Ik snap wat ik bij opdracht 1, 2 en 3 van PTO 4 moet doen.
A
Yes
B
No
C
A little bit
Slide 3 - Quizvraag
Kijk mee in het document
Stel al je vragen!
Slide 4 - Tekstslide
Ik snap wat ik bij opdracht 4 van PTO 4 moet doen.
A
Yes
B
No
C
A little bit
Slide 5 - Quizvraag
Let's practise!
Grammar Chapter 7 - Much/Many - PAGE 71
Slide 6 - Tekstslide
Wat betekent much/many?
Slide 7 - Open vraag
Much/Many
Much en many betekenen allebei 'veel'
Slide 8 - Tekstslide
Wanneer gebruik je much?
Slide 9 - Open vraag
Much/Many
Much gebruik je voor woorden die in het enkelvoud staan en voor woorden die je niet kunt tellen.
- Is there much information? -> ontelbaar - There isn't much proof. -> ontelbaar
Slide 10 - Tekstslide
Wanneer gebruik je many?
Slide 11 - Open vraag
Much/Many
Many gebruik je voor woorden die in het meervoud staan en voor woorden die je kunt tellen.
- Many boats and planes disappear ? -> telbaar - There are many photos. -> telbaar
Slide 12 - Tekstslide
I have ..... friends.
A
much
B
many
Slide 13 - Quizvraag
I love you so .....!
A
much
B
many
Slide 14 - Quizvraag
He read ..... books.
A
much
B
many
Slide 15 - Quizvraag
How ..... milk did you buy?
A
much
B
many
Slide 16 - Quizvraag
There isn't .... water left in the bottle.
A
much
B
many
Slide 17 - Quizvraag
Homework for Friday
Herhaal de grammar uitleg over de Past Simple op blz 77 & 83
Slide 18 - Tekstslide
WELCOME BASIS 1
FRIDAY
Today's lesson: Grammar Recap Past Simple + Practise
Slide 19 - Tekstslide
Page 77 and 83
Slide 20 - Tekstslide
Welke tijd is de Past Simple?
Slide 21 - Open vraag
Past Simple
Om te zeggen dat iets in het verleden gebeurd is, gebruiken wij de Past Simple. - Ik liep gisteren de supermarkt in. - I walked into the supermarket yesterday.
Slide 22 - Tekstslide
Hoe maak je de Past Simple?
Slide 23 - Open vraag
Past Simple
De Past Simple maak je door -ed achter het hele werkwoord te zetten. - I remember -> I remembered
- We talk -> We talked
Slide 24 - Tekstslide
Wat verandert er wanneer een werkwoord al op een -e eindigt?
Slide 25 - Open vraag
Past Simple
Als er al een -e aan het eindvan het werkwoord staat, dan zet je daar alleen een -d achter. They solve the problem - They solved the problem.
Slide 26 - Tekstslide
Robin Hood ...... (live) in Sherwood Forrest long ago.
A
lives
B
live
C
lived
Slide 27 - Quizvraag
Debbie .... (work) late yesterday.
A
workes
B
workd
C
worked
Slide 28 - Quizvraag
My brother ..... (wash) his car last month.
A
washed
B
wash
C
washes
Slide 29 - Quizvraag
You .... (watch) TV last night
A
watcheed
B
watched
C
watchs
Slide 30 - Quizvraag
Our teacher ..... (talk) about Obama last week.
A
talkes
B
talk
C
talked
Slide 31 - Quizvraag
Homework for Wednesday
Herhaal de grammar uitleg over 'de toekomst' op blz 99