7.2 De Aardbeving bij Sendai

Paragraaf 2: De Aardbeving bij Sendai
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Paragraaf 2: De Aardbeving bij Sendai

Slide 1 - Tekstslide

Breuken en Aardbevingen

Slide 2 - Tekstslide

Platen en breuken
De plek waar de verschuiving het grootst is, zit diep in de aardkorst. Dat is de aardbevingshaard (Hypocentrum). Vanuit hier komen de trillingen die wij voelen.

Direct boven de aardbevingshaard voel je de trillingen het sterkst. Dat is het epicentrum.

Hoe sterk een aardbeving is kan je meten met de Schaal van Richter.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

De snelheid en richting van platen bepalen hoe zwaar de aardbevingen zijn. Hoe meer spanning, hoe zwaarder de aardbeving.

- Bij platen die uit elkaar gaan heb je meestal geen zware aardbeving.

- Platen die langs elkaar gaan hebben vaak flinke aardbevingen.

Platen die tegen elkaar botsen, waarbij je subductie hebt, zorgen ook voor aardbevingen. Daarnaast zorgen ze ook voor een tsunami, aangezien veel water opeens opgetild wordt. Hierdoor krijg je een grote golf die zich snel verplaats.

Slide 5 - Tekstslide

Gevolgen
De aardbeving duurde 5 minuten bij Sendai, normaal duren aardbevingen korter dan 1 minuut. Gevolgen waren als volgt:

- Er was veel schade aan de gebouwen. Muren krijgen scheuren en vallen om. Rijkere landen zijn meer voorbereid hierop en bouwen sterke gebouwen en muren.
- Veel leidingen waren beschadigd. Dat zorgde voor veel kortsluiting en brand.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Tsunami
  • Vloedgolf met ernstige gevolgen. 
  • Onstaan door een aardbeving onder water.
  • Golven worden steeds groter!

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Nederland
  • Kleine aardbevingen (5,8 op de schaal van richter)
  • Zuiden: breuken
  • Noorden: gas boren zorgt voor zakken van de grond

Slide 10 - Tekstslide