H3 les 4 - 11jan

Cours de 11 ( 12/ 14)   janvier
Cette semaine : 
A:  les 4 : herhalen conditionnel  ( 10 min) 
B: les 4 : de vraagwoorden I
C: leesvaardigheidtraining 2 ( 25 min ) 
demain :  
A: les 4 : de vraagwoorden II
B:  oefenen met de werkwoorden
C:  les 5 : stromae 
D: leesvaardigheidtraining 
Jeudi :   afronden les 4 en 5/ correctie leesvaaridgheidstraining

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Cours de 11 ( 12/ 14)   janvier
Cette semaine : 
A:  les 4 : herhalen conditionnel  ( 10 min) 
B: les 4 : de vraagwoorden I
C: leesvaardigheidtraining 2 ( 25 min ) 
demain :  
A: les 4 : de vraagwoorden II
B:  oefenen met de werkwoorden
C:  les 5 : stromae 
D: leesvaardigheidtraining 
Jeudi :   afronden les 4 en 5/ correctie leesvaaridgheidstraining

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een juiste vorm van de conditionnel :

Wij zouden gaan
A
nous viendons
B
nous irions
C
nous allerions
D
nous irons

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de juiste vertaling?

jullie zouden zijn
A
vous étiez
B
vous serez
C
vous êtriez
D
vous seriez

Slide 4 - Quizvraag

opdracht 46 :





1 jouer : L’équipe de France ...................aux Pays-Bas. Het nationaal Frans elftal zou in NL spelen
A
jouera
B
jouerais
C
jouerait
D
joueraient

Slide 5 - Quizvraag

aller Cette année-là, nous................................ en Bretagne.
A
allerons
B
allerions
C
irons
D
irions

Slide 6 - Quizvraag

2
faire:

Je ne le ........................... pas, si j’étais toi ! - ik zou het niet doen als ik jou was
timer
0:12
A

Slide 7 - Quizvraag

4 être Nous............................... très contents.
A
étions
B
étiez
C
serions
D
seriez

Slide 8 - Quizvraag

vraagwoorden
lees mee en vertaal mee : 

Combien d'heures de cours as-tu en ligne?
Qui est ton prof de français?
Pourquoi as-tu choisi les maths?
Quel est ton plat favori?
Tu viens d'où?
Il s'appelle comment?
Combien de photos vont-ils prendre ?
Où a-t-on pris les photos ?
Qui a pris les photos ?

Slide 9 - Tekstslide

wat?
waarom?

Hoe
hoeveel? 
wanneer
welke

Slide 10 - Sleepvraag

à vous maintenant : 
- epack : chapitre 3, leçon4 : ex : 46/47/48
rest van de les : training leesvaardigheid 2
als je leesvaardigheid 2 al af hebt =>
lyricstrainer STROMAE (www.lyricstrainer.com) / grammaticatrainer conditionnel (onder les 4) /
woordtrainer les 1 tm 5 

Slide 11 - Tekstslide

Welke vraag is niet juist?
A
Tu as regardé cette série?
B
Est-ce que tu as regardé cette série?
C
As-tu regardé cette série?
D
As-t-tu regardé cette série?

Slide 12 - Quizvraag

Welke vraagzin is niet juist?
A
Tu vas où?
B
Est-ce que tu vas où?
C
Où est-ce que tu vas?
D
Où vas-tu?

Slide 13 - Quizvraag