H 11 ontharen

Ontharen


Beautylevel 1
Hoofdstuk 11

1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ontharen


Beautylevel 1
Hoofdstuk 11

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • (Klassikale) theorie
  • Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

      Verschillende manieren

  • Depileren 
  • Epileren 
  • Definitief ontharen 

11.1 Ontharingstechnieken 


  • Depileren
  • Epileren
  •  Definitief ontharen 

Slide 3 - Tekstslide

Twee verschillende vormen van tijdelijk ontharen


  • Epileren: verwijder je de volledige haar incl de haarwortel.
  • Depileren: verwijder je alleen de bovenkant van de haar, nl de haarschacht.

Slide 4 - Tekstslide

Depileren
Scheren: 
Nat scheren: scheermes
Droog scheren: ladyshave apparaat 

Schuren: 
Schuurpapiertje
Puimsteentje: dit geeft wel irritatie. Heeft ook een peelend effect. Kan alleen op plaatsen waar de hoornlaag dikker is.
 Knippen:  de haren worden stoppelig en bot.
 Ontharings- crème: kan een overgevoeligheidsreactie veroorzaken. Lost de haarschacht op waardoor deze afbreekt. Tast echter ook de hoornlaag aan. 

Slide 5 - Tekstslide

Bij depileren haal je alleen de haarschacht weg

Slide 6 - Tekstslide

Epileren
  • Pincet
Handmatig: gewone pincet, met ronde bek  voor een mindere vaste hand en  schuine bek voor hele korte haartjes.
Automatisch:  snel epileren

  • Harsen
Koude hars: wordt vaak gebruik op de grote oppervlakten. Deze is gebruiksklaar.
Warme hars:  breng je aan met een spatel of kwast of roller. De hars koelt af en stolt. Deze verwijder je met je vingers, behalve de rollerhars; deze verwijder je met een celstofstrip. 

Slide 7 - Tekstslide

Epileren
Bij epileren haal je de haarschacht
 en haarwortel weg

Langdurig resultaat is afhankelijk van
 haargroeifases  

Slide 8 - Tekstslide

Opbouw haar
De haarschacht is de bovenkant van de haar die uit de huid steekt.
Vanuit de haarwortel wordt de haar gevoed 
Het haartje zit in een haarzakje.
De haarbol is de verdikking onderaan de haarwortel. Vanuit de haarpapil krijgt de wortel zijn voeding d.m.v. bloedvaatjes (haarvaatjes). Verder zitten er aan het haartje nog een spiertje en een talgkliertje vast. 

Slide 9 - Tekstslide

4 definitieve ontharingsmethodes
Elektrisch ontharen
 Diathermie methode
  • Dmv warmte. De hoogfrequente wisselstroom wordt naar de haarfollikel geleid (naald), daar wordt een stroomstootje gegeven waardoor warmte ontstaat. Dit veranderd de haarpapil/matrix. De weefseleiwitten daarin coaguleren (stollen) waardoor de voeding naar het haartje word afgesloten.  
  • Je hebt hierin twee vormen: de flash (snel) hoge stroomsterkte, korte tijd)( ½ tot 2 sec) en je hebt de langzame vorm, legere stroomsterkte, langere behandeltijd. ( 4 tot 6 sec) 
  • Dit werkt op de haarpapil 

Slide 10 - Tekstslide

4 definitieve ontharingsmethodes
Elektrisch ontharen
Blend methode (samenvoegen/mengen)
  • Twee verschillende soorten stroom nl. wisselstroom en gelijkstroom. Hierbij wordt ook met een naald gewerkt. Met de wisselstroom gebeurt hetzelfde als bij de diathermie maar door de gelijkstroom komt een chemische reactie vrij waarbij loogvorming/basevorming optreedt. Hierdoor worden de cellen van de wanden van de haarfollikel aangetast. En de wisselstroom versneld dit proces.
  • Dit werkt op de haarfollikel en haarpapil.

Slide 11 - Tekstslide

4 definitieve ontharingsmethodes
Elektrisch ontharen
 Ontharen met lichtflits/lazer.
  • IPL (intens pulsed light) / foto-epilatie. Lichtflitsen worden aan de huid afgegeven. De haar absorbeert het licht via pigment en wordt omgezet in warmte. Als de kiemcellen (in de wortel) opgewarmd zijn, laat de wortel los van de voedingsbodem (bloedtoevoer). Dit duurt 2 tot 4 weken. Niet meteen resultaat. Pas na een aantal behandeling (+_ 3 behandelingen).

Slide 12 - Tekstslide

4 definitieve ontharingsmethodes
Elektrisch ontharen
 Ontharen met lichtflits/lazer.
  • Lazer. Werkt ook als IPL met lichtflits en tegelijkertijd met warmte. Zeer geconcentreerd op een plek. Maar heeft ook een golflengte erbij (het rode lampje) heeft een hoger vermogen dan IPL en kan ook dieper gelegen haartje meteen pakken. Een lazer is duur!

Slide 13 - Tekstslide

Verschil IPL en lazer ontharing
Beide zetten ze licht om in warmte. Een lazer gebruikt licht, warmte en ook de golflengte.  Met een laser kun je dieper in de huid werken. 

Slide 14 - Tekstslide

Begrippen
Wisselstroom: de elektronen wisselen van richting er onstaat warmte. 
Gelijkstroom: de elektronen gaan dezelfde kant op 
Haarfollikel: haarzakje
Coaguleren: wegbranden
Haarpapil: onderin het haarzakje
Chemische reactie: Hierdoor onstaat basevorming. Door basevorming worden de cellen van de wanden van de haarfollikels aangetast.

Slide 15 - Tekstslide

Groeifase
  • Anagene fase / groeifase 
  • Deze fase duurt het langst 
  • (2 tot 25 jaar)
  • Groeisnelheid is 0,3 mm per dag 
  • Mergcellen veranderen in schorscellen 
  • Pigmentvorming van het haar  

Slide 16 - Tekstslide

Groeifase
  • Katagene fase / overgangsfase 
  • Deze fase duurt enkele weken
  • Pigmentvorming neemt af en de haarwortel
  •  wordt kleurloos 
  • Haar zit nog vast  

Slide 17 - Tekstslide

Groeifase
  • Telogene fase / rustfase
  • Deze fase duurt enkele maanden 
  • Het haar ligt los in de follikel 
  • Er wordt een nieuwe haarmatrix gevormd                                (voor het nieuwe haar) 
  • Het oude haar valt uit  

Slide 18 - Tekstslide

Wist je dat?

Alle haarzakjes voor de geboorte worden aangemaakt. 
Elk haar vaak 2 talklieren heeft . 

Slide 19 - Tekstslide

Wist je dat?

  • Het bovenste gedeelte van het haar dat wij zien de haarschacht heet.
  • Elk haar een spiertje heeft
  • Haren niet overal even lang worden






Slide 20 - Tekstslide

Wist je dat?

Er 3 groeifasen zijn in alfabetische volgorde

Slide 21 - Tekstslide

11.2 Gezichtshaar harsen

Slide 22 - Tekstslide

Gezicht harsen
Voor het gezicht zijn er twee manieren om te harsen.
  • Hars uit een roller ( met strip) 
  • Hars uit een harscomfort (met of zonder strip, meestal zonder) 

Let op: de huid in het gezicht is vaak gevoelig(-er) dan het huid op het lichaam.

Slide 23 - Tekstslide

Harskomfoor 
  • Kin
  • Wangen
  • Bovenlip 
  • Kaakgebied 
  • De hars mag niet warmer zijn dan 40 graden
  • Aanbrengen met kwast of spatel
  • Controleer hars aan binnenzijde pols 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

      Verschillende manieren

  • Depileren 
  • Epileren 
  • Definitief ontharen 

11.2
https://beautylevel.nl/Case/966914

Slide 26 - Tekstslide

11.3 Wenkbrauwen epileren
Hierbij spelen de volgende aspecten een rol;
  •  Gezichtsvorm 
  • Vorm, dikte en lengte 
  • Modebeeld 

Je epileert alleen de onderkant van de wenkbrauw. Niet de bovenkant (er zijn natuurlijk uitzonderingen!)

Slide 27 - Tekstslide

Pincetten 

  • Automatische pincet: snel werken
  • Schuinebek: korte haartjes verwijderen
  • Ronde  bek: voor mensen met een minder vaste hand waardoor er minder huidbeschadeingen ontstaan. 

Slide 28 - Tekstslide

Epileren
Bepalen van de dikte van de wenkbrauw.

Dit is afhankelijk van de mode. De basis van de wenkbrauw is breder dan het uiteinde. 

Laat je klant naar boven kijken, vanaf de iris begint de boog. 


Slide 29 - Tekstslide

Epileren
Bepalen van de lengte van de wenkbrauw.

Dit doe je dmv een spatel  tegen de neusvleugel aan te leggen en precies over het binnen- en buiten- ooghoek te leggen.  Dit geeft de natuurlijk lengte aan. 


Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Hangende wenkbrauw 

Epileer de onderzijde van het buitenste degeelte. Met een potlood teken je daarna de ideale vorm van de wenkbrauw.  
Ronde wenkbrauw 

Vaak bij een rond gezicht en bolle ogen. Corriceer je het omlaag hangende deel aan de buitenzijde. 

Slide 32 - Tekstslide

Rechte wenkbrauwen

Paar haartjes epileren aan de bovenzijde. 
Wenkbrauwen met wilde haren

Bij de aanzet mag je wilde haren epileren. Daarna teken je de wenkbrauwen eventueel met potlood bij. 

Slide 33 - Tekstslide

Eisen resultaat 
  • Beide wenkbrauwen zijn symmetrisch 
  • Vormen onder een strakke lijn
  • Haren op neusbrug zijn verwijderd
  • Geen wondjes 

Slide 34 - Tekstslide

11.4 Lichaamshaar harsen
De werkwijze van het harsen op het lichaam werkt in principe hetzelfde als bij het gezicht.

Desinfecteren, aanbrengen en verwijderen doe je op dezelfde manier.
Zorg ervoor dat de lichaamsdelen die je niet behandeld op dat moment het niet koud krijgen, dek deze daarom goed toe.

Slide 35 - Tekstslide

Werkwijze 
  •  Zet de hars tijdig aan! 
  •  Desinfecteer de huid, zorg ervoor dat de huid ook weer helemaal droog is! 
  •  Controleer de hars voor gebruik aan de binnenkant pols voor de temperatuur. 
  •  Breng de hars aan (met de haargroei mee) 
  •  Druk de strip erop of druk aan. 
  •  Span de huid goed op 
  •  Verwijder de hars (met vochtige vingers) of de strip (tegen de haargroei in) 
  •  Desinfecteer de huid 
  •  Kalmeer de huid 

Slide 36 - Tekstslide

Ontharen


Beautylevel 1
Hoofdstuk 11

Slide 37 - Tekstslide

Aandachtspunten
  • Bij dikke/ stugge haren gebruik je een hars op oliebasis, deze heeft een grotere kleefkracht. 
  • Verwijder de hars goed na de behandeling. Er is niets zo vervelend om thuis te komen met harsstukjes nog op je lichaam. 
  • De klant mag geen bodylotion dragen op de plekken die geharst moeten worden. 
  • Geen panty dragen van te voren , dit druk de haren plat 
  • Lange haren eerst korter knippen 
  • De klant kan meehelpen met opspannen. 
  • Bescherm evt kleding (slipje) met tissues 
  • Breng de hars wat dikker aan dan op het gezicht. 
  • Na het harsen: 
  • Geen zonlicht, geen zonnebank en geen deodorant voor 24 uur.  

Slide 38 - Tekstslide

Folliculitis
Ontstekingsreactie van de haarzakjes na het harsen. Er ontstaan kleine etterkopje. Raad je klant aan de huid regelmatig te desinfecteren en geen cosmetische producten aan te brengen! 

Slide 39 - Tekstslide

Wat is GEEN functie van haar?
A
Bescherming tegen zon
B
Warmte
C
Hormoonstelsel goed houden

Slide 40 - Quizvraag

Lanugo haar heeft
A
Pigment
B
Geen pigment

Slide 41 - Quizvraag

Vellus haar is
A
Tijdelijk haar
B
Blijvend haar
C
Donshaar
D
Haar op de embryo

Slide 42 - Quizvraag

Welk haar ontwikkeld zich tijdens de pubertijd?
A
Vellushaar
B
Terminaal haar
C
Intermediair haar
D
Lanugo haar

Slide 43 - Quizvraag

Wat is GEEN terminaal haar
A
hoofdhaar
B
okselhaar
C
baard
D
donshaar

Slide 44 - Quizvraag

Welk 'stofje' bevind zich aan het haarzakje?
A
Zweet
B
Speeksel
C
Talg
D
Pus

Slide 45 - Quizvraag

Wat maakt geen deel uit de haar?
A
Merg
B
Vezellaag
C
Hoornlaag
D
Schuddenlaag

Slide 46 - Quizvraag

Tijdens de Katagene fase...
A
Veranderd vellus haar in terminaal haar
B
Stopt de haargroei
C
Laat de haar los
D
Groeit de haar heel snel

Slide 47 - Quizvraag

Tijdens de Telogene fase..
A
Stopt de haargroei
B
Groeit de haar heel hard
C
Valt de haar uit
D
Veranderd vellushaar in terminaal haar

Slide 48 - Quizvraag

Bij welke methode spreek je van epileren?
A
knippen
B
schuren
C
harsen
D
scheren

Slide 49 - Quizvraag

Welke methode verwijderd alleen de haarschacht?
A
Epileren
B
Harsen
C
Knippen
D
Verwijderen met touwtje

Slide 50 - Quizvraag

Einde
Bladzijde 20 t/m 22

Slide 51 - Tekstslide