4.9 Spelling: voltooid deelwoord

4.9 Spelling: voltooid deelwoord
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.9 Spelling: voltooid deelwoord

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat je in deze les leert ... 

 §4.9 Spelling

Werkwoordspelling: voltooid deelwoord

Slide 3 - Tekstslide

Kies de juiste spelling van het voltooid deelwoord.

De overvaller heeft alles snel ..... (bekennen).
A
bekent
B
bekend

Slide 4 - Quizvraag

Wat weet je al over de spelling van
het voltooid deelwoord?

Slide 5 - Woordweb

Het voltooid deelwoord (vd)
  1. Staat altijd met 'hebben, zijn, worden' in de zin.
  2. Staat vaak achteraan in de zin. 
  3. Begint vaak met 'ge-'.

De finale is zojuist begonnen.
De laatste minuut wordt gespeeld.
We hebben de wedstrijd gewonnen.

Slide 6 - Tekstslide

Geen 'ge-' bij werkwoorden die beginnen met:
ge-, be-, ver-, ont-, -er, her-
gebeuren - is gebeurd
bedanken - heeft bedankt
vertellen - heeft verteld
ontwerpen - heeft ontworpen
erkennen -  heeft erkend
herhalen - heeft herhaald

Slide 7 - Tekstslide

Spelling voltooid deelwoord:
Klankveranderende of sterke werkwoorden eindigen op  -en'.
gestaan
gesprongen
gezwommen

Slide 8 - Tekstslide

Spelling voltooid deelwoord:
klankvaste of zwakke werkwoorden
-d of -t? 
Het woord langer maken óf 'T eX-KoFSCHiP! 

Hele werkwoord
fietsen
beleven
Stam
fiets
belev
 -t of -d?
gefietst
beleefd

Slide 9 - Tekstslide

Dus twijfel je...?
De laatste letter van de STAM bepaalt of je een voltooid deelwoord schrijft met een 'd' of een 't' op het eind.



Hij heeft lang in de horeca gewerkt.
Dat is me nog nooit gebeurd.

Slide 10 - Tekstslide

Dit voltooid deelwoord is goed ... (spellen).
A
spelt
B
spelde
C
gespeld
D
gespelt

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Wat weet je nu?

Werkwoordspelling: voltooid deelwoord

Slide 13 - Tekstslide

Einde van de les

Slide 14 - Tekstslide