4I

WELCOME

• Put your phones in the phone bag
• Take a seat
• Grab your books

Our goal of the day

Learn the present continuous

Distinct the present simple vs present continuous

Schedule

Check homework (exercise 39 (page 33) & exercise 47 (page 39))

Explanation Present continuous

Do exercise 53, 54, 55, 56

First: repetition to be

I  -         (to be)

you/we/they -        (to be)

he/she/it -          (to be) 

PRESENT CONTINUOUS

- iets gebeurt NU => vertaling (er is iets aan het gebeuren)

- Je zegt iets in de irritatievorm met always

HOE SCHRIJF JE HET?

S + verb of TO BE + VERB + ING

I am walking

He is sleeping

They are worrying

Wil je het vragend maken?

=>VERB OF TO BE naar voren

Am I working? 

Are you sleeping? 

Is he flying? 

Wil je het negatief maken?

Voeg not toe aan de VERB OF TO BE

I am not working

We are not fighting

He is not racing    => (eindigt je woord met een e, zoals race, dan doe je de e weg)

Present Simple vs Present Continuous

Present Simple => BFF 

Gewoontes, Facts, Frequency

* SHIT-RULE

Present Continuous => (right) now 

* ING-FORM

Maak 53, 54, 55, 56

page 42, 43, 44, 45