22-23 3E 2 sep les 3

2. September zu tun
wiederholen Wörter --> Hausaufgaben 2,3,5,6 
Wiederholen Postkarteregeln und weiter ausbauen
Wörterübung --> Wetter wörter
Aan het einde kan je:
- 5 conventieregels opnoemen
- 3 zinnen in het Duits opnoemen


1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2. September zu tun
wiederholen Wörter --> Hausaufgaben 2,3,5,6 
Wiederholen Postkarteregeln und weiter ausbauen
Wörterübung --> Wetter wörter
Aan het einde kan je:
- 5 conventieregels opnoemen
- 3 zinnen in het Duits opnoemen


Slide 1 - Tekstslide

Besprechen Aufgaben 2,3,5 und 6
Seite 15 bis 17

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wiederholen schreiben einer Ansichtkarte

Slide 7 - Tekstslide

De aanhef bij een man is?

Slide 8 - Open vraag

De aanhef bij een vrouw is?

Slide 9 - Open vraag

Na de aanhef wel of geen komma?
A
wel
B
geen

Slide 10 - Quizvraag

De eerste zin begin je met een hoofdletter
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Wetterwörter Quiz 10 min
AB Seite 22
maximum 3 Gruppe
Ich lese die Frage + Antworten 2x vor --> 10 sec Antwortzeit
Überleg (overleg) mit der Gruppe

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Hoe zeg je:
Hoe gaat het met jou?

Slide 14 - Open vraag

Hoe zeg je:
Met mij gaat het goed.

Slide 15 - Open vraag

Es regnet

Slide 16 - Open vraag

Das Wetter ist schlecht

Slide 17 - Open vraag

Es regnet den ganzen Tag

Slide 18 - Open vraag

Die Sonne scheint den ganzen Tag

Slide 19 - Open vraag

Es schneit es ist kalt.

Slide 20 - Open vraag

Im Norden sind viele Wolke.

Slide 21 - Open vraag

Hausaufgaben Montag 5. september
werkblad vakantiekaartje 

Slide 22 - Tekstslide

5. September zu tun
am Ende kannst du:
- regel grammatica opnoemen en toepassen in vakantiekaartje
- De eerste alinea van het vakantie kaartje schrijven:
- aanhef
         begin zin (hoe gaat het met je, met mij gaat het goed)
         zeggen met wie je op vakantie bent
         zeggen waar je op vakantie bent
        in 2 zinnen het weer beschrijven

Slide 23 - Tekstslide

Bespreken vakantiekaartje + opdr 8

Slide 24 - Tekstslide

Grammatic
spielen --> ich habe gespielt
tanzen --> du hast getanzt
rennen --> er hat gerennt

schwimmen --> wir haben geschwommen
essen --> sie hat herrlich gegessen
wij zijn geweest --> wir sind gewesen

Slide 25 - Tekstslide

voltooide tijd ge + stam + t
Dat is geweest
In het Duits hoef je heerlijk niet na te denken over d of t alles is een t.
gespielt
gerennt
getanzt
geantwortet
gerettet
gechattet

Slide 26 - Tekstslide

sterke werkwoorden ge+ stam + en
zwemmen - gezwommen  --> schwimmen - geschwommen
winnen - gewonnen              --> gewinnen - gewonnen
lopen - gelopen                      --> laufen - gelaufen
zingen - gezongen               --> singen - gesungen

IIch habe gewonnen
du hast gewonnen
er hat gewonnen

Slide 27 - Tekstslide

effe oefenen / mal üben ( 6 min)
Seite 28 Aufgaben 19 + 20
Besprechen

Slide 28 - Tekstslide

Was wisst ihr alles noch vom Ansichtkart schreiben?

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Tekstslide

vakantiekaartje schrijven
- De eerste alinea van het vakantie kaartje schrijven:
aanhef  
begin zin (hoe gaat het met je, met mij gaat het goed) 
zeggen met wie je op vakantie bent
zeggen waar je op vakantie bent
 in 2 zinnen het weer beschrijven

Slide 31 - Tekstslide

standaard zinnen postkaartje
Liebe Elaine,
wie geht es mit dir? Mit mir geht es gut. Ich bin im Urlaub in Spanien. Das Wetter ist schön. Die Sonne scheint den ganzen Tag. Wie ist das Wetter bei dir?

activiteiten: geschwommen,  in der Stadt gelaufen, gegessen, getanzt

Slide 32 - Tekstslide

We gaan aan de slag
Standaard zinnen --> leeroverzicht
Arbeitsblatt Sätzen üben (zinnen oefenen)

Slide 33 - Tekstslide

Freitag 17. september
H1 blz 29 + 30 opdr 21
standaard zinnen zijn af

Slide 34 - Tekstslide