A1C chapter 4

A1C chapter 4 (week 16)
*Listening ex. in class: oefening directions 10- 15 min.
*chpt. 4, part E: articles and imperative (lesson up): 10 min.
*DO: ex 31 + 32 on p. 26-28
*READING TEST WEEK 20









1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

A1C chapter 4 (week 16)
*Listening ex. in class: oefening directions 10- 15 min.
*chpt. 4, part E: articles and imperative (lesson up): 10 min.
*DO: ex 31 + 32 on p. 26-28
*READING TEST WEEK 20









Slide 1 - Tekstslide

A1C chapter 4 (week 16)
*CHPT 4, PART I: THE PRESENT CONTINUOUS (lessonup)
*exercise 54 - 57
*reading test: week 20















Slide 2 - Tekstslide

A1C chapter 4 (week 15)
HUISHOUDELIJKE MEDEDELINGEN:
1)keuzes maken: steam / talen
2)CJP-passen activeren - reminder (zie mailtjes hierover)











Slide 3 - Tekstslide

A1C chapter 4 (week 15)
BRING: book B
DO: Chapter 4 part C reading: ex 18, 19 and 21 on p. 18-21
LEARN: voc C theme words places to live / locations on p. 49
WIE HEEFT VRAGEN/OPMERKINGEN OVER HET HUISWERK?




Slide 4 - Tekstslide

A1C chapter 4 (week 15)
Chpt. 4, par D: giving directions
SAMEN: Stone 10 on p.22, Stone 11 on p.24, ex. 27 on p. 24
Worksheets: cloze and gap fill role play








Slide 5 - Tekstslide

A1C chapter 4 (week 13)
1) Opmerkingen t.a.v. de toets Engels (chpt. 3) 
2) Collega's: So Duits /opvanglessen / Stewards
3) PTO Engels: 
leesvaardigheid (wk 20 / 2x), spreekvaardigheid (wk 24/ 1x),
chapter 4 + 5 + past simple incl. irregular verbs (wk 25/26 / 3x)


Slide 6 - Tekstslide

A1C chapter 4 (week 13)
4)mentorles: voorbereiding 2e driehoeksgesprekken + situatieschets deel 1 Wat doe je als.....?
5)Chapter 4: Wat is het thema? Wat moet je kunnen en kennen?
Getting started blz 10/11: ex. 3, 4, 5.

Slide 7 - Tekstslide

MENTORLES week 13
1.Voorbereiding 2e driehoeksgesprekken
2.Situatieschets deel 1 Wat doe je als.....?


Slide 8 - Tekstslide

SITUATIESPEL 

1) Een klasgenoot haalt een 10 (thema: waarderen)
- Wat doet dat met jou?
- Hoe zou je willen reageren?
- Hoe reageer je echt?

2) Je klasgenoot komt te laat de les binnen 
(thema: afspraken nakomen)
- Wat vind je daarvan?
- Wat vind je een goede reactie van je docent op dit moment?


3) Er wordt over iemand in de klas iets onaardigs gezegd in de appgroep. (thema: pestgedrag)
- Wat doe je?
- Wat zou je willen doen?
- Wat zou je willen dat anderen (of de docent) zou doen?
- Wat doe je echt?
4) Iemand gooit de etui van een ander op de grond waardoor alle pennen op de grond vallen. (thema: pestgedrag)
- Wat doe je?
- Wat zou je willen doen?
- Wat zou je willen dat anderen (of de docent) zou doen?
- Wat doe je echt?
5) Bij een groepsopdracht doet iemand niet mee. (thema: sociaal gedrag)
- Wat doe je?
- Wat zou je willen doen?
- Wat zou je willen dat anderen (of de docent) zou doen?
- Wat doe je echt?
6) Je ziet dat iemand uit jouw klas altijd alleen zit tijdens de pauze. (thema: buitensluiten)
- Wat denk je op dat moment?
- Wat voel je op dat moment?
- Wat zou je kunnen doen?
7) Na de les vind je tien euro op de grond in de klas. (thema: integriteit)
- Wat doe je?
- Wat zou je willen doen?
- Wat zou je willen dat anderen (of de docent) zou doen?
- Wat doe je echt?
8) Je loopt door de gang en iemand duwt je hard op de grond. (thema: fysiek geweld)
- Wat doe je?
- Wat zou je willen doen?
- Wat zou je willen dat anderen (of de docent) zou doen?
- Wat doe je echt?
9) Een klasgenoot praat tijdens de les steeds door de docent heen. (thema: sfeer in de klas)
- Wat doe je?
- Wat zou je willen doen?
- Wat zou je willen dat anderen (of de docent) zou doen?
- Wat doe je echt?
( Vul aan met situaties uit je eigen lespraktijk)
- Wat doe je?
- Wat zou je willen doen?
- Wat zou je willen dat anderen (of de docent) zou doen?
- Wat doe je echt?
































Slide 9 - Tekstslide

3) Er wordt over iemand in de klas iets onaardigs gezegd in de appgroep. (thema: pestgedrag)
- Wat doe je?
- Wat zou je willen doen?
- Wat zou je willen dat anderen (of de docent) zou doen?
- Wat doe je echt?

4) Iemand gooit de etui van een ander op de grond waardoor alle pennen op de grond vallen. (thema: pestgedrag)
- Wat doe je?
- Wat zou je willen doen?
- Wat zou je willen dat anderen (of de docent) zou doen?
- Wat doe je echt?
5) Bij een groepsopdracht doet iemand niet mee. (thema: sociaal gedrag)
- Wat doe je?
- Wat zou je willen doen?
- Wat zou je willen dat anderen (of de docent) zou doen?
- Wat doe je echt?
6) Je ziet dat iemand uit jouw klas altijd alleen zit tijdens de pauze. (thema: buitensluiten)
- Wat denk je op dat moment?
- Wat voel je op dat moment?
- Wat zou je kunnen doen?
7) Na de les vind je tien euro op de grond in de klas. (thema: integriteit)
- Wat doe je?
- Wat zou je willen doen?
- Wat zou je willen dat anderen (of de docent) zou doen?
- Wat doe je echt?
8) Je loopt door de gang en iemand duwt je hard op de grond. (thema: fysiek geweld)
- Wat doe je?
- Wat zou je willen doen?
- Wat zou je willen dat anderen (of de docent) zou doen?
- Wat doe je echt?
9) Een klasgenoot praat tijdens de les steeds door de docent heen. (thema: sfeer in de klas)
- Wat doe je?
- Wat zou je willen doen?
- Wat zou je willen dat anderen (of de docent) zou doen?
- Wat doe je echt?
( Vul aan met situaties uit je eigen lespraktijk)
- Wat doe je?
- Wat zou je willen doen?
- Wat zou je willen dat anderen (of de docent) zou doen?
- Wat doe je echt?
































Slide 10 - Tekstslide