9.1 & 9.2 oefenen
Gezond of ongezond?
Gezonde leefstijl
Ongezonde leefstijl
1 / 12
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Gezond of ongezond?
Gezonde leefstijl
Ongezonde leefstijl
Slide 1 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Leefstijl
Genotsmiddelen
Lichamelijk afhankelijk
Geesetelijk afhankelijk
Nicotine
al je gewoontes van eten, drinken, roken, slapen, (school) werk, bewegen en ontspannen.
Mensen gebruiken genotmiddelen om zich beter te voelen, ze krijgen er een lekker gevoel van.
Je lichaam heeft het genotmiddel nodig om te kunnen functioneren
Je hebt het gevoel dat je niet zonder het genotmiddel kunt
Een verslavende stof
Slide 2 - Sleepvraag
Advance organizer Begrippen
Verdovende middelen
Stimulerende middelen
Bewustzijnsveranderende middelen
GHB
XTC
Paddo's
Wiet
Heroïne
Speed
Cocaine
Lachgas
Alcohol
Slide 3 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Nicotine
Koolmono-oxide
Teer
Rokershoest
Verslavende stof
Hecht aan hemoglobine
Minder zuurstof vervoer
Kleeft aan longen
Zwart
Versnelt hartslag
Slide 4 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Al je gewoontes van eten, drinken, slapen, bewegen en ontspannen.
Alcohol, sigaretten, snoep en koffie zijn hier voorbeelden van.
Als je veel alcohol drinkt, ga je je anders voelen.
Als je stopt met het gebruiken van een genotmiddel kun je lichamelijke klachten krijgen zoals hoofdpijn, zweten en trillen.
Je kunt ergens moeilijk mee stoppen.
De verslavende stof in sigaretten.
Deze stof vergroot de kans op longkanker.
leefstijl
ontwenningsverschijnselen
genotmiddelen
Verslaving
aangeschoten
nicotine
teer
Slide 5 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Kortetermijneffect van alcohol
Langetermijneffect van alcohol
Overgeven
Duizeligheid
Dronken
Minder remmingen
Leverbeschadiging
Verslaving
Slide 6 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Tekst
Tekst
Uitscheidingsorganen
Koolstofdioxide en water
Kleurstoffenmedicijnen
alcohol
afvalstoffen
Zouten
water
Water, zouten, overtollige vitaminen, afvalstoffen
Slide 7 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Het glucosegehalte in het bloed is te laag, zet de juiste gebeurtenissen op de goede volgorde
Stap 1
Stap 2
Stap 3
De alvleesklier maakt insuline
De alvleesklier maakt glucagon
De lichaamscellen nemen meer glucose op en de lever en spieren zetten glucose om in glycogeen
De lichaamscellen nemen meer glycogeen op en de lever en spieren zetten glycogeen om in glucose
De lever en spieren zetten glycogeen om in glucose
Glucosegehalte in het bloed daalt
Glucosegehalte in het bloed stijgt
Slide 8 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Zet de juiste onderdelen op de juiste plaats.
De eilandjes van Langerhans maken
Deze verhogen/ verlagen het glucosegehalte
En veranderen dit in
Dit proces andersom gebeurt door:
Insuline
Verhogen
Verlagen
Glycogeen
Glucagon
Slide 9 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Diabetes type 1
Diabetes type 2
Alvleesklier maakt geen insuline
lichaamscellen ongevoelig voor insuline
Slide 10 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Dunne Darm
Lever
Leverslagader
Leverader
Dikke Darm
Poortader
Slide 11 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Alvleesklier geeft ... af
Alvleesklier geeft ... af
Insuline
Glucagon
Slide 12 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
