KommaWat: Een klein haakje onderin de zin.
Hoe:
- Tussen twee persoonsvormen.
Als je de grens overgaat, moet je een paspoort meenemen.
- Voor voegwoorden (maar niet voor en) zoals: omdat, want, maar, terwijl, daardoor.
Jens gaat naar Zweden, omdat hij aan een toernooi meedoet.
- Tussen delen van een opsomming.
De Benelux bestaat uit België, Nederland en Luxemburg.