aan het einde van de les kan je benoemen wat de regel is voor het maken van de voltooid tegenwoordige tijd van zwakke en sterke werkwoorden, doordat je opdrachten hebt gemaakt.
aan het einde van de les kan je tenminste 5 vertalingen van woorden uit Lektion 1 + 2 benoemen, doordat je een woordzoeker hebt gemaakt
Slide 5 - Tekstslide
Aufgabe 7, 8, 9, 10 besprechen
Slide 6 - Tekstslide
Worträtsel lösen
- Je maakt de woordzoeker die je van mij krijgt.
- Als je klaar bent bedenk je zinnen met de woordjes van de woordzoeker en schrijft deze zinnen in je schrift.
timer
15:00
Slide 7 - Tekstslide
Schreib dein Satz
Schrijf je beste zin op het bord
Ik kies iemand
Slide 8 - Tekstslide
Lernziel
aan het einde van de les kan je benoemen wat de regel is voor het maken van de voltooid tegenwoordige tijd van zwakke en sterke werkwoorden, doordat je opdrachten hebt gemaakt.
aan het einde van de les kan je tenminste 5 vertalingen van woorden uit Lektion 1 + 2 benoemen, doordat je een woordzoeker hebt gemaakt