Les 1 (non)Fictie , (niet)realistisch, thema, genre
Fictie KLAS 3
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2
In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Fictie KLAS 3
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag:
Lekker lezen
Lesson Up
op zoek in je boek
Doel van de les:
Je herhaalt de begrippen :
fictie/ non fictie
realistisch/ niet realistisch taalgebruik .
genre
en kunt ze toepassen
Slide 2 - Tekstslide
Lekker lezen
Let er bij het lezen vandaag op of het ook echt kan gebeuren wat je leest.
Slide 3 - Tekstslide
Stil Lezen
timer
15:00
lekker lezen
Slide 4 - Tekstslide
Wat is fictie?
Betekenis: alles wat verzonnen is. Verzonnen verhalen. De schrijver fantaseert, heeft het verhaal zelf bedacht.
Geschreven om je te vermaken.
Voorbeelden:
Leesboek, stripverhaal, musical/toneelstukken en gedichten.
Slide 5 - Tekstslide
Wat is non-fictie?
Betekenis: alles wat niet verzonnen is. Teksten over de werkelijkheid. Wat er staat, is echt gebeurd en geeft informatie.
Het is geschreven om je te informeren of instrueren.
Voorbeelden:
Nieuwsbericht, schoolboeken, kookboeken en een handleiding
Slide 6 - Tekstslide
Fictie (verzonnen verhalen)
sciencefiction
thriller / horror
fantasy
games
toneelstukken
tv-series
strips
tekenfilms
Non-fictie (Verhalen die echt gebeurd zijn of die je feitelijke informatie geven)
krantenbericht
tijdschriftartikel
studieboek
documentaire
journaal / nieuws op tv
agenda
biografie
reisgidsen
Slide 7 - Tekstslide
A
Fictie
B
Non-fictie
Slide 8 - Quizvraag
A
Fictie
B
Non-fictie
Slide 9 - Quizvraag
Schrijvers vertellen dingen die echt gebeurd zijn.
A
Fictie
B
Non-fictie
Slide 10 - Quizvraag
Schrijvers verzinnen verhalen.
A
Fictie
B
Non-fictie
Slide 11 - Quizvraag
Lees jij fictie of non-fictie bij Lekker lezen?
Slide 12 - Open vraag
Realistisch en niet-realistisch
Fictie kan realistisch of niet-realistisch zijn:
Realistisch:
-Verhaal lijkt heel erg op de werkelijkheid, alles kan in het echt ook gebeuren.
Niet-realistisch:
-Verhalen met veel dingen die niet echt kunnen gebeuren.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Oorlogswinter is:
A
Realistische fictie
B
Niet-realistische fictie
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Video
Black Panther is:
A
Realistische fictie
B
Niet-realistische fictie
Slide 17 - Quizvraag
Het journaal is ...
A
Heel realistisch
B
Een beetje realistisch
C
Niet-realistisch
Slide 18 - Quizvraag
Is jouw boek fictie/ non-fictie? Realistisch of niet realistisch?
Slide 19 - Open vraag
Thema: waar gaat het verhaal over
Wat het thema van een verhaal is kun je soms met één woord zeggen, soms ook met een paar woorden of een zin.
In veel verhalen kun je meerdere thema’s herkennen. Voorbeelden van thema’s zijn: vriendschap; eenzaamheid; verraad; je eigen weg kiezen gaat niet vanzelf; eerlijk zijn vraagt om moed.
Slide 20 - Tekstslide
Waar is het thema van jouw boek?
Slide 21 - Open vraag
Genre
Handig als je iets van genres weet als je een boek uit moet zoeken....
Slide 22 - Tekstslide
In de bibliotheek staan pictogrammen op de boeken, zodat je kunt zien bij welk genre een boek hoort. Een genre geeft aan wat voor een soort verhaal in het boek wordt verteld, bijvoorbeeld griezelverhaal of een verhaal over geschiedenis.
Slide 23 - Tekstslide
Genres
Soorten verhalen noemen we genres.
historische boeken;
detectives;
oorlogsverhalen;
sprookjes;
griezelverhalen;
avonturenverhalen;
liefdesverhalen.
Slide 24 - Tekstslide
verhaalsoorten
Slide 25 - Tekstslide
Welke afbeelding hoort bij het genre GESCHIEDENIS?
A
B
C
D
Slide 26 - Quizvraag
Welke afbeelding hoort bij het genre AVONTUUR?
A
B
C
D
Slide 27 - Quizvraag
Welke afbeelding hoort bij het genre FAMILIE?
A
B
C
D
Slide 28 - Quizvraag
genre?
genre?
Slide 29 - Tekstslide
genre?
genre?
Slide 30 - Tekstslide
Genre- opdracht
Kijk welk boek je nu leest en welk genre dit is.
Zoek een fragment van ongeveer 5 zinnen waarin je kunt herkennen bij welk genre jouw boek hoort.
Typ dit over.
Slide 31 - Tekstslide
Typ je fragment over
Slide 32 - Open vraag
Weet je buurman/ buurvrouw wat genre betekent?
😒🙁😐🙂😃
Slide 33 - Poll
Afsluiting les Evaluatie: wat vond je van deze les?