In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Vandaag:
Goed jullie weer te zien
Hoe gaat het?
Uitleg Tabellen en diagrammen
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoel:
Ik weet hoe ik een tabel of schema moet lezen
Ik weet wat een cel, rij, kolom en een legenda is
Ik weet hoe ik vanuit een tabel kan rekenen
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een tabel en waarvoor dient het?
Een tabel:
'Een overzichtelijke weergave in een schema'
Doel:
Uit een tabel kun je infomatie halen
Slide 3 - Tekstslide
Vraag: Sam haalt boodschappen en laat ze bezorgen op woensdag om 17:30 uur. De boodschappen kosten €25,00. Hoeveel moet hij betalen inclusief bezorgkosten?
'Rij'
'Kolom'
'Cel'
Slide 4 - Tekstslide
1. Hoe laat opent deze winkel op maandag?
2. Hoe laat sluit de winkel op donderdag?
Slide 5 - Tekstslide
In welk jaar zitten er evenveel meisjes als jongens op De Postduif?
A
2009
B
2010
C
2011
D
2012
Slide 6 - Quizvraag
Hoeveel meisjes zaten er in 2011 op De Postduif?
A
25
B
100
C
125
D
250
Slide 7 - Quizvraag
125 meisjes Schrijf de berekening op.
Slide 8 - Open vraag
In 2012 zaten er 150 meisjes op De Postduif? Hoeveel poppetjes zijn dat?
A
4
B
5
C
6
D
7
Slide 9 - Quizvraag
Hoeveel passagiers werden vervoerd, volgens het schema in de maand augustus ?
A
500
B
450
C
hetzelfde aantal als in april
D
400, de rest moest zelf zwemmen
Slide 10 - Quizvraag
= 150 mensen
Slide 11 - Tekstslide
Hoeveel mensen waren er bij podium 3? Schrijf de berekening op.
Slide 12 - Open vraag
1. Tim gebruikt dit schema om te bepalen welke boormachine hij nodig heeft? Hij gaat in hard beton boren.
Hoeveel kost de boormachine die hij nodig heeft?
2. En stel dat hij in steen moest boren. Wat moet hij dan betalen?
Slide 13 - Tekstslide
1. Azmi huurt op donderdag een grote bestelbus. Hij rijdt hiermee 120 km. Hoeveel moet Azmi in totaal betalen voor de bestelbus?
2. En stel dat hij in een kleine bestelbus op zondag gehuurd had. Wat had hij dan moeten betalen?
Slide 14 - Tekstslide
Hoeveel bloembollen zijn er volgens het schema in de maand maart vervoerd?
A
300
B
3000
C
220
D
12.000
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Welk uur op maandag heeft deze leerling Wiskunde?
A
5
B
8
C
3
D
7
Slide 17 - Quizvraag
Dus .....
Een tabel:Een overzichtelijke weergave in een schema.
Doel:Uit een tabel kun je informatie halen.
Rij:loopt van rechts naar links.
Kolom:loopt van boven naar beneden.
Cel:Eén hokje van een tabel noem je cel.
Slide 18 - Tekstslide
Een voorbeeld
Als je wilt weten hoeveel personen er in 2004 in deventer wonen kijk je in de linker rij bij 2004 en vervolgens kijk je aan de rechter kant bij aantal personen om dit af te lezen
Slide 19 - Tekstslide
Weeroverzicht
Wat voor weer wordt het zaterdag in Noorwegen?
Kijk naar de tabel en gebruik de legenda.
Welke informatie kun je nog meer aflezen uit de tabel?
Slide 20 - Tekstslide
Hoeveel betaal je als je 6 schriften tegelijk koopt?