In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Wat is seksualiteit?
A
De manier waarop je seks ervaart
B
Geslachtsverkeer
C
Geslachtsdrift
D
menselijke gevoelens en handelingen die een rol spelen bij lust en opwinding
Slide 1 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen gender en geslacht?
A
Gender is hoe je geboren wordt. Geslacht is hoe jij jezelf identificeert
B
Gender is hoe jij jezelf identificeert. Geslacht is hoe je geboren wordt.
Slide 2 - Quizvraag
Wie is transgender?
A
Iemand die zich graag kleedt als iemand van een ander geslacht dan dat ze bij de geboorte kregen.
B
Iemand die zich niet thuis voelt bij het geslacht dat hij / zij bij de geboorte kreeg.
Slide 3 - Quizvraag
Startopdracht: herhalingsvragen
2mh6 - 4.1 t/m 4.4 over voortplanting en seksualiteit
1. Typ in je browserbalk:
forms.office.com/e/Q7ns3vYHgj
hoofdletters en kleine letters maken uit!
2. Log in met je mailadres en wachtwoord.
3. Start de test (dit duurt ca 5-10 min). Klaar? Lees blz 46 tot 51 van je werkboek.
timer
10:00
Slide 4 - Tekstslide
P
Deze les gaan we....
... een oefentoets maken (10 min)
... uitleg 4.4 met LessonUp doen (10 min)
... opgaven noteren (hw of pt) (5 min)
... afrondende vragen maken (leerdoelen) (5 min)
Op je tafel:
- Laptop
- Plenda
- Werkboek open op blz 51
- Pen of potlood
Slide 5 - Tekstslide
Veilig vrijen
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Lesdoel
Je kunt verschillende vormen van anticonceptie noemen en vertellen hoe ze zwangerschap voorkomen.
Je kunt twee soa's noemen en uitleggen hoe je die kunt voorkomen.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
• Periodieke onthouding
• Coïtus interruptus
'Voor het zingen de kerk uit'
Onbetrouwbare methoden!
Slide 13 - Tekstslide
Betrouwbaar: condoom
Een condoom is een hoesje van dun rubber.
Nadeel: vrijen moet onderbroken worden.
Voordeel: condoom beschermt ook tegen ziekten.
Gebruik een condoom maar 1 x
Slide 14 - Tekstslide
Betrouwbaar: De pil
De pil bevat hormonen. De pil zorgt ervoor dat er geen eisprong meer is.
De pil moet dagelijks worden ingenomen. (3 weken lang)
De pil werkt NIET tegen Soa's.
Slide 15 - Tekstslide
Toch zwanger
2 manieren van afbreken zwangerschap:
Morning-after-pil
Abortus
Slide 16 - Tekstslide
Wat zijn soa's?
SOA: seksueel overdraagbare aandoening
Slide 17 - Tekstslide
Enkele voorbeelden van soa's
Slide 18 - Tekstslide
Chlamydia
SOA: Chlamydia
Chlamydia is een soa die wordt veroorzaakt door een bacterie en kan een ontsteking veroorzaken.
Deze komt vooral voor in de urinebuis en baarmoederhals.
Chlamydia is goed te bestrijden met antibiotica. Zonder behandeling kan chlamydia leiden tot onvruchtbaarheid.
Tijdens onveilige seks kun je deze soa overdragen.
Slide 19 - Tekstslide
SOA: HIV
HIV: dit is het virus wat uiteindelijk aids veroorzaakt
Seropositief: je bent besmet met het HIV-virus, maar hebt nog geen aids
Slide 20 - Tekstslide
Parktijd of huiswerk
Wat: Maken 1 t/m 3 en 5 t/m 10 van 4.5
Hoe: in je boek
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Lesdoel
Je kunt verschillende vormen van anticonceptie noemen en vertellen hoe ze zwangerschap voorkomen.
Je kunt twee soa's noemen en uitleggen hoe je die kunt voorkomen.
Slide 23 - Tekstslide
Welke voorbehoedsmiddelen werken met hormonen?
A
Condoom
B
Pil
C
Nuvaring
D
Spiraaltje
Slide 24 - Quizvraag
Wat is een ander woord voor voorbehoedsmiddelen?
A
antiperistaltiek
B
anticonceptie
C
antibiotica
D
antidepressiva
Slide 25 - Quizvraag
Welke voorbehoedsmiddelen ken je?
Slide 26 - Open vraag
Een betrouwbare manier om geen kinderen te krijgen is coïtus interruptus.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 27 - Quizvraag
Met welke voorbehoedsmiddelen kun je een SOA voorkomen?
A
De Pil
B
Het condoom
C
Het vrouwencondoom
D
Het Spiraaltje
Slide 28 - Quizvraag
De pil en het condoom zijn betrouwbare voorbehoedsmiddelen tegen soa's.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 29 - Quizvraag
Chlamydia
Aids
Veel mensen hebben geen klachten
Kans op onvruchtbaarheid
Wordt veroorzaakt door een bacterie
Wordt veroorzaakt door een virus
Slide 30 - Sleepvraag
Welke van de onderstaande voorbehoedsmiddelen of methoden van geboorteregeling is het minst betrouwbaar om zwangerschap te voorkomen?
A
coïtus interruptus
B
de anticonceptiepil
C
geen geslachtsgemeenschap hebben
D
het condoom
Slide 31 - Quizvraag
Drie voorbehoedsmiddelen zijn de pil, het condoom en de NuvaRing. Bij welke van deze voorbehoedsmiddelen berust de werking op het voorkomen van ovulatie?
A
Bij de pil
B
Bij de pil en condoom
C
Bij de pil en de NuvaRing
D
Bij alle drie
Slide 32 - Quizvraag
Is een condoom een veilige methode van anticonceptie?
A
Ja
B
Nee
Slide 33 - Quizvraag
Juist of onjuist? De eerste keer geslachtsgemeenschap hoef je geen condoom of anticonceptie te gebruiken
A
Juist
B
Onjuist
Slide 34 - Quizvraag
Hoe kun je een SOA voorkomen?
A
Met de anticonceptie pil.
B
Goed wassen na de seks.
C
Door het slikken van antibiotica.
D
Door een condoom te gebruiken tijdens het vrijen.
Slide 35 - Quizvraag
Welk type voorbehoedsmiddel is hier weergegeven?
A
hormoonspiraaltje
B
sterilisatie
C
vrouwencondoom
D
Slide 36 - Quizvraag
Wat gebeurt er bij sterilisatie van de vrouw?
A
De eierstokken worden onderbroken.
B
De eileiders worden onderbroken.
C
De urineleiders worden onderbroken.
D
De eierstokken worden verwijderd.
Slide 37 - Quizvraag
Wat is waar over sterilisatie?
A
Ingreep is minder ernstig bij mannen dan bij vrouwen .