3H2 | Hörfertigkeitsübung | MIttwoch, den 8. Februar

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Freizeitpark betekend pretpark.
Is het ‘der’, ‘die’ of ‘das’ Freizeitpark?

1. Der Freizeitpark
2. Die Freizeitpark
3. Das Freizeitpark

Wat is de vertaling van ‘wandelen’ in het Duits?

1. laufen
2. Warten
3. Wandern
4. Wandeln

Vertaal ‘Kerstmis’ in het Duits.

Hoe heet een ‘voetbalwedstrijd’ in het Duits?

1. Der Mannschaft
2. Das Ballspiel
3. Das Fußballspiel
4. Das Fußballmannschaft

‘Wir gehen ins Kino.’
Waar gaan ze heen?

1. Naar de kermis.
2. Naar de bioscoop.
3. Naar het pretpark.
4. Naar een evenement.

‘Ein wichtiges Ereiginis.’
Wat betekend ‘Ereignis’?

1. Een feestdag
2. Een oudejaarsdag
3. Een gebeurtenis
4. Een bezit

Is het ‘der, die’ of ‘das’ Ereignis?

1. der
2. die
3. das

Hoe schrijf je ‘derde’ in het Duits?

1. dreite
2. dreitte
3. dreit
4. dritte

Vertaal ‘passie’

1. die Leidenschaft
2. der Passion
3. die Leitenschaft
4. der Passivion

Wat betekent het Duitse woord ‘leider’?

1. leider
2. Verdrietig
3. ten slotte
4. helaas