CanMEDS bbl les 4 leiden

CanMEDS rollen

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

CanMEDS rollen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke kwaliteiten moet een verpleegkundige bezitten?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een zorgprofessional 
heeft 7 rollen
Uitgewerkt van 
niveau 1 tot niveau 6

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Canmedsrollen
  1. Vakinhoudelijk handelen
  2. Communicatie
  3. Samenwerking
  4. Kennis en wetenschap
  5. Maatschappelijk handelen
  6. Organisatie
  7. Professionaliteit en kwaliteit


Slide 9 - Tekstslide

1. Vakinhoudelijk handelen
Het ontwikkelen van competenties op het gebied van zorgverlening aan patiënten, cliënten of bewoners.
Voorbeelden: anatomie/fysiologie, ziektebeelden en beperkingen, verpleegkundige diagnostiek, farmacologie, psychologie en psychiatrie, zelfmanagement, ondersteuning en begeleiding, preventie, interventies, voorbehouden en risicovolle handelingen, zorgleefplan, hulp- en ondersteuningsmiddelen en verpleegtechnieken.

2. Communicatie
Het ontwikkelen van competenties op het gebied van communicatie met patiënten, cliënten of bewoners.
Voorbeelden: gesprekstechnieken, theoretische communicatie, gedragsbeïnvloeding, motivatie, empowerment, gebruik van ICT en sociale media.

3. Samenwerking
Het ontwikkelen van competenties op het gebied van samenwerking met patiënten, cliënten of bewoners, zorgverleners en zorginstellingen.
Voorbeelden: ketenzorg, verslaglegging en overdracht, ondersteuning mantelzorg, multidisciplinaire samenwerking en groepsdynamica.

4. Kennis en wetenschap
Het ontwikkelen van competenties om te kunnen reflecteren op deskundigheid en de onderbouwing van het handelen.
Voorbeelden: onderzoeksmethodiek, toepassing van wetenschap, evidence based practice en feedback.

5. Maatschappelijk handelen
Het ontwikkelen van competenties op het gebied van de maatschappelijke context en het bevorderen van gezondheid.
Voorbeelden: epidemiologie, preventie, culturele achtergronden, sociale netwerken, leefstijlbevordering, voorlichting en bemoeizorg.

6. Organisatie
Het ontwikkelen van competenties over de wijze waarop zorg wordt georganiseerd.
Voorbeelden: organisatiekunde, kleinschalige woonvormen, betaalbaarheid van de zorg, coördinatie en continuïteit, indicatiestelling, zorg op afstand, patiëntveiligheid en werkklimaat.

7. Professionaliteit en kwaliteit
Het ontwikkelen van competenties op het gebied van de professionele standaard en kwaliteitsborging.
Voorbeelden: wet- en regelgeving, beroepscode, beroepsprofielen, standaarden en richtlijnen, protocollen, beroepsvereniging, beroepsimago, kwaliteitsregistratie en kwaliteitssystemen.


Welke rol past het best bij jou?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

1. Zorgverlener = de kern van het beroep
Dit is de kernrol. 
Als zorgverlener bied je directe zorg aan patiënten, zoals wondverzorging of medicatie toedienen.

Slide 11 - Tekstslide

Je voert zorg-en dienstverlenende werkzaamheden uit.
Je ondersteunt zorgvragers bij persoonlijke zorg, adl en dienstverlenende taken op basis van afspraken in het zorgleefplan, zoals wonen, leven en voeding.
Je zorgt ervoor dat de cliënt zoveel mogelijk zelf kan doen. 
2. Communicator
 Je communiceert duidelijk en effectief met patiënten, hun families, en collega's. 

Goede communicatie is belangrijk om de zorg goed af te stemmen.

Slide 12 - Tekstslide

Heb je kennis verworven over interactie met cliënten?
Welke gesprekstechnieken pas je toe?
Hoe kun je gedrag beïnvloeden?
Hoe zet je ICT in?

Je stelt vragen, wensen en problemen bij de juiste persoon aan de orde.
Je verwijst bij vragen van de zorgvrager, collega's of andere disciplines zo nodig door.
Je registreert ,digitaal, volgens de richtlijnen van de instelling.
Je bent het aanspreekpunt.
Je achterhaalt informatie door vragen te stellen, te luisteren en door te vragen.
Je ondersteunt bij de omgang met social media en internet.
Je zet technologische hulpmiddelen in.

3. Samenwerkingspartner
Je werkt samen met andere zorgprofessionals, zoals artsen en therapeuten, om de beste zorg voor de patiënt te waarborgen.

Slide 13 - Tekstslide

Je overlegt met collega's over werkzaamheden.
Je vraagt naar wensen en de tevredenheid van de zorgvrager. Je neemt deel aan werkoverleg om het werk af te stemmen.
Je signaleert bijzonderheden en veranderingen bij de zorgvrager.
Je draagt gegevens over.

4. Reflectieve professional
Je kijkt kritisch naar je eigen werk, 

leert van ervaringen, en past nieuwe kennis toe in je zorg.

hoe?

Slide 14 - Tekstslide

EBP= Evidence based practice
Dit is het zorgvuldig, expliciet en oordeelkundig gebruikmaken van het beste bewijsmateriaal dat op dat moment beschikbaar is.
Het helpt om wetenschappelijke verantwoorde beslissingen te nemen.

Je luistert naar feedback en vraagt naar verbeterpunten.
Je bent vriendelijk en correct in de omgang volgens de normen en waarde van de organisatie.
Je werkt bewust met de regels van arbo, veiligheid, milieu en privacy.
Je evalueert werkzaamheden.
Je houdt rekening met gewoonten, normen en waarden, levensbeschouwing en culturele achtergrond van zorgvragers en collega's.
5. Gezondheidsbevorderaar
Je helpt patiënten om gezond te blijven en preventieve maatregelen te nemen, 
bijvoorbeeld door voorlichting te geven over een gezonde levensstijl.

Slide 15 - Tekstslide

Als verpleegkundige speel jij een belangrijke rol bij het bevorderen van de gezondheid van mensen. Iemand met hoge risico’s op gezondheidsproblemen benader je actief. Samen onderzoek je welke preventiemogelijkheden er zijn. Je daagt mensen uit om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor hun gezondheid en invulling te geven aan de behandeling (zelfmanagement). Om dat te realiseren zoek je steeds naar manieren om de leefstijl en het gedrag van iemand positief te beïnvloeden.
6. Organisator
 Je coördineert de zorg en houdt het overzicht over wat er moet gebeuren voor een patiënt.

Slide 16 - Tekstslide

Na een dienst meld jij je af. Je geeft bijzonderheden door.
Je registreert volgens afspraak.
Je draagt bij aan een veilige situatie.
Je meldt grote storingen aan de teamcoach of deskundige op dat gebied..
Heb je kennis over de manier waarop je de verzorging kan organiseren?

7. Professional en kwaliteitsbevorderaar
Je zorgt ervoor dat je handelt volgens de professionele standaarden en werkt aan de verbetering van de kwaliteit van zorg.

Slide 17 - Tekstslide

Heb je voldoende geleerd over de deskundige standaarden en de borging van kwaliteit. 
Denk aan de beroepscode, richtlijnen, protocollen, wet en regelgeving.


Samenvatting
CanMEDS rollen

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

CanMEDS-rollen    opdracht 
ga zelfstandig aan de slag met de eerst opdracht uit het opdrachtenboek module 12

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
Evaluatie

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies