2 H2B2 KUBV Les 2.6 Architectuur en Perspectief 02 mrt

Architectuur en perspectief

Samenvatting van de toetsstof staan in One Note en in Magister
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Architectuur en perspectief

Samenvatting van de toetsstof staan in One Note en in Magister

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
Bouwstijlen
Rem Koolhaas

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

https://www.allesopeenrij.nl/cultuur-2/architectuur/tijdlijn-bouwstijlen/

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Centre Pompidou-Parijs
gebouwd in 1972-1977
  Architecten: Renzo Piano ( It)
en Richard Rogers ( UK)
Vormgeving:
De gevel van het gebouw is een wirwar van pijpen en buizen in verschillende kleuren. De kleuren geven de functie van de buizen aan. De opzet van de architecten was om het gebouw als het ware binnenstebuiten te keren. 

Slide 6 - Tekstslide

De bouwstijl van centre Pompidou in Parijs valt onder:
A
Modernisme
B
Organische architectuur
C
Functionalisme
D
High Tech

Slide 7 - Quizvraag

Bouwstijl: Hightech
High Tech is een stroming binnen de architectuur en industriële vormgeving die zich kenmerkt door de constructie en techniek van een gebouw als grootste uitgangspunt te stellen voor de uitstraling van het gebouw of object. Dit houdt in de praktijk in dat leidingen en buizen soms aan de buitenkant van het gebouw gemonteerd zijn en zich met kleuren onderscheiden van andere gebouwonderdelen.

De stroming had haar hoogtijdagen in de jaren 80 van de 20e eeuw, met als eerste gebouw van de stroming het Centre Pompidou in Parijs, ontworpen door Renzo Piano en Richard Rogers

Slide 8 - Tekstslide

'Falling Water' Architect Frank Lloyd Wright

Slide 9 - Tekstslide

Dit gebouw is gebouwd in:
A
1939
B
1989
C
1969
D
2009

Slide 10 - Quizvraag

Falling Water
Vandaag wordt het vakantiehuis bestempeld als het ultieme voorbeeld van ‘organic architecture’, een door Wright in het leven geroepen bouwstijl waarbij de harmonie tussen mens en natuur centraal staat. Zo vloeien binnen- en buitenzones naadloos in elkaar over, en werd zelfs lokale zandsteen gebruikt voor de buitengevels. Japanse invloeden zijn terug te zien  in de geometrische structuur van de horizontale betonlijnen en de verticale lijnen van het metselwerk.

Slide 11 - Tekstslide

'Organic architecture' ofwel organische architectuur is:
A
een bouwstijl
B
zegt iets over de vormgeving vh gebouw
C
natuur en architectuur komen samen
D
Landschapsarchitectuur

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Het architectenbureau van Rem Koolhaas is een internationaal bedrijf.

Hoeveel procent van de werknemers is Nederlands?
A
80%
B
25%
C
50%
D
10%

Slide 16 - Quizvraag

Hoeveel verschillende nationaliteiten kent het bedrijf?
A
3
B
7
C
40
D
100

Slide 17 - Quizvraag

Hoe komt dit van pas bij het zoeken van opdrachten?
A
‘We zijn eigenlijk nergens helemaal vreemd’
B
‘Iedereen kent wel iemand in een land’
C
‘Er is altijd wel iemand die de taal spreekt’
D
‘We kunnen altijd terecht bij familie’

Slide 18 - Quizvraag

Met welke kunstdiscipline ziet Rem Koolhaas veel overeenkomsten met de architectuur?
A
beeldhouwkunst
B
schilderkunst
C
film
D
theater

Slide 19 - Quizvraag

Het CCTV gebouw van Rem Koolhaas in Peking ziet er anders uit dan normale wolkenkrabbers. De bewoners van Peking vonden het CCTV maar een raar gebouw en noemden het ‘de grote onderbroek’.
Wat vindt Koolhaas veelal van normale wolkenkrabbers die worden gebouwd?
A
inspiratiebron
B
protserig en ordinair
C
te hoog
D
ze nemen teveel plek in

Slide 20 - Quizvraag

Wat was het idee achter de vormgeving van het CCTV?
A
de ruimte op een betere manier benutten
B
grappige vormgeving
C
het moest eruit zien als een broek
D
opvallen

Slide 21 - Quizvraag

Vindt Rem het erg dat mensen bijnamen aan zijn gebouwen geven?
A
Ja, want het is toch niet respectvol
B
Nee, want het klopt meestal
C
Ja, want dan krijgt hij minder opdrachten
D
Nee, iedere respons is welkom

Slide 22 - Quizvraag