3HV - Les 5 - Presente perfecto

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2,3

Programa

1. Controlamos los deberes
2. Presente Perfecto
3.  Comunicación
4. Deberes

Controlamos los deberes

ESTUDIAR (=leren):

- Verbos Repaso 1-60 NL-SP

Perfecto (v.t.t)

Wat weet je nog over de Perfecto in het Spaans?

1. Hoe maak je de Perfecto?

2. Zijn er uitzonderingen?

-AR ->ADO            -ER/-IR -> IDO

Perfecto

1. Het voltooid deelwoord staat ALTIJD samen met het hulpwerkwoord HABER. 

HE hablado, HAS hablado, HA hablado, etc.

Ik heb gesproken met Juan: 

He hablado con Juan. 

Maar nooit: He con Juan hablado

2. ww heeft 2 klinkers naast: LEER, TRAER, CAER. 

--> een accentje op de í bij ído: LEER - leído, TRAER - traído, CAER - caído

 

Perfecto (wederkerende ww)

Werkwoorden die op -SE eindigen in presente perfecto:

1. SE haal je van het hele werkwoord af en plaats helemaal voorin. 

vervoeging: me, te, se, nos, os, se 

2. het hulpwerkwoord HABER (he, has, ha, hemos, habéis, han) blijft voor het voltooid deelwoord staan. 

vb.

LEVANTARSE

ME HE LEVANTADO

Perfecto (uitzonderingen)

romper    --> roto

abrir        --> abierto

escribir    --> escrito

poner      --> puesto

ver           --> visto

decir        --> dicho

volver      --> vuelto

hacer       --> hecho

freír         --> frito

morir       --> muerto

ser           --> sido

ir              --> ido

Perfecto

Página 12, ejercicio 5

Comunicación

Página 13, ejercicios 1,2,3,4

Ej 1

Ej 2.1

Ej 2.2

Ej 2.3

Ej 2.4

Ej 2.5

Ej 2.6

Verbuga Spaans

Venir

Cerrar

Jugar

Dormir

Hacer

Ir

Tener

Ser

Querer

Deberes

ESTUDIAR (=leren):

alles voor SO

Lezen & luisteren

Verbos (ww) Compañeros 1 (via Quizlet 1-80)

Ser , Estar, Hay (Vervoegen en Toepassen)

Presente regelmatige ww (-AR, -ER,-IR)

Onregelmatige ww: venir, cerrar, jugar, dormir, hacer, ir

Wederkerende ww

Presente perfecto: regelmatige en onregelmatig