Stijlfiguren

Stijlfiguren
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Stijlfiguren

Slide 1 - Tekstslide

Waarom stijlfiguren?
  • Maken een tekst of verhaal aantrekkelijker
  • Gebruik je om iets te benadrukken
Lichter
Zwaarder

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Stijlfiguren (1)
Herhaling
  • repetitio
  • anafoor
  • opsomming (drieslag, climax en omgekeerde climax) 

Slide 4 - Tekstslide

Stijlfiguren (1)
Opsomming
  • tricolon = drieslag
  • climax
  • anticlimax = omgekeerde climax

Slide 5 - Tekstslide

Repetitio
Een woord of woordgroep wordt herhaald
Nooit, maar dan ook nooit, zal ik jou begrijpen.

"Nee, nee, nee", zei moeder boos.

Slide 6 - Tekstslide

Anafoor
Herhaling van hetzelfde woord of dezelfde woordgroep aan het begin van opeenvolgende zinnen of zinsdelen.
Niemand zag iets, niemand deed iets, niemand wist iets.

Slide 7 - Tekstslide

Opsomming
Opsomming van namen, feiten of andere dingen

Er zijn 3 bijzondere gevallen:
  1.  de tricolon
  2.  de climax
  3.  de omgekeerde climax

Slide 8 - Tekstslide

Tricolon
Opsomming van 3 woorden, 3 zinsdelen of 3 zinnen
Ik wil weg, ik wil naar huis, ik wil naar bed

Slide 9 - Tekstslide

Climax
Steeds sterker wordende reeks woorden
Je hebt goed, je hebt beter, je hebt het beste.

Hij voldoet, nee... doet het goed, nee... uitstekend, nee... hij is de allerbeste.
Welk stijlfiguur kan dit nog meer zijn?

Slide 10 - Tekstslide

Anticlimax
Steeds zwakker wordende reeks woorden
Vorige week zag ik een fantastische film, nou ja, hij was mooi, ach, best wel goed eigenlijk.

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
Maak paragraaf 5 Stijlfiguren 1 bladzijde 23 opdracht 1 en 2

Slide 12 - Tekstslide

Stijlfiguren 
  • hyperbool
  • eufemisme
  • understatement 

Slide 13 - Tekstslide

Hyperbool
Een hyperbool is een sterke overdrijving.
We hebben ons kapot gelachen.
Zijn ogen vielen uit zijn kassen toen hij zag dat iemand zijn auto had gestolen.

Slide 14 - Tekstslide

Eufemisme
Een eufemisme verzacht de werkelijkheid bij vervelende situaties.
Hij gaat creatief om met de waarheid.
Onze hond is gisteren heengegaan. 


De volslanke vrouw volgt een sportklasje.

Slide 15 - Tekstslide

Understatement
Een afzwakking. Iets minder erg laten lijken dan het is. Vaak is dit grappig bedoeld
Messi kan wel een aardig balletje trappen.

Dat is een prima huisje

Slide 16 - Tekstslide

Stijlfiguren (3)
  • pleonasme
  • tautologie

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Pleonasme
Er wordt een woord gebruikt waarvan de 'betekenis' al in een ander woord zit. 

Wil jij even van die houten boomstam af gaan?
Kijk uit, die witte sneeuw kan glad zijn!

Slide 19 - Tekstslide

Tautologie
Je zegt twee keer hetzelfde, maar dan met andere woorden.

Blij en verheugd deel ik je mee dat ik mijn diploma heb gehaald.
Bovendien moet ik ook nog mijn huiswerk afmaken.

Slide 20 - Tekstslide

Tegenstelling
Woorden, zinnen of tekstgedeelten zijn tegengesteld
Op het feest was veel te doen voor groot en klein.

In het donker is er geen lichtpunt

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Slide 23 - Tekstslide

OEFENEN!

Slide 24 - Tekstslide

Geef bij de volgende zinnen aan van welke stijlfiguur gebruik is gemaakt.

Slide 25 - Tekstslide

Niemand die je helpt en niemand die je ziet. Nee, niemand die je ziet.
A
Tegenstelling
B
Opsomming
C
Herhaling
D
Climax

Slide 26 - Quizvraag

Je wordt doodgegooid met informatie over de verkiezingen.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement

Slide 27 - Quizvraag

Koning, keizer, admiraal. Ik ken ze allemaal.
A
Tegenstelling
B
Drieslag
C
Herhaling
D
climax

Slide 28 - Quizvraag

Joke werkt daar als interieurverzorgster.
A
Opspomming
B
Tegenstelling
C
Understatement
D
Eufemisme

Slide 29 - Quizvraag

Die miljonair heeft wel
een aardig optrekje.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement

Slide 30 - Quizvraag

De hoogste kwaliteit voor de laagste prijs.
A
Drieslag
B
Omgekeerde climax
C
Herhaling
D
Tegenstelling

Slide 31 - Quizvraag

Joris was blij, nee, opgetogen, zelfs uitzinnig van vreugde met het cadeau.
A
Tegenstelling
B
Omgekeerde climax
C
Climax
D
Herhaling

Slide 32 - Quizvraag

Ik heb goed geld voor slechte spullen gekocht.
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Herhaling

Slide 33 - Quizvraag

Gisteren hebben we opa naar zijn laatste rustplaats gebracht.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement

Slide 34 - Quizvraag

In Nederland regent het 29 van de 30 dagen.
A
Hyperbool
B
Opsomming
C
Tegenstelling

Slide 35 - Quizvraag

Ik had een twee voor het proefwerk, ik had dus wel een paar foutjes gemaakt.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement

Slide 36 - Quizvraag

De dierenarts heeft het arme dier moeten laten inslapen.
A
hyperbool
B
eufemisme
C
understatement

Slide 37 - Quizvraag

Oefenwebsites
http://meneerooms.nl/oefeningen/stijlfiguren-en-beeldspraak-2/stijlfiguren-en-beeldspraak/

https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-eufemismen/
http://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-herhaling-tautologie-of-pleonasme/
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-3-herhaling-tautologie-of-pleonasme/
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-2-herhaling-tautologie-en-pleonasme/

Slide 38 - Tekstslide