Hoofdzin en bijzin les 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welkom!

Ga rustig op je plek zitten en leg je boek en leesboek op tafel

Leg je huiswerk op de hoek van je tafel (opdracht 4 en 5 op bladzijde 122)

Hoofdzin en bijzin

Wat gaan we doen vandaag?

- Huiswerk bespreken 

- Wat weet je nog?

- Theorie

- Oefenen

- Werken aan de opdracht 

Aan het einde van de les heb je geleerd hoe je beredeneert of een zin een hoofdzin of een bijzin is. 

Huiswerk bespreken

opdracht 4 en 5 op bladzijde 122

Wat weet je nog?

We kunnen naar de bioscoop gaan, of we blijven thuis om een film te kijken.

Hij bleef thuis omdat hij zich niet lekker voelde.

Nadat we hadden gegeten, gingen we een wandeling maken.

Hij had hard gewerkt, want hij wilde een goede indruk maken.

Theorie 

Hoofdzin en bijzin 

Theorie 

Zinnen die zelfstandig kunnen staan noemen we hoofdzinnen. 
Zinnen die niet zelfstandig kunnen staan noemen we bijzinnen. 

• In hoofdzinnen staat de persoonsvorm meestal op de tweede plaats, in bijzinnen staat de persoonsvorm meestal verder naar achteren.
  
• In een hoofdzin kan de persoonsvorm los staan van andere werkwoorden.
• In de bijzin staan alle werkwoorden bij elkaar, het is niet mogelijk om er iets tussen te zetten. 
  
  
• Julia blijft thuis, omdat het heel hard regent.

Theorie 

Nevenschikkend:

• Hoofdzin + hoofdzin

Onderschikkend:

• Hoofdzin + bijzin
• Bijzin + hoofdzin 

• Je gebruikt voegwoorden om zinnen te combineren 

Theorie 

Hoe kan je alle persoonsvormen vinden in een zin?

1. Getalproef

2. Tijdsproef 

• Jos fietst hard, omdat hij niet te laat wil komen. 
• Jos fietste hard, omdat hij niet te laat wilde komen. 

• Bedenk daarna of het een hoofdzin of bijzin is. 

Werken aan de opdracht

Wat? Maak opdracht 7 en 8 op bladzijde 122

Hoe? Zelfstandig en stil
Tijd? Tot het einde van de les (het is huiswerk voor 05/12)
Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs
Klaar? Lees verder in je leesboek of maak ander huiswerk