Onderwerp, deelonderwerp, hoofdgedachte - luisteren en spreken

Onderwerp, deelonderwerp, hoofdgedachte

Luisteren
1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 15 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Onderwerp, deelonderwerp, hoofdgedachte

Luisteren

Slide 1 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer?
Onderwerp: belangrijkste van tekst (in 1 of enkele woorden)

Deelonderwerp: idem, maar dan over alinea(blok)

Hoofdgedachte: wat wordt over (deel)onderwerp geschreven of getoond (één zin)

Slide 2 - Tekstslide

Luisteren/kijken
Of je nu een video, radiofragment, liedje, podcast, film of serie hebt ... ze hebben allemaal een onderwerp.

Meest herkenbaar: titel

Onderwerp: één of enkele woorden
Hoofdgedachte: belangrijkste over het onderwerp in één zin

Slide 3 - Tekstslide

Luisteren/kijken
Aantekeningen maken tijdens luisteren/kijken
  • trefwoorden
  • lijnen, pijltjes
  • opsommingen
  • geen details!

Slide 4 - Tekstslide

Trefwoorden
  • Min of meer samenvatten
  • Alleen de belangrijkste zaken (deelonderwerpen)
  • Geen details

Slide 5 - Tekstslide

Luisteren/kijken
Bekijk het volgende fragment.
Schrijf alleen trefwoorden (steekwoorden) op.

Slide 6 - Tekstslide

Welke trefwoorden heb jij opgeschreven?

Slide 7 - Open vraag

Hoofdgedachte gesproken tekst
Belangrijkste dat de spreker over het onderwerp zegt.
Het antwoord op deze vraag noteer je in één zin.
Bijna nooit letterlijk genoemd; zelf bepalen en formuleren.
Daarom verschilt jouw versie van die van je klasgenoot.

Kijk en luister je goed naar de spreker of presentatie (titel, woorden op dia’s, de inleiding en het slot).

Slide 8 - Tekstslide

Tips
  • Informatieve video -> vaak feitelijke hoofdgedachte.
  • Nieuwsberichten -> hoofdgedachte vaak meteen aan het begin.

  • Betogende presentatie -> hoofdgedachte is mening/standpunt spreker, meestal gevolgd door het belangrijkste argument.

  • Reclames -> speciale vorm van betogende teksten.
     Doel: de kijker activeren tot actie of kopen.

Slide 9 - Tekstslide

Hoofdgedachte gesproken tekst
Deelonderwerpen worden vaak in trefwoorden weergegeven.

Trefwoorden: belangrijkste onderdelen

Geen details of voorbeelden!
Want: leiden af, zijn ondersteunende informatie; verduidelijken dus de hoofdgedachte.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Welke trefwoorden heb jij opgeschreven?

Slide 12 - Open vraag

Details?
Details? Voorbeelden?

Heb jij details of voorbeelden opgeschreven?

Slide 13 - Tekstslide

Luisterstrategieën
Globaal -> let op de grote lijn, de hoofdzaken (aantekeningen maken).
Let goed op de titel en luister extra goed naar de inleiding en het slot.

Gericht -> voor antwoord op bepaalde vraag.
Goed letten op een bepaald woord of een naam. Extra scherp bij delen die met vraag te maken kunnen hebben.

Intensief -> alles is belangrijk. Je begrijpt alles (aantekeningen maken).

Slide 14 - Tekstslide

Luisterstrategieën
Gericht -> voor antwoord op bepaalde vraag.
Goed letten op een bepaald woord of een naam. Extra scherp bij delen die met vraag te maken kunnen hebben.

Intensief -> alles is belangrijk.
Je begrijpt alles (aantekeningen maken).

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Welke trefwoorden heb jij opgeschreven?

Slide 21 - Open vraag

Aan de slag
Taalblokken
2F | Bouwsteen 2 - Onderwerp en hoofdgedachte
§ 2.4 Luisteren
Opdracht 1 t/m 12 + 15 t/m 17 + 19 (! alle theorie-onderdelen)

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag
Taalblokken
3F | Bouwsteen 2 - Onderwerp en hoofdgedachte
§ 2.4 Luisteren
Opdracht 1 t/m 20 (! alle theorie-onderdelen) 

Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag - Lw21BBL
Taalblokken
Module 2F Vaardigheden | Verkort
Hoofdstuk 2 - Luisteren
§ 2.2 Luisteren - Onderwerp en hoofdgedachte
Opdracht 1 t/m 3 en 10 t/m 12 (! + alle theorie-onderdelen) 

Slide 24 - Tekstslide

Onderwerp, deelonderwerp, hoofdgedachte



Spreken

Slide 25 - Tekstslide

Inleiding, kern, slot



Spreken

Slide 26 - Tekstslide

Spreken/pre-senteren

Opleiding + werk

Beste plek om te leren: school

! = Structuur -> spreekplan

Slide 27 - Tekstslide

Spreekplan
Vooraf opstellen

Dwingt je tot goede opbouw, 
dus structuur

Trefwoorden/steekwoorden

Slide 28 - Tekstslide

Spreekplan
Inleiding -> onderwerp

Kern -> deelonderwerpen
(! logische volgorde)

Slot -> samenvatting, conclusie, verwachting, ...

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Elevatorpitch
  • presentatiewijze voor een product, service of project.
  • tijdsduur waarin lift van onderste naar  bovenste verdieping gaat
  • (ong. 30 sec. tot 2 min.)

Slide 31 - Tekstslide

Tekstdoel
  • Informeren
  • Overtuigen/betogen (SExI)
  • Instrueren
  • Amuseren/vermaken

Slide 32 - Tekstslide

Spreken voor een groep

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Presenteren
Publiek
  • welke eigenschappen?
  • daarop aansluiten

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Slide 37 - Video

Rekening houden met publiek
• voorkennis activeren
• publiek actief bij presentatie betrekken
• tussentijds checken of publiek je verhaal nog volgt
• taalgebruik aanpassen aan publiek

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Voorkennis activeren

Begin van je presentatie:
  • wat weet je publiek al over het onderwerp?
  • (oh ja!, aha!)
  • veel al bekend, dan hoef je dat niet te behandelen

Slide 40 - Tekstslide

Publiek actief bij presentatie betrekken


Bedenk vooraf enkele vragen die je aan je publiek kunt stellen.

Slide 41 - Tekstslide

Tussentijds checken of publiek je verhaal nog volgt



  • stel tussendoor vragen of
  • laat het publiek of de luisteraar reageren


Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

Taalgebruik aanpassen aan publiek


  • formeel of
  • minder formeel

consequent toepassen

Slide 44 - Tekstslide

Plus!

  • actieve houding,
  • goede verstaanbaarheid en
  • goed spreektempo

Slide 45 - Tekstslide

Informatief (inleiding)
Kondig met een signaalzin aan wat er besproken zal worden in de kern.

Dan zullen we straks ingaan op het materiaal, de fanclubs en de wedstrijdlicenties.
Betogend (inleiding)
Kondig duidelijk aan wat besproken zal worden in de kern. Benoem ook je standpunt.
Daarom zal ik uitleggen waarom ik het zo belangrijk vind dat parkour meer aandacht krijgt in Nederland.

Slide 46 - Tekstslide

Informatief (kern)
Begin elke nieuwe alinea met een kernzin, introduceer het deelonderwerp (signaalwoord).

  • We beginnen met een bespreking van het materiaal ...
  • Vervolgens komen we bij de fanclubs, die ...
  • En dan zijn we aanbeland bij het probleem van de licenties, want ...



Betogend (kern)
Werk elk argument uit in een nieuwe alinea. Begin elke alinea met een kernzin, waarin je het argument noemt en een signaalwoord gebruikt.

  • Allereerst denk ik ...
  • Ook lijkt het me logisch dat ...
  • Tot slot zouden we toch ...




Slide 47 - Tekstslide

Informatief (slot)
Vat alle informatie uit de kern samen. Gebruik ook signaalwoorden.

Samenvattend zien we dat ...

Betogend (slot)
Herhaal kort de argumenten uit de kern en formuleer de conclusie (= je standpunt). Gebruik weer signaalwoorden.
Dus is het belangrijk om meer reclame te maken voor de mooiste sport van Nederland: parkour.


Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Video

Aan de slag
Taalblokken
3F | Bouwsteen 2 - Onderwerp en hoofdgedachte
§ 2.5 Spreken
Opdracht 1 t/m 13 (! alle theorie-onderdelen) 

Slide 50 - Tekstslide

Aan de slag
Taalblokken
2F | Bouwsteen 3 - Inleiding, kern, slot
§ 3.5 Spreken
  • Ga na de video's aan de slag met opdracht 1 (+ theorie)
  • Gebruik spreekplan
  • Voor de klas presenteren

Slide 51 - Tekstslide

Slide 52 - Video

Aan de slag
Taalblokken
3F | Bouwsteen 3 - Inleiding, kern, slot
§ 3.5 Spreken
  • Ga na de video's aan de slag met opdracht 1 (+ theorie)
  • Gebruik spreekplan
  • Voor de klas presenteren

Slide 53 - Tekstslide

Slide 54 - Video