Les 4 Hoofdstuk De winkelformule

verkoopsystemen en soorten goederen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
MarketingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

verkoopsystemen en soorten goederen

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Wat weten we nog?
Opgaven vorige keer
Lesdoel
Verwerken.
Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Waar staan de letters BUZ voor?

Slide 3 - Open vraag

Een product wordt in zo veel mogelijk winkels verkocht. Van welk soort producten is hier sprake?


timer
0:15
A
Convenience goods
B
Shopping goods
C
Specialty goods

Slide 4 - Quizvraag

En een cruise?
A
Convenience goods
B
Shopping goods
C
Specialty goods

Slide 5 - Quizvraag

Een TV, een wasmachine of een koffiezetapparaat zijn voorbeelden van
A
convenience goods
B
shopping goods
C
specialty goods

Slide 6 - Quizvraag

Nakijken opgaven
Nakijken vragen tm 21


timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

Lesdoel
Na deze les kan ik de onderdelen van de winkelformule invullen .

Slide 8 - Tekstslide

Winkelformule


Elementen winkelformule:
  • Doelgroep
  • Assortiment
  • Marktpositie

Slide 9 - Tekstslide

De doelgroep
Doelgroep:  
Vaak betreft het een groep mensen 
of organisaties die een aantal 
relevante kenmerken 
gemeenschappelijk hebben.

Aan wie wil je verkopen?

Slide 10 - Tekstslide

Imago
Het beeld dat opgeroepen wordt bij de ander

Slide 11 - Tekstslide

Imago winkel
Het beeld een dat een 'potentiële' klant heeft van een winkel.
 

Slide 12 - Tekstslide

Assortiment
Kern: 
  • Kaaswinkel: kaas
  • Schoenenwinkel: schoenen

Rand:
  • Kaaswinkel: toast, nootjes
  • Schoenenwinkel: riemen, sokken, tassen

Slide 13 - Tekstslide

Assortiment
Breed: veel verschillende productgroepen
Diep: Veel varianten binnen een productgroep. 

Slide 14 - Tekstslide

Marktpositie
Positie ten opzichte van de concurrent
Hoog (service)
Midden
Laag (prijs)


Slide 15 - Tekstslide

Opdrachten
Maken opgaven H 3, 22 tot en met opgave 23. + Beschrijf de winkelformule van jouw stagebedrijf. 
Tot einde les. 
Ben je klaar, lees de tekst dan nog een keer door.
Of de volgende paragraaf.
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Wat is imago?
A
Zoals anderen mij zien
B
Zoals ik wil dat anderen mij zien
C
Het spiegelbeeld van mijn identiteit
D
Een kunstmatig beeld van mijzelf

Slide 17 - Quizvraag

Noem een element uit de winkelformule

Slide 18 - Open vraag

Einde les!

Slide 19 - Tekstslide