Klas 2HA1 - Lesweek 11 - Les 1

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Achtung!

Je gaat op je eigen plaats zitten

Handy in deinem Safe.

Auf deinem Tisch liegen:

- das Buch

- das Heft

- das Etui / der Stift

- foto van je gezin / familie

Lernziele

Was lernt ihr heute?

- Ich kan in einfachen (eenvoudige) Sätzen (zinnen) über mich und meine Familie erzählen (vertellen).

- Ich kann die Regeln für die Großschreibung benutzen (gebruiken).

- Ich kann Fragen stellen und Antworten geben zum Thema Familie.

Was macht ihr heute?

- Schreiben

- Sprechen -> Speeddate

- die Stunde beenden

Freitag 15 -11

Test K1 + K2

 

Afspraken 2HA1

Stil zijn wanneer de ander aan het woord is.

Opletten tijdens de uitleg

Aardig zijn / niet pesten 

Regels

- Gedraag je fatsoenlijk.

-  Rustig binnenkomen, spullen pakken.

- Liedje afgelopen en ik sta voor het bord dan is het stil en beginnen we.

- Ik geef aan wanneer je je spullen mag inpakken.

Afspraken 2HA2

- Stil zijn wanneer iemand anders aan het woord is.

- Respect hebben voor elkaar 

-> niemand uitlachen / niemand buitensluiten

Regels

- Gedraag je fatsoenlijk.

-  Rustig binnenkomen, spullen pakken.

- Liedje afgelopen en ik sta voor het bord dan is het stil en beginnen we.

- Ik geef aan wanneer je je spullen mag inpakken.

Schreiben

Ӧffne dein Buch auf Seite 58 -> Aufgabe 40 bis 43

- Aufgabe 40 -> selbständig

Nach 3 Minuten -> wichte Wörter?

- Aufgabe 41 -> selbständig

Welche Wörter schreibt man mit Großbuchstaben?

- Aufgabe 42 -> selbständig

Ihr bekommt 10 Minuten um die Aufgaben zu machen.

Daarna komen de antwoorden op het digibord

Schreiben

Aufgabe 43 -> selbständig machen op een leeg blaadje in je schrift.

Zet je naam erboven en schrijf zo netjes mogelijk.

Je mag eerst een kladje maken

Ihr bekommt 10 Minuten.

Daarna inleveren.

Sprechen -> Speeddate

Pak de foto van jouw gezin / familie

Loop rond en bekijk elkaars foto en vraag:

- Wer ist das?

- Kannst du dein / deine ...... beschreiben

Geef antwoord door te zeggen:

- Das ist......

- Er ist / Sie ist ............

Loop verder en vraag iemand anders.