Omtrek

Rekenen
Omtrek
niveau 2F
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Rekenen
Omtrek
niveau 2F

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet wat de omtrek is
  • Je kunt uitleggen hoe je de omtrek kunt berekenen
  • Je kunt de omtrek berekenen

Slide 2 - Tekstslide

start opdracht
Je werkt eerst alleen, dan in een groepje.  
Als je de opdracht hebt uitgevoerd vergelijk je de antwoorden met je groepje.
Heb je dezelfde antwoorden?
Hoe kan dit?
Pak je potlood. Je potlood heeft een lengte.
Hoeveel keer past je potlood in de lengte van je tafel? Schrijf op hoeveel keer je potlood in de lengte van je tafel past: lengte tafel = .... x potlood
Hoeveel keer past je potlood in de breedte van je tafel? breedte tafel = ..... x potlood 
Als je helemaal om je tafel heen zou meten met je potlood. Hoeveel keer past dan je potlood in de omtrek? Omtrek tafel = ..... potloden

Slide 3 - Tekstslide

Waarom heeft niet iedereen dezelfde omtrek?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Video

Als je de omtrek wilt weten van een figuur, loop je om het figuur heen.

Wil je de omtrek van  een rechthoek weten dan:
Omtrek rechthoek = lengte + breedte + lengte + breedte
Omtrek rechthoek = (lengte + breedte) x 2

Slide 6 - Tekstslide


De omtrek van een figuur bereken je altijd met ( lengte + breedte ) x2

A
waar, voor alle figuren
B
niet waar, allen voor rechthoek en vierkant

Slide 7 - Quizvraag


De omtrek van een rechthoek bereken ik door?

A
de lengte van alle zijden bij elkaar op te tellen
B
de lengte x de breedte
C
(de lengte + de breedte)x2
D
de lengte van alle zijden bij elkaar op te tellen x 2

Slide 8 - Quizvraag

Bereken de omtrek van de rechthoek.

Maak je berekening op een kladblaadje!!!!

Slide 9 - Tekstslide



Bereken de omtrek van de rechthoek.
Maak je berekening op een kladblaadje.

Slide 10 - Open vraag



Maak een foto van je kladblaadje 

Slide 11 - Open vraag


Bereken de omtrek van dit figuur.

A
de omtrek = (12 + 5 ) x 2 de omtrek = 17 x 2 = 34 cm
B
de omtrek = 12 x 5 = 60 cm
C
de omtrek = 12 + 5 + 12 + 5 de omtrek = 24 cm
D
de omtrek = 12 + 5 de omtrek = 17 cm

Slide 12 - Quizvraag


Bereken de omtrek van dit figuur.

A
de omtrek = (6 + 5 + 9) x 2 de omtrek = 20 x 2 = 40 cm
B
de omtrek = 6 x 5 = 30 cm
C
de omtrek = 5 + 6 + 9 de omtrek = 20 cm
D
de omtrek = 6 x 9 x 5 de omtrek = 270 cm

Slide 13 - Quizvraag



Bereken de omtrek van je: schrift, tafel in cm
Maak je berekening op een kladblaadje.

Slide 14 - Open vraag



Maak een foto van je kladblaadje met de berekeningen van de omtrek van je: schrift, tafel?

Slide 15 - Open vraag

Wanneer gebruik je de omtrek?

Slide 16 - Woordweb

Terugkijken
  • Ik weet wat de omtrek is
  • Ik kan uitleggen hoe je de omtrek kunt berekenen
  • Ik kan de omtrek berekenen

Slide 17 - Tekstslide



Bereken de omtrek van je: kamer, lokaal, hal,..
Maak je berekening op een kladblaadje.

Slide 18 - Open vraag



Maak een foto van je kladblaadje met de berekening van de omtrek van je: lokaal, hal,...?

Slide 19 - Open vraag