Werkwoord ALLER herhaling avoir être

Onregelmatige werkwoorden
herhaling
être (zijn)
           avoir (hebben)
    aller (gaan)
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Onregelmatige werkwoorden
herhaling
être (zijn)
           avoir (hebben)
    aller (gaan)

Slide 1 - Tekstslide

être

Slide 2 - Woordweb

ils (avoir)
A
ont
B
avoir
C
sont
D
a

Slide 3 - Quizvraag

ik ben

Slide 4 - Open vraag

vous ......(avoir)

Slide 5 - Open vraag

il/elle ......(être)

Slide 6 - Open vraag

Zet in de goede vorm:
Tu (aller) à Eindhoven.
A
vais
B
vas
C
va
D
allons

Slide 7 - Quizvraag

Zet in de goede vorm:
Vous (aller) à Lille.
A
vas
B
allons
C
va
D
allez

Slide 8 - Quizvraag

Zet in de goede vorm:
Mon père (aller) à Paris.
A
vais
B
vas
C
va
D
vont

Slide 9 - Quizvraag

Vertaal in het Frans:
Zij gaat
A
je vais
B
tu vas
C
il va
D
elle va

Slide 10 - Quizvraag

Vertaal in het Frans:
Wij gaan
A
tu vas
B
il va
C
nous allons
D
ils vont

Slide 11 - Quizvraag

Vertaal in het Frans:
Ik ga
A
je vais
B
tu vas
C
il va
D
ils vont

Slide 12 - Quizvraag

Vertaal in het Frans:
Zij gaan
A
elle va
B
il va
C
nous allons
D
ils vont

Slide 13 - Quizvraag