In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
2.1 - Botten
3.3 Horen
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je nog van de vorige les?
Even checken dan....
Slide 3 - Tekstslide
Met welk onderdeel van het oog wordt het beeld scherp?
A
Lens
B
Netvlies
C
Vaatvlies
D
Hoornvlies
Slide 4 - Quizvraag
Welke persoon kan er wel diepte zien?
A
B
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de prikkel van de ogen?
A
Geluid
B
Licht
C
Wartme/Kou
D
Pijn
Slide 6 - Quizvraag
Welke delen van het oog kunnen het oog draaien?
A
De oogleden
B
De oogzenuw
C
De oogspieren
D
De pupillen
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Je evenwichtsorgaan
- Gevoelig voor bewegingen in je lichaam.
- Drie halvecirkelvormige kanalen met vloeistof. De kanalen nemen beweging waar en de vloeistof prikkelt de zintuigcellen.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Wat voor een geluid zie je hier?
A
Een hoog, hard geluid
B
Een hoog, zacht geluid
C
Een laag, hard geluid
D
Een laag, zacht geluid
Slide 12 - Quizvraag
Wat voor een geluid zie je hier?
A
Een hoog, hard geluid
B
Een hoog, zacht geluid
C
Een laag, hard geluid
D
Een laag, zacht geluid
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de prikkel van de oren?
A
Geluid
B
Licht
C
Wartme/Kou
D
Pijn
Slide 14 - Quizvraag
0
Slide 15 - Video
Slide 16 - Tekstslide
Geluid is trillende lucht.
De weg :
Oorschelp ->
Gehoorgang ->
Trommelvlies -> Gehoorbeentjes ->
Slakkenhuis
Slide 17 - Tekstslide
Wat is de weg van het geluid naar je hersenen?
-->
-->
-->
-->
-->
-->
gehoorbeentjes trillen
vocht in het slakkenhuis trilt
zintuigcellen zetten prikkel om in impulsen
impulsen gaan naar hersenen
geluid zorgt voor trillingen in de lucht
trommelvlies gaat trillen
Slide 18 - Sleepvraag
Oorschelp:
Vangt trillingen op en stuurt die door naar de gehoorgang.
Gehoorgang:
Vervoert de trillingen vanuit de oorschelp naar het trommelvlies.
Oorsmeerkliertjes:
Zitten naast de gehoorgang en maken het oorsmeer aan om het binnenste van het oor tegen uitdroging en vuil te beschermen.
Trommelvlies:
Gaat trillen door de trillingen in de gehoorgang en geeft zo de trillingen door aan de gehoorbeentjes.
Gehoorbeentjes:
Hamer - aambeeld - stijgbeugel.
Liggen achter het trommelvlies in de trommelholte en geven de trillingen door aan het slakkenhuis.
Evenwichtsorgaan:
Door deze drie halve cirkels kan je je evenwicht bewaren.
Slakkenhuis:
Hierin liggen de zintuigcellen die de trillingen omzetten in een bericht (impuls), deze berichten gaan via de gehoorzenuw naar je hersenen.
Gehoorzenuw:
De berichten die de zintuigcellen in je slakkenhuis maakt gaan via je gehoorzenuw naar je hersenen, pas als het bericht in je hersenen verwerkt is weet je welk geluid je hoort.
Trommelholte:
Ruimte achter het trommelvlies, hierin liggen de gehoorbeentjes.
Staat via de buis van Eustachius in verbinding met je neus.
Buis van Euchachius:
Deze buis verbind de trommelholte met je neusholte, hierdoor kan je de druk op je trommelvlies veranderen (bv. als je opstijgt in een vliegtuig).
Slide 19 - Tekstslide
gehoorbeentjes
gehoorgang
gehoorzenuw
oorschelp
oorsmeerkliertjes
slakkenhuis
trommelholte
trommelvlies
Slide 20 - Sleepvraag
Geluidsniveau
Bij een hard geluid zijn er sterkere geluidstrillingen dan bij een zacht geluid.
Je meet geluidssterkte in decibel.
Slide 21 - Tekstslide
0
Slide 22 - Video
Gehoorbereik
Mensen horen tussen de 20 en 20000 Hertz.
Hetgehoorbereikverschil per diersoort.
Als je ouder wordt slijten de haartjes van de zintuigcellen. Je hoort geen hoge tonen meer.
Slide 23 - Tekstslide
0
Slide 24 - Video
Welk deel van het oor beschadigd door langdurige overbelasting?