Week 37 - Rekonomie deel 3 + herhaling

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Programma

  1. Terugblik vorige les
  2. Leerdoelen
  3. Rekonomie deel 3
  4. Herhaling
  5. Toets opgeven
  6. Afronding

Slide 2 - Tekstslide

Formatieve evaluatie VERPLAATST
Formatieve evaluatie
  • Stof: Rekonomie
  • Datum: week 39 (24 september)
  • Tijdsduur: 60 minuten
  • Benodigdheden: pen, potlood, gum, liniaal of geodriehoek en een rekenmachine

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze lessenserie ben je in staat om rekenkundige kennis toe te passen in verschillende economische contexten.

Slide 4 - Tekstslide

Rekonomie deel 3
Onderdelen die deze les centraal staan
  • Het tekenen van grafieken

Slide 5 - Tekstslide

Rekonomie deel 3 - Budgetlijn
  • Budget: € 30,00
  • Fles drinken: € 2,00
  • Zak chips: € 1,00

Slide 6 - Tekstslide

Rekonomie deel 3 - Grafieken (TO & TK)
Gegeven:
  • Totale omzet (TO) = 120Q  
  • Totale kosten (TK) = 50Q + 70.000
  • Totale winst (TW) = TO - TK
  • Kostprijs (GTK) = TK / Q
  • Waarbij: TO, TK, TW en GTK in euro's (€) 
  • en Q in stuks

Slide 7 - Tekstslide

Rekonomie deel 3 - Grafieken tekenen (QA & QV)
Het tekenen van grafieken --> NOTEER AANTEKENINGEN!
Vraag (Qv) en aanbod (Qa)
  • Evenwichtsprijs (Pe): Qa = Qv
  • Evenwichtshoeveelheid (Qe): Pe invullen in Qa of Qv
  • Maximale betalingsbereidheid: Qv = 0
  • Minimale leveringsbereidheid: Qa = 0


Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Wat? Rekonomie Deel 3 - (Opgave 45 t/m 47) 
  • Hoe? Overleggen mag (fluisteren!)
  • Hoelang? 20 minuten
  • Klaar? Nakijken!
timer
20:00

Slide 9 - Tekstslide

Formatieve evaluatie VERPLAATST
Formatieve evaluatie
  • Stof: Rekonomie
  • Datum: week 39 (24 september)
  • Tijdsduur: 60 minuten
  • Benodigdheden: pen, potlood, gum, liniaal of geodriehoek en een rekenmachine

Slide 10 - Tekstslide

Bereken hoeveel 300 miljoen x 4.000 is. Noteer je antwoord in miljarden.

Slide 11 - Open vraag

Tim haalt een 6,748, maar het cijfer wordt afgerond op één decimaal. Rond het toetscijfer juist af.

Slide 12 - Open vraag

Lucas krijgt 10 euro zakgeld per week. Hoeveel krijgt hij per maand? Noteer als 12,34 (zonder euroteken)

Slide 13 - Open vraag

De prijs van een frikandelbroodje is in een half jaar tijd gedaald van € 1,20 naar € 0,85. Bereken hoeveel procent de prijs is gedaald (noteer als 1,2%)

Slide 14 - Open vraag

John verdient € 2.844 per maand. Els verdiende € 2.600 per maand met haar baan, maar zij heeft nu een uitkering waarmee zij 70% van haar oude inkomen aan uitkering krijgt. Bereken het totale jaarinkomen van John en Els samen. Noteer als 12,34 (zonder euroteken)

Slide 15 - Open vraag

Aan het einde van het jaar ontvangt Luuk € 123,45 aan rente. Het rentepercentage is 1,3%. Bereken hoeveel geld Luuk aan het begin van het jaar op zijn spaarrekening had staan. Let op! Noteer als geldbedrag zonder euroteken!

Slide 16 - Open vraag

Formatieve evaluatie VERPLAATST
Formatieve evaluatie
  • Stof: Rekonomie
  • Datum: week 39 (24 september)
  • Tijdsduur: 60 minuten
  • Benodigdheden: pen, potlood, gum, liniaal of geodriehoek en een rekenmachine

Slide 17 - Tekstslide