1H/V GS 2.2 en 2.3

§2.2 Politiek in Athene
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

§2.2 Politiek in Athene

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de onderdelen van de polis naar de juiste plek
Acropolis
Agora
Platteland
Haven
Stadsmuur
Stad
Tempel

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- Op welke vier manieren een stadstaat bestuurd kan worden
- Hoe de Atheense democratie werkt en hoe deze verschilt met de Nederlandse democratie
- Hoe de democratie in de Griekse stadstaten verdwijnt

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje
Griekse besuursvormen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat noemen we de manier waarop een land of stad besluiten neemt?
A
Polis
B
Politiek
C
Poleis
D
Politie

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Monarchie
Aan het begin waren de meeste poleis een monarchie
Dit betekent dat een koning alle macht heeft
Zijn macht wordt geërfd door zijn kinderen
Vaak krijgt de koning hulp van een raad van ouderlingen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aristocratie
Na een tijd willen de rijke burgers ook wat te zeggen hebben
Zij hebben de wapens en zetten de koning aan de kant
Deze aristoi nemen dan met elkaar de beslissingen
Ook zij krijgen nog advies van een raad van ouderlingen
Aristocratie
Aristos (ἄριστος) = beste
Kratein (κρατεῖν) = heersen
Aristocratie= de beste heersen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tirannie
Soms lukt het een aristocraat om alle macht te krijgen
Vaak lukt dit met geweld
Hij wordt dan een tiran met alle macht voor zichzelf

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit wat het verschil is tussen een tiran en een koning

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In een woonwijk moet de snelheidslimiet omhoog naar 50 km/u
Eens
Oneens

Slide 11 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Vliegen moet duurder worden. Dan wordt er minder gevlogen en dat is beter voor het milieu
Eens
Oneens

Slide 12 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Kinderen hoeven maar 4 dagen in de week naar school
Eens
Oneens

Slide 13 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Democratie
De gewone burgers van Athene moeten ook het leger in
Daarom willen zij meebeslissen over de polis
Iedere mannelijke burger van 18+ krijgt daarom stemrecht
Athene wordt zo een democratie
Democratie
Demos (δῆμος) = volk
Kratein (κρατεῖν) = heersen
Democratie = het volk heerst

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Atheense democratie

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees zelfstandig en in stilte de leertekst door.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie besluit over oorlog en vrede?
A
10 generaals
B
Rechters
C
Raad van 500
D
Volksvergadering

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie bereiden de wetten voor?
A
Rechters
B
Volksvergadering
C
Raad van 500
D
Dagelijkse leiding

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie keuren wetten goed of af?
A
Rechters
B
Volksvergadering
C
Raad van 500
D
Dagelijkse leiding

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lang hebben de generaals de macht over het leger?
A
1 maand
B
Een half jaar
C
1 jaar
D
5 jaar

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel mensen hebben de dagelijkse leiding?
A
10
B
50
C
500
D
6000

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe verschilt de Atheense democratie met de Nederlandse?
Atheense democratie
Nederlandse democratie
Politici hebben de politiek als beroep
De burgers mogen zelf over wetten stemmen
Vrouwen mogen niet meedoen in de politiek
Politici hebben naast politiek nog een ander beroep
Vrouwen mogen wel meedoen in de politiek
Iedere 4 jaar komt een nieuwe regering
Iedere maand komt een nieuwe regering
De burgers kiezen wie over de wetten stemmen

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

§2.3 Religie, wetenschap en filosofie

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de bestuursvormen naar de juiste omschrijvingen
Alle volwassen mannen met burgerrecht mogen meebeslissen
Een erfelijke koning heeft alle macht
Een kleine groep met voorrechten heeft de macht
Eén man heeft alle macht
Monarchie
Aristocratie
Tirannie
Democratie

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je kunt uitleggen:
- Hoe de Griekse godenwereld in elkaar zit
- Wat een mythe is
- Wat het verschil is tussen een mythologische en wetenschappelijke verklaring van de wereld
- Wat het verschil is tussen religie en filosofie

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

De mythe van Tantalus 

Slide 27 - Tekstslide

De mythe van Tantalus 
Griekse godsdienst
De Griekse godsdienst was polytheïstisch
Ze waren menselijk, maar onsterfelijk en ze hadden bepaalde krachten
De goden werden aanbeden in tempels, zoals in Egypte
De Grieken leerden over de goden door mythen; godenverhalen

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de taken naar de juiste goden
Zeus
Poseidon
Hades
Athena
Apollo
God van de zee
Oppergod
God van de muziek
God van de onderwereld
God van oorlog en vrede

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit waarom er aardbevingen zijn

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit waarom mensen griep krijgen

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wetenschap
De Grieken verklaarden veel met mythen
Later gaan geleerden andere verklaringen zoeken
Zij verklaren de wereld door er goed naar te kijken
Dit noemen we wetenschap

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje
Archimedes

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Filosofie
Sommige geleerden willen niet kijken, maar denken
Zij stellen grote, moeilijke vragen over belangrijke zaken
Op die manier de waarheid willen vinden noemen we filosofie
Griekse filosofen krijgen veel aanzien, maar ook vijanden

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 9
Er waren in de Griekse tijd drie manieren om de werkelijkheid te verklaren. De meeste mensen geloofden in de [..............1...............]   : zij dachten dat de goden grote invloed hadden op wat er gebeurde. Anderen probeerden de wereld te begrijpen door over belangrijke vragen logisch na te denken. Zij worden [..............2...............]   genoemd. Ten slotte zijn er de [..............3...............]   , die heel precies onderzoek deden. Politici in Athene vonden de [..............4...............]   soms gevaarlijk, omdat die vraagtekens plaatste bij de [..............5...............]   .
Maak de tekst kloppend (blz 75-76)
Woorden
[..............1...............]
[..............2...............]
[..............3...............]
[..............4...............]
[..............5...............]
Filosofie
Mythen
Wetenschap
Filosofen
Priesters
Wetenschappers
Filosofie
Religie
Wetenschap
Democratie
Godenwereld
Natuurkunde

Slide 36 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lees zelfstandig en in stilte de leertekst door.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarbij hoort de vraag:
Hoe hebben de goden de wereld gemaakt?
A
Filosofie
B
Religie
C
Wetenschap

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarbij hoort de vraag:
Is de aarde plat of bolvormig?
A
Filosofie
B
Religie
C
Wetenschap

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarbij hoort de vraag:
Kunnen wij de wereld wel echt begrijpen?
A
Filosofie
B
Religie
C
Wetenschap

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarbij hoort de vraag:
Wat is beter: aristocratie of monarchie?
A
Filosofie
B
Religie
C
Wetenschap

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarbij hoort de vraag:
Wat moet ik offeren als ik ben genezen?
A
Filosofie
B
Religie
C
Wetenschap

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarbij hoort de vraag:
Wie begon de oorlog tussen Athene en Sparta?
A
Filosofie
B
Religie
C
Wetenschap

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies