Europese grootmachten zijn na WO II verzwakt > golf van Aziatische en Afrikaanse landen die onafhankelijk worden >H8
bv: Indonesië (Nederland onder druk gezet door VS)
Verenigde Staten & bondgenoten (blauw)
Sovjet-Unie & satelietsstaten (rood)
= twee (2) in totaal
Voorgeschiedenis: Vermindering supermachten
Slide 4 - Tekstslide
Kenmerken Koude Oorlog
Periode van koude/kille relatie tussen VS en USSR
Geen directe oorlog VS en USSR, wel indirect (Korea, Vietnam)
Grote spanningen en angst in de wereld (bv. rond Cubacrisis)
Beide landen hebben namelijk veel krachtige kernwapens
Slide 5 - Tekstslide
Kenmerken Koude Oorlog
Beide landen geloven in hun eigen (economische) systeem
Beide landen willen in de wereld hun eigen systeemverspreiden
Er ontstaat een wapenwedloop en conflictgebied: Duitsland en specifieker Berlijn
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Wie: Churchill (GB), Roosevelt (VS), Stalin (USSR)
Wat: Regeringsleiders die samenwerkten om Nazi-Duitsland te verslaan en de toekomst van de wereld te bespreken wanneer de Tweede Wereldoorlog voorbij zou zijn
Waar: Conferentie van Teheran (1943), Moskou (1944) en Jalta (1945)
Wanneer: 1943-1945
Waarom: Nazi-Duitsland leek op den duur verslagen te gaan worden, zo kwam samenwerking tot stand (gezamenlijke vijand)
Voorgeschiedenis: De Grote Drie
Slide 8 - Tekstslide
1945: Conferentie van Jalta, afspraken:
Oprichting Verenigde Naties (VN)
Democratische regeringen Europa (wens VS en GB)
Straffen oorlogsmisdadigers en denazificatie van Duitsland
Verdeling Europa in invloedssferen en bezettingszones: Duitsland en Berlijn
De 5 permanente leden hebben het vetorecht. Hiermee kunnen ze ten alle tijden een plan blokkeren.
Zo nodig kan er een leger geformeerd worden (blauwhelmen)
Slide 10 - Tekstslide
1945: Verdeling van Duitsland, afspraken:
Duitsland (tijdelijk) niet meer zelfstandig
Vier bezettingszones onder leiding van: Frankrijk, GB, de USSR en VS
Berlijn wordt ook in vier zones verdeeld
Reizen tussen bezettingszones is geen probleem
Vergeet dit ook niet: Berlijn ligt in de bezettingszone van de Sovjet-Unie
Berlijn is, net als Duitsland, verdeeld in 4 bezettingszones. Omdat Berlijn in de Sovjet-zone ligt, liggen de Berlijn-bezettingszones van Frankrijk, Engeland en de Verenigde Staten dus ook in de Sovjet-zone.
Slide 11 - Tekstslide
1945: begin van de Koude Oorlog
Geen gezamenlijke vijand meer: Nazi-Duitsland verslagen
Andere leiders: Truman (VS) en Attlee (GB) vanaf Conferentie van Potsdam (1945)
Hierdoor verlopen gesprekken in toenemende mate moeizaam tussen VS en USSR
Slide 12 - Tekstslide
Containment
1945: Opvolger president Roosevelt: Harry Truman (VS)
Was fel anti-communistisch
Relatie tussen Truman en Stalin komt steeds meer onder druk.
Containment: Verenigde Staten doen er alles aan om te voorkomen dat communisme zich verspreid.
Slide 13 - Tekstslide
Wantrouwen Westen
Stalin vestigt communistische regeringen in Oost-Europa: begin vorming Oostblok,tegen de wens van GB en VS
1949:Het Westen slikt: de USSR heeft eigen atoombom ontwikkeld
Slide 14 - Tekstslide
Wantrouwen Oosten
Josef Stalin: paranoïde leider
Teleurgesteld over het uitblijven van een Westers front tot 1944 in WO II
1945: VS / Truman hebben atoombom ingezet tegen Japan (wantrouwen Stalin en USSR)
Militair samenwerkingsverband tussen Noord-Amerika en West-Europa tegen het communisme
Slide 22 - Tekstslide
1955: Oprichting Warschaupact
Militaire bondgenootschap van de Sovjet-Unie en Oostbloklanden
Opgericht als reactie op toetreding van BRD tot de NAVO
Slide 23 - Tekstslide
Leider: Verenigde Staten (VS):
Democratie
Kapitalisme en vrijheid
Vrijemarkteconomie
Leider: Sovjet-Unie (USSR):
Dictatuur
Communisme en gelijkheid
Planeconomie
Ideologische verschillen Westblok en Oostblok
Slide 24 - Tekstslide
0
Slide 25 - Video
7.2 Terreur onder Stalin
Iedereen loopt in de USSR en het Oostblok het risico naar een Goelag: strafkamp gestuurd te worden
Er vinden schijnprocessen plaats
Nieuwezuiveringen: Stalin laat iedereen doden of verdwijnen die hij beschouwd als een bedreiging, niemand is veilig in de USSR, zelfs trouwe medewerkers
Slide 26 - Tekstslide
1953: Stalin overlijdt, tot opluchting verschillende partijleden
Zijn opvolger: Nikita Chroesjtsjov
1956: Chroesjtsjov beschuldigd Stalin van machtsmisbruik: begin van de destalinisatie in de USSR (verwijdering Stalin uit boeken, standbeelden, slachtoffers van Stalin worden hun naam gezuiverd)
Hierdoor: Hoge verwachtingen voor beter toekomst,vooral in Oostblok
Slide 27 - Tekstslide
0
Slide 28 - Video
1956: Uitbreken van de Hongaarse Opstand
In Hongarije hoopt de bevolking meer vrijheid te kunnen krijgen
Duizenden Hongaarse jongeren protesteren, nieuwe premier Nagy belooft een vrij, democratisch en onafhankelijk Hongarije
Chroesjtsjov grijpt in, USSRslaan opstand hard neer door inzet leger, Nagy veroordeeld. Westen: doet niets
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Video
1961: De Berlijnse muur
Veel Oost-Berlijners zien het rijke westen en willen weg. Vooral mensen met een hogere opleidingvluchten naar het westen.
De Oost-Duitse regering ziet dit als een grote bedreiging voor de toekomst van hun land: Berlijn moet dicht.
Slide 31 - Tekstslide
1968: De Praagse lente
1968: Alexander Dubcek nieuwe leider van Tsjechoslowakije
Dubceck wil verandering: "communisme met een menselijk gezicht", democratische hervormingen, persvrijheid"
Breznjev (USSR)accepteert dit nieten grijpt militair in met tanks: Breznjevdoctrine
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Video
7.4 Het einde van de Koude Oorlog
tweede helft van de jaren '80
Slide 34 - Tekstslide
1985: Koerswijziging USSR onder Gorbatsjov
Invoering Perestrojka (economische hervormingen)
Invoering Glasnost (kritiek mogen geven, openheid van de regering)
Verandering buitenlands beleid, in harmonie VS: einde wapenwedloop
Onbedoeld gevolg: einde van hetcommunisme / Koude Oorlog
Slide 35 - Tekstslide
Slide 36 - Video
Slide 37 - Video
Val van de Berlijnse Muur
9 november 1989
Slide 38 - Tekstslide
Slide 39 - Video
Slide 40 - Video
Slide 41 - Video
Revolutiejaar 1989
De val van het communisme in Oost-Europa:
16 november 1989: communistische leider van Bulgarije wordt afgezet
28 november 1989: communistische partij van Tjechoslowakije staat macht af
25 december 1989: communistische leider Roemenië wordt terechtgesteld
april 1990: vrije verkiezingen in delen van Joegoslavië
Slide 42 - Tekstslide
Duitsland wordt herenigd
3 oktober 1990
Sommigen zien een herenigd Duitsland als een gevaar voor de vrede in Europa.
Dat blijkt erg mee te vallen: Duitsland is één van de grote voorvechters voor een sterk Europa.
Slide 43 - Tekstslide
Slide 44 - Video
Einde van de Sovjet-Unie
25 december 1991
Veel verschillende volken willen niet meer bij de Sovjet-Unie horen.
In 1991 houdt de Sovjet-Unie dan ook op te bestaan: grote delen van de Sovjet- Unie worden onafhankelijke landen, zoals Oekraïne, Wit-Rusland en Armenië.
Het deel dat nog overblijft gaat verder als Rusland o.l.v. Boris Jeltsin.
Slide 45 - Tekstslide
1951: Oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS)
1957: Oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (EEG)