Present simple - negations and questions

Present simple:
negations and questions

(ontkenningen en vraagzinnen)
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Present simple:
negations and questions

(ontkenningen en vraagzinnen)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Write this 
in your 
notebook! 

Slide 2 - Tekstslide

 My friend wants to be a teenager.
Does my friend want to be a teenager?

am is are ----  to be

My friend is a teenager.
Is my friend a teenager?
Write this in your notebook! 
PRESENT SIMPLE: QUESTIONS
Bij vragen begint de zin met Do of Does

I feel good. -> Do you feel good?
He looks happy. -> Does he look happy? 

Let op: omdat we does hebben gebruikt, zetten we GEEN s meer achter het werkwoord. He looks -> Does he look ...

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

________ you like pizza?

A
Do
B
Does

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

_________ she play tennis?
A
Do
B
Does

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

_______ they like chocolate?
A
Do
B
Does

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

_______ your father have a red car?
A
Do
B
Does

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

_______ he live in London?
A
Do
B
Does

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Turn the sentence into a question:
Jack likes English

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Turn the sentence into a question:
We practice grammar a lot.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Turn the sentence into a question:
He talks a lot with his classmates.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Next topic! 
Negations - ontkenningen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Write this in your notebook
PRESENT SIMPLE: NEGATIONS
Bij ontkenningen zetten we een vorm van to do + not tussen het onderwerp en het werkwoord.

I feel good. -> I do not / don't feel good.
He looks happy. -> He does not / doesn't look happy.

Let op: omdat we het werkwoord does  gebruiken, zetten we GEEN s meer achter het werkwoord. He looks happy -> He doesn't look happy 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

present simple negation:
We ..... (to like) school that much.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

present simple negation:
James and Sarah ..... (to wait) for eachother.

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

present simple negation:
She ..... (to talk) a lot.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

present simple negation:
We ..... (to like) the cold weather.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

present simple negation:
Mrs. Bamarni ..... (to watch) horror movies.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Write 2 sentences about things that you don't like

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Write 2 sentences about things your mom or dad doesn't like

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

DONE! 
You now know how to form negations and questions. 
(ontkenningen en vragen) 


Go to stepping stones online and make the "extra opdrachten" to practice some more 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies