschen
die Person
Slide 9 - Sleepvraag
Het lidwoord
Persoonlijk voornaamwoorden
Verwijzen
M
V
O
MV
De man bibbert.
Hij heeft geen jas.
Der Mann zittert.
Er
hat keine Jacke.
De vrouw is blij.
Zij heeft gewonnen.
Die Frau ist froh.
Sie
hat gewonnen.
Het kind speelt nu.
Het speelt in de tuin.
Das Kind spielt jetzt.
Es
spielt im Garten.
De mensen schreeuwen 'ja'.
Zij schreeuwen heel luid.
Die Menschen schreien 'ja!'
Sie
schreien sehr laut.
Slide 10 - Tekstslide
Die Frau heißt Tina.
.... arbeitet in dieser Firma.
A
Er
B
Sie
C
Es
D
Die
Slide 11 - Quizvraag
Der Mann kauft Äpfel.
.... backt gerne Kuchen.
A
Er
B
Sie
C
Es
D
Die
Slide 12 - Quizvraag
timer
20:00
Wat moet ik doen?
Methode:
Kapitel 1
Aufgabe 22,24,33,34,35
Klaar? Druk op nakijken.
Slide 13 - Tekstslide
Hoe goed ken je de persoonlijk voornaamwoorden?
1
5
Slide 14 - Poll
Ik kan vragen stellen over een familie
Ja
Nee
Slide 15 - Poll
Meer lessen zoals deze
H2 - Snelcursus Familie & Artikel
Juli 2022
- Les met
15 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
HV1 - Kapitel 1.3 - Na klar 3e - Jahresuhr, Großbuchstaben, Familie
Juli 2022
- Les met
15 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
HV1 - Na klar 3e - Kapitel 1.4 - lidwoord, pers. vnmw
Oktober 2021
- Les met
15 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Familie
Augustus 2021
- Les met
26 slides
1
Primary Education
HV1 - Na klar 3e - Kapitel 1.4 - herhaling
September 2021
- Les met
16 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Kasussystem - Wiederholung
Mei 2021
- Les met
33 slides
Duits
Hoger onderwijs
Woche 10/11
November 2024
- Les met
25 slides
Duits
Secondary Education
Basiskennis- Wortschatz Ich, Wir, Klassensprache
Januari 2022
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2