Herhaling H1

Vooraf
rules!
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
  • De telefoon blijft in de tas, broekzak (o.i.d) tenzij anders wordt aangegeven.
timer
3:00
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
gsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vooraf
rules!
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
  • De telefoon blijft in de tas, broekzak (o.i.d) tenzij anders wordt aangegeven.
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Leerwerk Toetsweek
Tijdvakken, Industriële Revolutie, §1.1 t/m §1.5
(ook periodes en kenmerkende aspecten)


Extra: lessonup's (ELO), maak een samenvatting!

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Verklaar hoe de toevoeging van 'stikstof' aan de grond het einde betekende voor het 'drieslagstelsel'

Slide 4 - Open vraag

Welke van deze kenmerken is niet van belang voor het ontstaan van een industriële samenleving
A
Hoge urbanisatie.
B
Uitvinding van de stoommachine
C
Toename in voedselproductie
D
Stemrecht voor mannen

Slide 5 - Quizvraag

Enclosure movement: land van arme boeren wordt (gedwongen) opgekocht door rijke ondernemers (land eigenaren). gevolgen: grote stukken land komen in handen van enkele rijke mensen. De arme bevolking heeft geen keus dan naar de stad te trekken.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Waarom liep de Nederlandse industriële ontwikkeling achter op de andere Europese landen?
A
De stoommachine was in Nederland nog niet uitgevonden
B
Nederland had minder natuurlijke grondstoffen voor de fabrieken
C
De huisnijverheid was veel belangrijker dan fabrieksnijverheid
D
Nederland was niet een belangrijk handelsland, waardoor de noodzaak er niet was.

Slide 8 - Quizvraag

La Belle Epoque
De mooie eeuw

Vooruitgangsgeloof
Het idee dat het leven steeds beter wordt; gloeilamp, stoommachine, elektriciteit, etc.


Slide 9 - Tekstslide

Op welke manier heeft La belle Epqoue en het vooruitgangsgeloof, de Europese grootmachten juist dichter bij een wereldoorlog gebracht?

Slide 10 - Open vraag

Nationalisme
Militarisme
Bondgenootschappen
Kolonialisme

Slide 11 - Tekstslide

Welke van deze oorzaken heeft het meest bijgedragen aan het ontstaan van Eerste Wereldoorlog?
Nationalisme
Militarisme
Bondgenootschappen
Kolonialisme

Slide 12 - Poll

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Was het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog een bedoeld of onbedoeld gevolg van de moordaanslag?
A
Bedoeld
B
Onbedoeld

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Na de eerste wereldoorlog wordt Duitsland als enige schuldige aangewezen. Aan de hand van welke gebeurtenis beargumenteerd men dat?
A
De Blanco Cheque aan Oostenrijk-Hongarije
B
Het binnen vallen van België
C
De oorlogsverklaring aan Frankrijk en Rusland
D
De moord op Franz Ferdinand

Slide 17 - Quizvraag

Wat wilde Duitsland voorkomen met het Von Schlieffenplan?
A
Een twee frontenoorlog
B
Dat Frankrijk zijn leger in gereedheid kon brengen
C
Dat België Duitsland de oorlog verklaarde
D
Dat Frankrijk zijn Maginotlinie kon uitbreiden

Slide 18 - Quizvraag

Moderne oorlogsvoering
Traditionele oorlogsvoering

Slide 19 - Tekstslide

Welke uitvinding zorgde ervoor dat de 'traditionele oorlogsvoering' niet meer werkte tijdens de Eerste Wereldoorlog
A
De tank
B
De loopgraven
C
Het machinegeweer
D
Gifgas

Slide 20 - Quizvraag

Oorzaak / gevolg
Oorzaak: het machinegeweer
Gevolg: Loopgraven

In plaats van een korte heldhaftige strijd, een lange traumatische oorlog

Slide 21 - Tekstslide

Op de afbeelding zie je blije Duitse soldaten op weg naar het het front in 1914.

Verklaar het optimisme van de soldaten; gebruik in je antwoord: vooruitgangsgeloof.

Slide 22 - Open vraag

Keerpunt 1
Keerpunt 2
Het zinken van de Lusitania
De Russische revolutie
Amerika was neutraal, maar bevooraade de geallieerden in het geheim. Onder verdenking van een wapentransport werd de Lusitania (passagiersschip) getorpedeerd door een Duitse onderzeeër. Dit gaf de doorslag voor Amerika om actief mee te doen aan de oorlog.
In 1917 breekt de Russische revolutie uit en niet veel later trekken de Russen zich terug uit de Eerste Wereldoorlog. Nu hoeft Duitsland zich nog maar op één front te focussen

Slide 23 - Tekstslide

Welke van deze twee keerpunten was uiteindelijk doorslaggevend?
A
Keerpunt 1: Lusitania
B
Keerpunt 2: Russische Revolutie

Slide 24 - Quizvraag

10%
80%
90%
Serfdom
Absolute macht
Geheime dienst
Edelen

Slide 25 - Sleepvraag

Rusland pre Eerste Wereldoorlog
  • Late industrialisatie
  •  Rijkdom bij klein deel van de bevolking
(Hierdoor blijft een land als geheel arm)

  • Oorlog tegen Japan toont de zwakte van Rusland
  • Gevolg: Hongersnood in Rusland

  • Armen vragen de Tsaar om hulp

Reactie? 
De Tsaar laat zijn soldaten het vuur openen op de mensen

Slide 26 - Tekstslide

Rusland tijdens de Eerste Wereldoorlog
  • Situatie verslechterd door de oorlog; meer hongersnood en armoede.
  • Eerste volksopstand februari revolutie (1917)

  • De Tsaar treed af en Rusland wordt een republiek

  • Grote vraag: Wie heeft de macht? sovjets?

Slide 27 - Tekstslide

Rusland post Eerste Wereldoorlog
  • Lenin komt terug uit zijn verbanning, hij is er van overtuigd dat de (wereldwijde) revolutie op het punt staat te beginnen (communisme) Oktober revolutie (1917)

  • Plan: Een (tijdelijke) dictatuur vormen, waarbij zijn partij in naam van de arbeider regeerde. Kapitalisme en Privébezit van  productiemiddelen afschaffen.
  • Doel: een gelijke samenleving creëren waar bezit geen rol speelt.
  • Conclusie: Schrikbewind, Dictatuur, Geheime diensten, concentratiekampen, staats leger en meer bureaucratie

  • Definitief einde aan Tsaren; moord op de Romanov familie
  • Na een burgeroorlog wordt in 1922 de Sovjet unie uitgeroepen

Slide 28 - Tekstslide

Na de oktober revolutie in 1917 besloot Rusland vrede te sluiten met Duitsland. Bedenk een reden waarom ze dit zouden doen.

Slide 29 - Open vraag

Noord-Sleeswijk aan Denemarken
Malmedy aan België
Elzas-Lotharingen (rijk mijngebied) dat Duitsland tijdens de Frans-Duitse oorlog van 1870 had veroverd, moest worden teruggegeven.
West-pruisen (de militaire trots van Duitsland) werd aan Polen gegeven.
Verdrag van Versailles
1. Gebiedsinperking
2. Koloniën afstaan
3. Ontwapenen (leger van 100.000 man, geen vliegtuigen, kleine marine)
4. Herstelbetalingen (296 miljard in 42 jaar)
Met hulp van Amerikaans geld
5. Schuldvraag Duitsland en bondgenoten werden als enige schuldige aangewezen; Duitsland werd de hoofdschuldige.
6. Blokkade van buitenlandse handel

7. Oprichting van de volkenbond om te voorkomen dat er ooit weer een oorlog zou komen...

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Zelfbeschikkingsrecht
" Niet voor eigen belang, maar voor vrede, recht en democratie"

Woodrow Wilson  28e president van Amerika



Zelfbeschikkingsrecht: Recht van een volk om zelf te bepalen bij welke staat zijn gebied hoort en hoe deze staat bestuurd wordt.

Onder het mom van nationalisme worden staten zelfstandig

Slide 32 - Tekstslide

Leg uit hoe het zelfbeschikkingsrecht er voor heeft gezorgd dat etnische spanning nog steeds bleven bestaan.

Slide 33 - Open vraag

Voor 1914
Na 1919
Oostenrijk en Hongarije zijn twee aparte landen
Creatie van de multinationale staat Joegoslavië (Kroaten, Slovenen en Serven)
Creatie van de multinationale staat Tjecho-Slowakije (Tjechië en Slowakije)
Creatie van de Polen

Slide 34 - Tekstslide

Hoe neutraal was Nederland?
  • Vliegtuig bouwer Fokker verkoopt (superieure) vliegtuigen aan de Duitsers.

  • De Nederlandse Mata Hari spioneert zowel voor Frankrijk als voor Duitsland

  • Nederland biedt onderdak aan de Duitse Keizer Wilhelm na de Eerste Wereldoorlog (en weigert hem uit te leveren)

  • Duitsland kan nog handelen via Nederlandse havens

Waarom dan toch niet Nederland bezetten?
Liever deze situatie, dan een oorlog om Nederland of een Duitse bezetting.

Slide 35 - Tekstslide

Toch kreeg Nederland wel degelijk te maken met de oorlog? Op welke manieren kreeg Nederland allemaal te maken met de oorlog?

Slide 36 - Open vraag

Gevolgen voor Nederland
  • Mobilisatie leger: 200.000 man

  • Schaarste en handelsverboden; minder steenkool > minder industrie

  • Voedsel en brandstof op rantsoen; op de bon.

  • De zwarte markt wordt populair.

Slide 37 - Tekstslide

Leg uit wat de tekenaar probeert te zeggen met deze prent; gebruik beeldelementen

Slide 38 - Open vraag

Slide 39 - Tekstslide