Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
samenvatting Hoofdstuk 8
samenvatting Hoofdstuk 8
1 / 37
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
In deze les zitten
37 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
samenvatting Hoofdstuk 8
Slide 1 - Tekstslide
Paragraaf 1
Slide 2 - Tekstslide
Hoe stromen goederen en geld bij import en export?
import
export
geld van Nederland naar het buitenland
geld naar Nederland vanuit het buitenland
Slide 3 - Sleepvraag
Als wij iets verkopen naar het buitenland noem je dat:
A
Importeren
B
Exporteren
C
internationale handel
D
verkopen
Slide 4 - Quizvraag
Bedrijven verdienen geld met export.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Export zorgt voor werkgelegenheid.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Wat is een voordeel van import?
A
De omzet van de winkels stijgt.
B
Er is meer werkgelegenheid in de winkels.
C
Er is minder keus in de winkels.
D
Veel producten worden goedkoper.
Slide 7 - Quizvraag
Wat zijn voordelen van import voor de consument?
A
Meer concurrentie, dus goedkopere producten.
B
Minder concurrentie, dus goedkopere producten.
Slide 8 - Quizvraag
Wat zijn de voordelen van de euro?
A
Prijzen makkelijk vergelijken
B
Geen wisselkosten meer betalen
C
Producten worden goedkoper
D
Alle antwoorden zijn goed
Slide 9 - Quizvraag
Wat zijn de voordelen van de euro?
A
Prijzen moeilijker vergelijken
B
Geen wisselkosten meer betalen
Slide 10 - Quizvraag
Wat is de eurozone?
A
Alle landen in Europa
B
Alle landen in de Europese Unie
C
Alle landen die betalen met de euro
D
Nederland, België en Luxemburg
Slide 11 - Quizvraag
Voordelen import
Voordelen export
Meer keus in goederen en diensten
Meer concurrentie tussen Nederlands en buitenlandse bedrijven.
De productie stijgt
De werkgelegenheid stijgt
De inkomens stijgen
Slide 12 - Sleepvraag
Paragraaf 2
Slide 13 - Tekstslide
Wat is vrijhandel?
A
Iedereen is vrij om te doen en laten wat hij/zij wil
B
Een land heeft hoge in- en uitvoercijfers
C
een land heeft dan geen in-/uitvoer beperkingen
D
een land mag dan niet meer dan 5.500 auto's uit Azië invoeren
Slide 14 - Quizvraag
Vrij verkeer van goederen en diensten
Vrij verkeer van personen
Vrij verkeer van kapitaal
Je gaat in België op vakantie
Je gaat in Duitsland werken
Je spaart je geld bij een bank in Spanje
Je importeert wijn uit Frankrijk
Slide 15 - Sleepvraag
Sleep
de
vrijheden
naar
de
juiste uitleg
Je mag overal wonen en werken
Je mag overal een rekening openen
Er is sprake van vrijhandel
Vrij verkeer van goederen en diensten
Vrij verkeer van kapitaal
Vrij verkeer van personen
Slide 16 - Sleepvraag
Wat is protectie?
A
Mensen extra geld geven
B
Exporteren uit het buitenland
C
Productie in eigen land beschermen
Slide 17 - Quizvraag
Internationale concurrentiepositie is:
A
goedkoper produceren dan andere landen
B
Sneller te kunnen produceren.
C
Beter en goedkoper te kunnen produceren dan andere landen
Slide 18 - Quizvraag
In de EU zijn geen invoerrechten.
Wat zijn invoerrechten?
A
belasting over spullen uit het buitenland
B
belasting over spullen naar het buitenland
C
een soort BTW
D
Exportbelastingen
Slide 19 - Quizvraag
internationale handel
A
handel tussen landen binnen Europa
B
handel tussen landen over de hele wereld
C
handel tussen Europese en Aziatische landen
D
handel tussen Nederland en Indië
Slide 20 - Quizvraag
paragraaf 3
Slide 21 - Tekstslide
Tijdens Prinsjesdag gaat het veel over de koopkracht.
Maar wat is koopkracht?
A
Hoeveel inkomen uit arbeid je hebt.
B
De hoeveelheid producten die je kunt kopen.
C
De hoeveelheid welvaart die je hebt
D
De hoeveelheid euro's die je kunt uitgeven.
Slide 22 - Quizvraag
Ontwikkelingslanden zijn:
A
landen die goed ontwikkeld zijn
B
landen met een hoge koopkracht
C
landen met weinig analfabetisme
D
landen waar de productie en inkomens laag zijn
Slide 23 - Quizvraag
wat is de armoede grens?
A
het maximale bedrag dat je nog hebt om te werken
B
het bedrag dat je aan luxe producten kunt besteden
C
het minimale bedrag dat je nodig hebt om te leven
Slide 24 - Quizvraag
Wat is geen kenmerk van een ontwikkelingsland?
A
Slechte infrastructuur
B
Lage werkloosheid
C
Koopkracht is laag
D
Weinig industrie
Slide 25 - Quizvraag
Wat is arm? Armoede leidt tot armoede.
Slide 26 - Tekstslide
Wat is ondervoeding?
A
Er is niet genoeg voedsel beschikbaar
B
Er is te veel voedsel beschikbaar in de regio
C
In het beschikbare voedsel zitten niet genoeg voedingsstoffen
D
Op grote schaal heerst voedselschaarste
Slide 27 - Quizvraag
paragraaf 4
Slide 28 - Tekstslide
Fairtrade is een keurmerk, waarvoor staat Fairtrade
A
Eerlijke betaling werknemers
B
Duurdere prijzen
C
Eerlijke milieu normen
D
Lekkerder eten
Slide 29 - Quizvraag
Internationale arbeidsverdeling is:
A
Elk land produceert waar hij goed en goedkoop in is.
B
Elk land produceert hetzelfde product
C
er komen steeds meer gastarbeiders
D
de werkeloosheid neemt toe
Slide 30 - Quizvraag
Paragraaf 5
Slide 31 - Tekstslide
Wat is industrialisatie?
\Industrialisatie past het best bij:
A
Een periode van grote en snelle verandering door de komst van industrie.
B
Het ontstaan van industrie (fabrieken) in een gebied waar eerst vooral landbouw was.
C
Een speciale dans.
D
Mensen die in fabrieken werken.
Slide 32 - Quizvraag
Wat is een multinational?
A
Een groot bedrijf in Nederland
B
Een groot bedrijf met vestigingen in meerdere landen
C
Een klein ambachtelijk bedrijf
D
Gezellige koffietent
Slide 33 - Quizvraag
lagelonenlanden
A
Indonesië
B
Suriname
C
Landen met veel lagere lonen dan de lonen in Nederland.
D
landen waar de lonen hoger zijn dan in Nederland
Slide 34 - Quizvraag
Paragraaf 6
Slide 35 - Tekstslide
Ontwikkelingssamenwerking
A
Samenwerking waarbij arme en rijke landen samen kijken hoe het leven in arme landen kan worden verbeterd
B
Landen met veel geld en macht
C
Samenwerking van industrie en diensten
D
Directe hulp bij natuurramp of oorlog
Slide 36 - Quizvraag
Noodhulp
A
Tijdelijke hulp aan mensen die zich in een noodsituatie bevinden
B
Samenwerking tussen rijke en arme landen met als doel het leven in de arme landen blijvend te verbeteren
Slide 37 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
samenvatting Hoofdstuk 8
Mei 2024
- Les met
36 slides
samenvatting Hoofdstuk 8
Mei 2024
- Les met
36 slides
samenvatting Hoofdstuk 8
Mei 2024
- Les met
36 slides
8.1 Nederland handelsland!
Februari 2018
- Les met
43 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
7.1 Wat voeren we uit?
Januari 2019
- Les met
47 slides
door
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Eieren voor je geld
ZG2B 21 januari paragraaf 8.2
Januari 2021
- Les met
14 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
Woensdag 25 januari paragraaf 8.2
Januari 2023
- Les met
14 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
Handel met het buitenland
Januari 2019
- Les met
30 slides
door
Economie voor vmbo
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3,4
Economie voor vmbo