E&O Marketing hoofdstuk 6

Marketing
VMBO

Leerjaar 3
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Marketing
VMBO

Leerjaar 3

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Korte samenvatting

Presenteren: Goede voorbereiding en lichaamstaal zijn cruciaal. Gebruik visuele hulpmiddelen.
Interactieve presentatie: Betrek het publiek met vragen of enquêtes.
Elevator pitch: 60 seconden om je marketingplan kort en 
krachtig te presenteren.
Publicatievormen: Kies tussen muurkrant, magazine, blog, 
of video/vlog.






Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een belangrijk onderdeel van het presenteren voor een groep?
A
Gebruik van straattaal.
B
Lichaamstaal en voorbereiding.
C
Alleen tekst gebruiken.
D
Geen oogcontact maken.

Slide 7 - Quizvraag

Wat kun je gebruiken om je presentatie te ondersteunen?
A
Alleen volledige zinnen.
B
Steekwoorden en visuals.
C
Straattaal en spiekbriefjes.
D
Geen hulpmiddelen.

Slide 8 - Quizvraag

Lees paragraaf 6.3 t/m 6.3.4
Maak de opdrachten 6.01 t/m 6.04
Je hebt 15 minuten de tijd
timer
15:00

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Wat moet in de inleiding van je presentatie zitten?
A
Alleen een video.
B
De 4 W’s: Waarom, Wie, Wat, Welk doel.
C
Een SWOT-analyse.
D
Alleen tekst zonder uitleg.

Slide 12 - Quizvraag

Lees paragraaf 6.4 t/m 6.4.4
Maak de opdrachten 6.05 t/m 6.08
Je hebt 15 minuten de tijd
timer
15:00

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Hoe kun je een presentatie interactief maken?
A
Alleen video’s laten zien.
B
Het publiek betrekken met vragen en enquêtes.
C
Alles alleen oplezen.
D
Gebruik maken van spiekbriefjes.

Slide 17 - Quizvraag

Welke presentatievorm gebruikt een dynamisch canvas?
A
PowerPoint.
B
Blog.
C
Prezi.
D
Muurkrant.

Slide 18 - Quizvraag

Hoe lang duurt een elevator pitch?
A
10 minuten.
B
2 minuten.
C
60 seconden.
D
30 seconden.

Slide 19 - Quizvraag

Wat moet je doen tijdens de kern van je presentatie?
A
Alleen een filmpje tonen.
B
Alleen vragen stellen.
C
Situatieanalyse, SWOT-analyse en marketingdoel presenteren.
D
Alleen de inleiding herhalen.

Slide 20 - Quizvraag

Lees paragraaf 6.5 t/m 6.7
Maak de opdrachten 6.09 t/m 6.11
Je hebt 10 minuten de tijd
timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Wat is een muurkrant?
A
Een tijdschrift met artikelen.
B
Een visueel overzicht aan de muur met tekst en afbeeldingen.
C
Een dynamische presentatie.
D
Een video over je plan.

Slide 25 - Quizvraag

Wat moet het slot van een elevator pitch bevatten?
A
Een directe vraag.
B
Nieuwe informatie.
C
Een nieuwe inleiding.
D
Alleen een filmpje.

Slide 26 - Quizvraag

Lees paragraaf 6.8 t/m 6.9
Maak de opdrachten 6.12 t/m 6.16
Je hebt 1 minuten de tijd
timer
15:00

Slide 27 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?
Vandaag hebben we het 
gehad over:
?
?
?
?

Slide 28 - Tekstslide

Waarom is lichaamstaal belangrijk bij presenteren?
Antwoord: Lichaamstaal straalt rust uit en maakt je presentatie overtuigender.

Wat zijn de 4 W’s die in de inleiding van een presentatie aan bod komen?
Antwoord: Waarom, Wie, Wat, Welk doel.

Noem twee manieren om een presentatie interactief te maken.
Antwoord: Vragen stellen en een snelle enquête houden.

Wat is het verschil tussen PowerPoint en Prezi?
Antwoord: PowerPoint gebruikt dia’s, Prezi werkt op één groot canvas.

Wat is de maximale duur van een elevator pitch?
Antwoord: 60 seconden.

Slide 29 - Tekstslide

Waarom moet een presentatie en een verhaal elkaar aanvullen?
Antwoord: Dit maakt de presentatie interessanter en duidelijker voor het publiek.

Welke onderwerpen behandel je in de kern van een marketingplan?
Antwoord: Situatieanalyse, SWOT-analyse, marketingdoel, marketingmix, uitvoering, evaluatie.

Hoe trek je aandacht met een muurkrant?
Antwoord: Door grote koppen en opvallende afbeeldingen te gebruiken.

Wat is het voordeel van een blog voor je marketingplan?
Antwoord: Het maakt het mogelijk om onderwerpen te verspreiden en bij te werken.

Welke publicatievorm kun je gebruiken om interviews en foto’s te verwerken?
Antwoord: Een magazine.

Slide 30 - Tekstslide