3mv3 Tekstdoelen en leesmanieren

1 / 18
volgende
Slide 1: Video
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Slide 2 - Video

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Informeren
Activeren
Overtuigen
Amuseren

Slide 3 - Sleepvraag

Deze vraag gaat over de verschillen tussen een nieuwsbericht en een artikel. Sleep de componenten naar de juiste plek. 
artikel
Nieuwsbericht
Gaat niet per se over een actueel onderwerp
Gaat over een actueel onderwerp
Titel geeft het onderwerp of hoofdgedachte aan
Titel geeft de hoofdgedachte aan 
Hiërarchisch opgebouwd
Heeft een vaste tekststructuur
Sobere lay-out
Aantrekkelijke lay-out
Tekstdoel is informeren
Kan verschillende tekstdoelen hebben

Slide 4 - Sleepvraag

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Informeren
Activeren
Overtuigen
Amuseren
Instrueren

Slide 5 - Sleepvraag

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Gevoelens oproepen
Mening geven
Instrueren

Slide 6 - Sleepvraag

Plaats de tekstvormen bij de tekstdoelen.
Informeren

Amuseren

Overtuigen

Activeren
uitnodiging
handleiding
stripboek

betoog

recensie
advertentie
nieuwsbericht

Slide 7 - Sleepvraag

Tekstdoel?
A
Informeren
B
Overhalen
C
Amuseren

Slide 8 - Quizvraag


Tekstdoel?
A
Informeren
B
Overhalen
C
Uitleggen

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een tekstdoel?
A
Artikel
B
Recept
C
Instrueren
D
Blog

Slide 10 - Quizvraag


Wat is geen tekstdoel?
A
overhalen
B
informeren
C
amuseren
D
reageren

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Overhalen
D
Amuseren

Slide 12 - Quizvraag

Tekstdoel?
A
Instrueren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Informeren

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Overhalen
D
Amuseren

Slide 14 - Quizvraag

Wat is GEEN tekstdoel?
A
verkennen
B
informeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel?
A
De schrijver wil informatie geven (informeren)
B
De schrijver wil je amuseren (amuseren)
C
De schrijver wil je iets laten doen (activeren)
D
De schrijver wil zijn mening geven (overtuigen)

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel?
A
Instrueren
B
Informeren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 17 - Quizvraag

Woensdag:
- Lesson Up
- PW bespreken
- Schrijfopdrachten inleveren

Volgende week:
Herhalen Lezen Blok 1 t/m 5

Slide 18 - Tekstslide