NT2 meervoud (Basisgrammatica les 9)

Meervoud
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2PraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Meervoud

Slide 1 - Tekstslide

klinkers?

Slide 2 - Woordweb

medeklinkers?

Slide 3 - Woordweb

boom  -  bomen
tas - tassen

Slide 4 - Tekstslide

brief - brieven
doos - dozen

Slide 5 - Tekstslide

wat is het meervoud van:
bak
A
baks
B
baken
C
bakken
D
bakken

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het meervoud van:
blok
A
bloken
B
blokken
C
bloks
D
blokken

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het meervoud van:
traan
A
traans
B
traanen
C
tranen
D
tranen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het meervoud van:
kleed
A
kleden
B
kleeden
C
kledden
D
kleedden

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het meervoud van:
roos
A
roosen
B
rosen
C
rozen
D
roozen

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het meervoud van:
fiets
A
fietzen
B
fietsen
C
fietssen
D
fietss

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het meervoud van:
kat
A
katten
B
katen
C
kats
D
kaaten

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het meervoud van:
golf
A
golven
B
golfen
C
golfs

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het meervoud van:
laars
A
larsen
B
laarzen
C
laarsen

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het meervoud van:
kind
A
kinds
B
kinden
C
kinderen
D
kindderen

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het meervoud van:
vinger

Slide 16 - Open vraag

Wat is het meervoud van:
grens

Slide 17 - Open vraag

Wat is het meervoud van:
mand

Slide 18 - Open vraag

Wat is het meervoud van:
appel

Slide 19 - Open vraag

Wat is het meervoud van:
tas

Slide 20 - Open vraag

Wat is het meervoud van:
boom

Slide 21 - Open vraag