Christmas lesson

What do you do duringChristmas?
1 / 24
volgende
Slide 1: Woordweb
EngelsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 3 videos.

Onderdelen in deze les

What do you do duringChristmas?

Slide 1 - Woordweb

24 December
25 December
26 December
Christmas Eve
Christmas Day
Boxing Day

Slide 2 - Sleepvraag

What is the most popular choice for Christmas dinner? 
put the top 5 in the correct order
1
2
3
4
5
Rabbit
Steak
Turkey
Barbeque
Duck

Slide 3 - Sleepvraag

What tree is originaly the Christmastree
A
Pine tree
B
Oak tree
C
Beech tree
D
Willow tree

Slide 4 - Quizvraag

Wie schreef "A Christmas Carol"?
A
Ernest Hemingway
B
John Fischer
C
Charles Dickens
D
John Leech

Slide 5 - Quizvraag

Wat zijn christmas crackers?
A
feestelijke pakketjes die je open moet trekken
B
krokante kersthapjes
C
muzikale kerstkrakers
D
houten voorwerpen voor in de kerstboom

Slide 6 - Quizvraag

That is .... Christmas tree
A
Their
B
They're
C
There

Slide 7 - Quizvraag

..... is no Christmas tree.
A
Their
B
They're
C
There

Slide 8 - Quizvraag

What is a Christmas carol?
A
A woman called Carol in a Christmas dress
B
A Christmas story
C
A Christmas tree
D
A Christmas song

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Hoe noem je verstoppertje spelen in het Engels
A
hide and find
B
hide and hike
C
hide and seek
D
hide and hide

Slide 11 - Quizvraag

Wat geeft het jongetje de pinguïn stieken te eten?
A
een korstje brood
B
een visstick
C
een aardappel
D
een stukje vlees

Slide 12 - Quizvraag

What is the colour of the lamp standing on the boy's desk?
A
yellow
B
red
C
green
D
blue

Slide 13 - Quizvraag

Waarom is de pinguïn zo somber?
A
hij mist de zon
B
Hij wil zijn liefde delen met een andere pinguïn
C
Hij voelt zich eenzaam
D
Hij heeft het veel te warm

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Welk ras hond zie je in de film?
A
labrador
B
boxer
C
teckel
D
dobberman pincher

Slide 16 - Quizvraag

There is a snare (=strik) on the trampoline. What colour is it?
A
green
B
red
C
yellow
D
white

Slide 17 - Quizvraag

Hoe noem je een vos in het Engels
A
a fox
B
a bear
C
a greyhound
D
a foxtrot

Slide 18 - Quizvraag

How many foxes are there jumping on the trampoline?
A
three
B
four
C
one
D
two

Slide 19 - Quizvraag

Welk dier komt er bij de vossen?
A
een das
B
een eekhoorn
C
een stinkdier
D
een poes

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Video

Waarom is iedereen zo verbaasd over wat de hond gaat doen?
A
ze dachten niet dat hij kon trampoline springen
B
Normaal is hij heel traag
C
Hij is veel sneller dan het meisje
D
Dat hij gelijk snapt wat de bedoeling is

Slide 22 - Quizvraag

Wat staat er op straat naast de schutting?
A
een telefooncel
B
niets
C
een boom
D
een lantaarnpaal

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide