2324 NLT Duurzame ontwikkeling les 5

4V NLT Duurzame ontwikkeling
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
nltMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 135 min

Onderdelen in deze les

4V NLT Duurzame ontwikkeling

Slide 1 - Tekstslide

Les 5
  • Bespreken vragen bij hoofdstuk 4
  • Hoofdstuk 5 Ecosysteemdiensten en werkelijke prijzen bespreken/ maken

Slide 2 - Tekstslide

Lever een foto van jullie systeemcirkel in.

Slide 3 - Open vraag

4b Bereken het grondgebruik dat nodig is om deze consumptie mogelijk te maken.


17.200.000 ∙ 8,2 ∙ 0.26 ∙ 164 
----------------------------         = 601.395 ℎ𝑎
                      10.000

ha =100 m × 100 m = 10.000 m²
eetbaar gewicht
mensen
26% eiwit
m2 grond

Slide 4 - Tekstslide

4c Hoeveel porties eetbaar vlees van 100 gr. eten Nederlanders gemiddeld per week? Schat hoeveel vlees je zelf per week eet.
39kg / 52 weken = 0,75 kg oftewel 7,5 porties per week.

Slide 5 - Tekstslide

4d Bereken met deze gegevens hoeveel slachtrijpe stieren hier-voor geslacht worden. Hoeveel vleesrunderen zijn dit per dag? 
Karkasgewicht per rund 625 x 0,8 = 500 𝑘𝑔 
dus 17.200.000 x 15,5 / 500 = 533.200 runderen per jaar.
Dat is 1461 stieren per dag. 

Slide 6 - Tekstslide

4e  Bereken hiermee hoeveel kg planten er in totaal nodig is voor onze jaarlijkse vleesconsumptie? 
 17.200.000 ∙ 15,5 ∙ 25 = 6.665.000.000 kg

Slide 7 - Tekstslide

4f Hoeveel grasland heb je nodig voor de totale rundvlees-productie op basis van de aanname dat een hectare ongeveer 11 ton gras of veevoer levert?

 6.665.000.000/ 11.000 = 605.909 ℎ𝑎.




ha =100 m × 100 m = 10.000 m²

Slide 8 - Tekstslide

4g Hoeveel runderen zouden er gehouden moeten worden om te voldoen aan de binnenlandse
consumptie? Ga er voor het gemak vanuit dat een rund een kg levend gewicht per dag groeit.

(17.200.00∗15.5)  /  365 = 730.411 runderen. 

In NL worden 200.000 vleesrunderen gehouden.

Slide 9 - Tekstslide

4h Heeft Nederland voldoende oppervlakte grasland, voeder-gewassen en snijmaïs voor onze gehele vlees en zuivelconsumptie? 
 
Nee. In Nederland is 1.181.550 ha cultuurgrond voor productie van gras,
groenvoedergewassen en snijmaïs. Dit is in theorie genoeg oppervlakte om aan de vraag naar rundvlees te voldoen. Er worden echter ook 2,5 miljoen runderen gehouden voor de melkproductie en daarom is er waarschijnlijk niet genoeg cultuurgrond voor de huidige binnenlandse vraag naar
vlees- en zuivelproducten.

Slide 10 - Tekstslide

4i Wat is er precies aan de hand? En hoe voeden we onze vleesrunderen in Nederland? 
 
Veel veevoer wordt geïmporteerd uit bijvoorbeeld Zuid-Amerika. Uit de berekeningen blijkt dat Nederland veel meer hectares gebruikt dan de hectares die wij tot onze beschikking hebben. LANDGRABBING

Slide 11 - Tekstslide

5. Ecosysteemdiensten en werkelijke prijzen
Ecosysteemdienst:

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Natuurlijk kapitaal
1) abiotisch natuurlijk kapitaal dat bestaat uit de voorraden grondstoffen die niet-hernieuwbaar en eindig zijn (bijvoorbeeld fossiele brandstoffen, mineralen en metalen) en energiestromen die hernieuwbaar en (vrijwel) onuitputtelijk zijn (bijvoorbeeld wind en zonne-energie).


2) biotisch natuurlijk kapitaal, ofwel de levende natuur. Dit bestaat uit de soorten, interacties en ecosystemen die een breed spectrum aan waardevolle diensten leveren die essentieel zijn voor menselijk welzijn. Bv schoon water, vruchtbare bodem en voedsel, maar ook gewasbestuiving en landschappelijke schoonheid. Dit kapitaal is in principe hernieuwbaar, maar kan ook uitgeput worden.

Slide 14 - Tekstslide

Waarom is het nuttig om waarde toe te kennen aan de ecosysteemdiensten? Beschrijf het nut voor de mensen, de economie en de biosfeer.

Slide 15 - Open vraag

Het nut van waarde toekenning
Het zorgt voor waardering en daarmee bescherming van de natuur. Daarmee waarborg je bv:
- recreatiemogelijkheden
- het gebruik van energie
- de beperking van klimaatverandering

Slide 16 - Tekstslide

Bedenk voor een aantal ecosysteemwederdiensten.

Slide 17 - Open vraag

In groepjes verder werken
  • Groepjes werken samen op een eigen gekozen manier
  • Maken 5.1, 5.5 en 5.7
  • Toepassing voor de praktijkopdracht H5
  • Fase 4

Slide 18 - Tekstslide