In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Picture of what you did during this holiday:
Slide 2 - Open vraag
Grammar repetition
possession
past simple / past continuous
much/many, little/few
wederkerend voornaamwoord
some & any
present perfect
Slide 3 - Tekstslide
Possession
Enkelvoud: 's aan het einde van een woord
Linda's car, Bobby's house, My friend's mother
Meervoud eindigend op -s: alleen '
Meervoud eindigend op anders dan -s: 's
the sisters' secret, the boys' lockers, my friends' bracelets
the people's names,
Slide 4 - Tekstslide
My best friends bought a dog together.
A
my best friend's dog
B
my best friend dog
C
my best friends' dog
D
my best friends's dog
Slide 5 - Quizvraag
past simple
iets is helemaal afgelopen
vorm:
regelmatig ww = + ed
onregelmatig ww = 2e rijtje
signaalwoorden:
yesterday, last month, earlier, when I was little
walk --> walked
go --> went
Slide 6 - Tekstslide
Yesterday we ... (to go) to the supermarket together. Last week I ... (to buy) some flowers for my sister.
A
went
buyed
B
went
bought
C
went
baught
D
were going
was buying
Slide 7 - Quizvraag
past continuous
twee activiteiten gebeuren tegelijk in het verleden, één daarvan duurt langer dan de andere
vorm:
to be (was/were) + werkwoord + ing
signaalwoorden: while, when
She was teaching when he interrupted her.
She was walking the dog while I was having a bath
Slide 8 - Tekstslide
He ... (to teach) when my classmate ... (to come in) late.
A
went teaching
comed in
B
was teaching
was coming in
C
was teaching
came in
D
went teaching
came in
Slide 9 - Quizvraag
much/many & little/few
much/many (veel), little/few (weinig)
- telbare woorden: many & few many or few tables, chairs, children, cars, ideas, etc - ontelbare woorden: much much or little money, air, water, inspiration, etc
a little (een beetje) / a few (een paar)
Slide 10 - Tekstslide
They spoke ... (little/few) English. How ... (much/many) time is left?
A
little
much
B
little
many
C
few
much
D
few
many
Slide 11 - Quizvraag
wederkerend voornaamwoord
I hit
You hit
He hit
She hit
It hit
We hit
They hit
myself
yourself
himself
herself
itself
ourselves
themselves
Slide 12 - Tekstslide
They were dancing by ...
A
theirselves
B
themselves
C
themself
D
theirselve
Slide 13 - Quizvraag
some & any
betekent allebei: enige / enkele / een paar
bevestigende zin --> some
ontkennende zin --> any
vragende zin --> any, tenzij je 'ja' als antwoord verwacht
Slide 14 - Tekstslide
You can't buy ... alcohol in this cafe.
A
some
B
any
Slide 15 - Quizvraag
present perfect
iets is begonnen in het verleden, maar is nog bezig of je ziet nog resultaat
vorm:
have/has + voltooid deelwoord
(regelmatig: ww + ed
(onregelmatig: ww in derde rijtje)
signaalwoorden:
FYNE JAS (For, Yet, Never, Ever, Just, Already, Since)
Slide 16 - Tekstslide
present perfect
I have lost my bathing suit, now I can't go swimming.
(in het verleden begonnen, nu resultaat)
We have lived in Doetinchem since I was born.
(in het verleden begonnen, nu nog steeds bezig)
Slide 17 - Tekstslide
They ... already ... their rucksacks.
A
have
packed
B
had
packed
C
have
packt
D
has
packed
Slide 18 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen the past simple en the past continuous?
A
P.S. is helemaal afgelopen en P.C. niet
B
P.S. is in het verleden en P.C. in de toekomst
C
P.S. is nog niet helemaal afgerond, P.C. wel
D
P.S. staat nog te gebeuren en P.C. is nog bezig
Slide 19 - Quizvraag
Maak je keuze!
woordjes leren (volgende week SO)
verder werken aan taalportfolio
Slide 20 - Tekstslide
Maak hier je keuze voor het resterende deel van de les:
Woordjes leren
Verder werken aan taalportfolio
Slide 21 - Poll
Beschrijf wat je precies gaat doen, wees specifiek!
Slide 22 - Open vraag
Vocabulary unit 5
You will create mnemonics (ezelsbruggetjes) to remember the vocabulary better.
You can do this together with your buddy, or by yourself!
Slide 23 - Tekstslide
''Ik heb er vertrouwen in dat ik een voldoende haal voor de toets over de grammatica die ik vandaag herhaald heb.''
😒🙁😐🙂😃
Slide 24 - Poll
''Ik vond het zelfstandig werken prettig.''
😒🙁😐🙂😃
Slide 25 - Poll
''Ik ga een voldoende halen voor het woordjes SO van volgende week!''