4VWO Perífrasis verbales

4 VWO
programa de hoy:
- corregir: los deberes (Blancanieves)
- explicacion de los perífrasis verbales

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4 VWO
programa de hoy:
- corregir: los deberes (Blancanieves)
- explicacion de los perífrasis verbales

Slide 1 - Tekstslide

"Unas chicas empiezan a bailar"
A: De spelers zijn weg. B: De jonge vrouwen beginnen te dansen. C: De spelers beginnen te overlgeggen. D: De jonge vrouwen beginnen te spelen.
A
De spelers zijn weg.
B
De jonge vrouwen beginnen te dansen.
C
De spelers beginnen te overleggen.
D
De jonge vrouwen beginnen te spelen.

Slide 2 - Quizvraag

"Vuelve a fallar"
A: Hij is goed. B: Hij speelt vals. C: Hij is aan het spelen. D: Hij gooit weer mis.
A
Hij is goed.
B
HIj speelt vals.
C
Hij is aan het spelen.
D
Hij gooit weer mis.

Slide 3 - Quizvraag

Wat betkent: " Los jugadores están calentando"?
A. De spelers spelen. B: De spelers zijn zich aan het opwarmen. C: De spelers zijn aan het kletsen. D: De spelers rennen.
A
De spelers spelen.
B
De spelers zijn zich aan het opwarmen.
C
De spelers zijn aan het kletsen.
D
De spelers rennen.

Slide 4 - Quizvraag

"Los jugadores vuelven a descansar."
A: De spelers spelen weer verder. B: De spelers zijn aan het overleggen. C: De spelers nemen weer een rustpauze. D: De spelers praten met elkaar.
A
De spelers spelen weer verder.
B
De spelers zijn aan het overleggen.
C
De spelers nemen weer een rustpauze.
D
De spelers praten met elkaar.

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

El camino de Santiago
tomar una pista = een weg inslaan
parar = stoppen
la carretera = de weg, de route
faltar = ontbreken, missen
doler = pijn hebben aan
la fuerza = de kracht
pinchar una rueda = een lekke band krijgen
lleno = vol
el albergue = de herberg




Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

¡a trabajar!
  • ga naar It's Learning week 4
  • open: werkblad Perífrasis verbales
  • lees de informatie door en maak oefening A.


marido = man, llorar = huilen, hace rato= sinds een poosje, demasiado = teveel,  ropa sucia = vieze kleding, la gota de agua = druppel water, apetecer = zin hebben in , pasar la aspiradora = stofzuigen

Slide 11 - Tekstslide

Geef het juiste antwoord (perífrasis verbales)

Vertaal correct: Dejo de fumar
A
Hij begon met roken
B
Ik stop met roken
C
Ik ben gewend te roken
D
Hij is al een tijdje aan het roken.

Slide 12 - Quizvraag

Geef het juiste antwoord (perífrasis verbales)

'Acabar a' betekent
A
Net klaar zijn met
B
Beginnen met
C
Stoppen met
D
Doorgaan met

Slide 13 - Quizvraag

Geef het juiste antwoord (perífrasis verbales)

Suelo hacer mis deberes en casa.
A
Ik ben begonnen met mijn huiswerk thuis te maken
B
Ik ben gewend mijn huiswerk thuis te maken
C
Ik ben gestopt met mijn huiswerk thuis te maken
D
Ik maak mijn huiswerk niet meer thuis

Slide 14 - Quizvraag

Hoe zeg je:
'Wij gaan opnieuw luisteren.'

Slide 15 - Open vraag

4

Slide 16 - Video

In deze periode leer je de volgende perifrasis verbales: 
Empezar a + infinitief          beginnen te doen
Volver a + infinitief                weer gaan doen
Ir a + infinitief                          gaan doen 
dejar de + infinitief                stoppen met ...
Seguir sin + infinitief            doorgaan zonder te ...
Seguir + gerundio                  doorgaan met...


Slide 17 - Tekstslide

beginnen te doen 
weer gaan doen
stoppen met...
doorgaan met 

empezar a...
volver a ...
dejar de...
seguir + gerundio

Slide 18 - Sleepvraag

IR a + infinitief: 
Mañana voy a hacer los deberes.
Morgen ga ik mijn huiswerk maken

TENER que + infinitief:
Tengo que trabajar a las 6.
Ik moet om 6 uur werken

ESTAR + gerundio: 
Estoy comiendo un bocadillo de jamón con queso. 
Ik ben een broodje ham-kaas aan het eten

Slide 19 - Tekstslide

Wat zijn "perífrasis verbales"?
Een perífrasis verbal is een constructie van een werkwoord dat je vervoegt en een vorm die je niet vervoegt. Het Spaans kent veel werkwoordsconstructies met de infinitief of de Gerundio:


Slide 20 - Tekstslide