Paragraaf 4.1 Wat is politiek? 2024

      Paragraaf 4.1
Pak je laptop, boek en pen
Open paragraaf 4.1
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

      Paragraaf 4.1
Pak je laptop, boek en pen
Open paragraaf 4.1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Paragraaf 4.1
0 - 5 Boeken en pen pakken
5 - 15 Terugblik vorige les
15 - 50 Uitleg & werken 7.5
50 - 55 Afsluiting

Aan het eind van de les: kan je uitleggen Politiek is

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 4
4.1 Wat is politiek?
4.2 Links – midden - rechts
4.2 Politieke stromingen
4.2 Populisme en one issue
4.3 Het parlement - de Tweede Kamer
4.3 Het parlement - de Eerste Kamer
Hoe werken verkiezingen?
4.4 De regering - hoe komt de regering tot stand?
Wat doet de koning?
Vrijdag 11 oktober: excursie Den Haag - onder andere bezoek Tweede Kamer 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 
Je kunt uitleggen wat politiek is en waar het zich mee bezig houdt
Je kan uitleggen waarom Nederland een democratie is 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.1 Wat is politiek? 
lesboek bladzijdes 56 en 57 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wie is dit?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem DRIE woorden waar je aan denkt bij het woord 'politiek'.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Politiek
het maken van keuzes en het nemen van besluiten om het land, een provincie of gemeente te besturen.

Politici en ambtenaren = overheid

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke dingen bepaalt de politiek waar jullie ook mee te maken hebben?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Algemeen belang 
Zaken die voor heel veel mensen belangrijk zijn 

bijvoorbeeld:
Telefoons in de klas 
op je telefoon in het verkeer 
Leeftijd scooter/fatbike 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Algemeen belang 
  • Onderwijs
  • Veiligheid
  • Zorg
  • Woningbouw
  • Wegen
  • Etc.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als de overheid nieuwe wegen wilt maken, waar komt het geld vandaan?
A
Leningen uit het buitenland
B
Belasting
C
Van de bestuurders

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar haalt de overheid het meeste geld vandaan?
A
Directe belastingen
B
Indirecte belastingen
C
Loonbelasting
D
Boetes

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet de overheid als de uitgaven groter zijn dan de inkomsten?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bezuinigingen 
In de politiek worden beslissingen 
genomen over geld

Als er minder geld gaat naar een 
onderwerp, bijvoorbeeld onderwijs of het leger, 

noemen we dat bezuinigen. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De overheid kan de belasting verhogen en tegelijk bezuinigen.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Democratie 
Direct of indirect

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat is een democratie?
A
De koning regeert en maakt de wetten
B
De Tweede Kamer maakt alle wetten en kiezen de regering.
C
Het volk kiest zijn vertegenwoordigers en die besturen het land
D
De minister kiest de tweede kamer

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Directe democratie 
Directe democratie - Het volk stemt zelf over belangrijke beslissingen



Dit noem je een referendum 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

indirecte democratie 
 Indirecte democratie = burgers kiezen politici, die namens ons het land besturen (volksvertegenwoordigers).


Nederland is een indirecte democratie.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij een referendum heb je een (...) democratie, Nederland heeft een (...) democratie
A
Indirecte, directe
B
Directe, indirecte
C
Indirecte, indirecte
D
Directe, directe

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


In een democratie...
A
is iedereen vrij en gelijk
B
gelden dezelfde wetten niet voor iedereen
C
kun je niet vrij uit zeggen wat je denkt
D
mag je verschillen van mening

Slide 24 - Quizvraag

Goede antwoorden zijn A en D
Waarom is Nederland een indirecte democratie?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Passief en actief kiesrecht

Actief kiesrecht

Het recht om te mogen stemmen.

Passief kiesrecht

Het recht om je verkiesbaar te stellen.

Vanaf je 18e mag je stemmen en je mag je ook verkiesbaar stellen.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actief kiesrecht:
Het recht om te kiezen

Passief kiesrecht:
Het recht om gekozen te worden

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

150 TK-leden

Welk stemrecht zie je hier?
A
Actief
B
Passief

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als jij nu invloed zou hebben op de politiek en je zou iets mogen veranderen, wat zou dat zijn?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

      Aan het werk 4.1
Werken in boek 
Lezen paragraaf 4.1 Wat is politiek?
lesboek bladzijdes 56 en 57

Maken in werkboek van paragraaf 4.1 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Lezen paragraaf 4.1 Wat is politiek?
lesboek bladzijdes 56 en 57

Maken in werkboek van paragraaf 4.1 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overheidsfinanciën

Als de overheid te weinig geld heeft kan ze:
  1. bezuinigen (minder uitgeven)
  2. geld lenen
  3. belasting verhogen

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies