Klokkijken: hele en halve uren

Klokkijken: hele en halve uren
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

Onderdelen in deze les

Klokkijken: hele en halve uren

Slide 1 - Tekstslide

Doelen:
Je kent de eenheden voor tijd (uur, minuut en seconde)
Je kunt hele en halve uren lezen op een analoge klok.
Je kunt hele en halve uren lezen op een digitale klok.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

De klok

Slide 4 - Tekstslide

Grote wijzer

Slide 5 - Tekstslide

Kleine wijzer

Slide 6 - Tekstslide

Analoge klok
Digitale klok

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

de nacht
24 uur tot 6 uur

Slide 9 - Tekstslide

de ochtend
6 uur tot 12 uur

Slide 10 - Tekstslide

de middag
12 uur tot 18 uur

Slide 11 - Tekstslide

de avond
18 uur tot 24 uur

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Hoe laat is het?

Slide 16 - Open vraag

Hoe laat is het?

Slide 17 - Open vraag

Hoe laat is het?

Slide 18 - Open vraag

Hoe laat is het?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Video

Pak je werkboekje!

Maak 1a, 1b, 2a, 2b, 2c en 2d

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Hoe laat is het?

Slide 25 - Open vraag

Hoe laat is het?

Slide 26 - Open vraag

Hoe laat is het?

Slide 27 - Open vraag

Hoe laat is het?

Slide 28 - Open vraag

Hoe laat is het?
A
1400 uur
B
Het is twee uur.
C
Het is 14 uur.
D
Het is 1 en 4 uur.

Slide 29 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
Het is half zes.
B
Het is half zeventien.
C
Het is half vijf.
D
Het is 17 uur en 30 minuten.

Slide 30 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
Het is half twaalf.
B
Het is half twee.
C
Het is half een.
D
Het is 30 minuten na 12.

Slide 31 - Quizvraag

Hoe laat is het?
A
Het is twaalf uur.
B
Het is geen uur.
C
Het is vier nullen uur
D
Het is nul uur.

Slide 32 - Quizvraag

Wat is goed?
A
Het is ochtend
B
Het is nacht
C
Het is middag
D
Het is avond

Slide 33 - Quizvraag

Wat is goed?
A
Het is ochtend
B
Het is nacht
C
Het is middag
D
Het is avond

Slide 34 - Quizvraag

Wat is goed?
A
Het is ochtend
B
Het is nacht
C
Het is middag
D
Het is avond

Slide 35 - Quizvraag

Wat is goed?
A
Het is ochtend
B
Het is nacht
C
Het is middag
D
Het is avond

Slide 36 - Quizvraag

Hoe laat is het? Sleep naar juiste klok.
vijf uur
elf uur
twee uur
dertien uur
zes uur
half 1
acht uur
negen uur

Slide 37 - Sleepvraag

0

Slide 38 - Video

Slide 39 - Video

Pak je wisbordje en je stift!

De docent geeft de opdrachten!

Slide 40 - Tekstslide