3m - H3

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Startklaar
- Laptop
- Binas
- Telefoon in ZAKKIE
- Jas uit en over je stoel
- Naambordje

Slide 2 - Tekstslide

Wat neem je mee?
- Boek
- Laptop
- Geo
- Rekenmachine
- Pen/potlood/gum
- Ruitjesschrift of ruitjespapier in de multomap
- BINAS

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen waaraan je kunt zien dat 
ergens een kracht op werkt.

Je kunt de verschillende krachten benoemen

Je kunt een kracht tekenen als pijl, met het juiste 
aangrijpingspunt en richting.

Je kunt tekenen hoe de zwaartekracht aangrijpt in het 
zwaartepunt van een voorwerp.


Slide 4 - Tekstslide

Krachten
In de sportschool doe je aan krachttraining!

Kracht (force) gebruik je iedere dag! Als je loopt, fietst, of je tas tilt!

Slide 5 - Tekstslide

Krachten herkennen
Een kracht heeft twee effecten...
1.Beweging                                   2.Vervorming

Slide 6 - Tekstslide

Veerkracht Fveer

Slide 7 - Tekstslide

Spierkracht Fspier

Slide 8 - Tekstslide

Zwaartekracht Fz

Slide 9 - Tekstslide

 Spankracht Fspan

Slide 10 - Tekstslide

 Magnetische kracht Fmag
Magneten hebben een noordpool en zuidpool.
Noord en zuid trekken elkaar aan.
Noord en noord stoten elkaar af. Net als zuid en zuid.

Slide 11 - Tekstslide

Krachten herkennen
Soorten krachten: 
  1. Zwaartekracht is de kracht waarmee de aarde trekt
  2. Veerkracht is als iets uitrekt (langer worden)
  3. Spankracht is de kracht in een touw


Slide 12 - Tekstslide

Krachten herkennen
Soorten krachten
  1. Zwaartekracht
  2. Veerkracht
  3. Spankracht
  4. Spierkracht is als je je spieren gebruikt
  5. Magnetische kracht is met magneten


Slide 13 - Tekstslide

Krachten tekenen
Krachten teken je als een vector (pijl)
3 eigenschappen: aangrijpingspunt, grootte & richting

Slide 14 - Tekstslide

Kracht tekenen
  1. Nodig: geodriehoek, potlood
  2. Begin bij het aangrijpingspunt
  3. Teken de kracht in de juiste richting met de geodriehoek
  4. Teken de goede lengte van de kracht
  5. Maak er een pijltje van 

Slide 15 - Tekstslide

Kracht tekenen
Hier zijn de krachten getekend die werken op
het blokje.

De veerkracht werkt waar de veer het blokje raakt.

De zwaartekracht werkt vanuit het zwaartepunt

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt een kracht meten met een veerunster.

Je kunt een kracht tekenen op schaal.

Je kunt de zwaartekracht op een voorwerp berekenen.

Slide 17 - Tekstslide

Uitrekking van de veer
De uitrekking van de veer is de lengte gemeten vanaf de nulstand.

Uitrekking = lengte - beginlengte 

Slide 18 - Tekstslide

Kracht meten

Slide 19 - Tekstslide

Zwaartekracht berekenen
Zwaartekracht = massa  × valversnelling

Fz = g
F: Zwaartekracht in N
m : Massa in kg
g: Valversnelling in N/kg (10 N/kg op aarde)

Slide 20 - Tekstslide

Een berekening maken
De massa van een gewichtje is 50 gram.
Bereken de zwaartekracht op het gewichtje.
Gegevens:

Gevraagd:

Uitwerking (F):
                         (I):
                         (A):
Controle:

Slide 21 - Tekstslide

Eigenschappen van krachten
Een kracht heeft een...
  • Grootte
  • Richting
  • Aangrijpingspunt

Je kunt een kracht tekenen als vector (pijl)

Slide 22 - Tekstslide

Krachtenschaal
Je kiest of krijgt een 
krachtenschaal


betekent 1 cm stelt 5 N voor

Slide 23 - Tekstslide

Krachten tekenen

Slide 24 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen welke twee krachten evenwicht maken.

Je kunt de nettokracht berekenen

Slide 25 - Tekstslide

Krachten in evenwicht
De zwaartekracht Fz werkt naar beneden
De veerkracht Fv werkt omhoog


Er is krachtenevenwicht, 
dus de zwaartekracht is gelijk aan de veerkracht

Slide 26 - Tekstslide

Krachtenevenwicht
  • Twee krachten kunnen elkaar in evenwicht houden. Dat betekent:
  • de twee krachten zijn even groot
  • de twee krachten hebben tegenovergestelde richting
  • Er gebeurt dan niets; de vorm en snelheid veranderen niet.

Slide 27 - Tekstslide

Krachten in evenwicht
De zwaartekracht Fz werkt naar beneden
De normaalkracht Fn werkt omhoog


De normaalkracht wordt door de tafel 
uitgeoefend op de vaas

Slide 28 - Tekstslide

Normaalkracht
  • Dus: als een object niet beweegt, is er een evenwicht
  • Bijvoorbeeld als een boek op tafel ligt.

  • De normaalkracht is de kracht vanuit het 
    oppervlakte (de tafel) op het voorwerp
  • Deze kracht maakt evenwicht met 
    de zwaartekracht.

Slide 29 - Tekstslide

Nettokracht
  • De nettokracht krijg je als je meerdere krachten samenvoegt.
  • De nettokracht is de som van de krachten.




Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag
Pak je routekaart en go!

Slide 31 - Tekstslide

Begrippen uit deze les

Slide 32 - Tekstslide

Begrippen uit deze les

Slide 33 - Tekstslide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 34 - Open vraag


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 35 - Open vraag