BS 1: De puberteit

• Biologie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Thema 4: Voortplanting en seksualiteit

BS 1: De puberteit

Leerdoelen

• Je kunt primaire en secundaire geslachtskenmerken noemen.
• Je kunt de lichamelijke en geestelijke veranderingen in de puberteit beschrijven.

Waar denk jij aan bij:
seksualiteit
voortplanting
voorlichting

Je mag alles benoemen wat je wilt.

Woorden wolk

Waar denk jij aan bij:

• seksualiteit
• voortplanting
• voorlichting

Je mag alles benoemen wat je wilt.

Geslachtskenmerken

Geslacht/sekse -> wordt bepaald door voortplantingsorganen.

Lichamelijke kenmerken waaraan je het geslacht herkent = geslachtskenmerken.

Geslachtskenmerken die bij de geboorte aanwezig zijn
= Primaire geslachtskenmerken.

Primaire geslachtskenmerken

Jongens:

- Balzak, teelballen, penis

Meisjes:

- Schaamlippen, vagina

Lichamelijke veranderingen

In de puberteit begint het lichaam te veranderen (groeispurt, haargroei). 

• Rond 12 jaar

dit worden secundaire geslachtskenmerken genoemd.

Intersekse conditie

Zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken bij de geboorte.

• 1 op de +/- 100 mensen
• Uitwendig of inwendig
• Niet hetzelfde als transgender

Bijv. -> 

• Man met baarmoeder
• Vrouw met hoog testosteron

Ontwikkeling

Lichaamsvormen

Geestelijke ontwikkeling

Puberteit = lichamelijke + geestelijke ontwikkeling

Geestelijke ontwikkeling: Veranderen van je gedachten, gevoelens, zelfstandigheid en je sociale leven.

Seksualiteit, genderidentiteit, etc.

Zijn er nog vragen?

Oefenen met de leerdoelen!

Sleep de onderstaande secundaire geslachtskenmerken naar het juiste vak (zie boven).

secundaire geslachtskenmerken

jongen

secundaire geslachtskenmerken

beiden

secundaire geslachtskenmerken

meisje

borsten

groeispurt

baard in de keel

bredere heupen

okselhaar

gespierdere lichaamsbouw

actiever worden zweetklieren

gezichtsbeharing

volgroeien schaamlippen

Wat houdt de puberteit in?

1. de periode waarin je geestelijk, lichamelijk en sociaal verandert
2. de periode waarin je lichamelijk en sociaal verandert
3. de periode waarin je geestelijk en sociaal verandert
4. de periode waarin je geestelijk, lichamelijk verandert

Huiswerk

Maak van 4.1 opdracht 1 t/m 8 (blz. 11).

Weet je een vraag niet? Lees de tekst nog eens. Vraag het daarna pas aan de docent.

Klaar? Kijk je huiswerk na!