In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
BU module
Slide 1 - Tekstslide
Huiswerk - hoe ging het?
Slide 2 - Tekstslide
Planning maken
Slide 3 - Woordweb
Wanneer is een planning goed?
Slide 4 - Open vraag
Planning maken
De tijdgestuurde methode -> welke tijd heb ik?
De prioriteitgestuurde methode -> wat is nu belangrijk?
De eindgestuurde methode -> wanneer moet wat af zijn?
Wanneer begin je? / Waarvoor ga je plannen?
Hoe ver vooruit is de planning?
Hoeveel ruimte houd je open?
Is het specifiek, meetbaar, realistisch, relevant en tijdgebonden?
Slide 5 - Tekstslide
Tijdgestuurde methode
Vul per dag in hoeveel tijd alles wat je al doet kost.
Zorg dat je zoveel mogelijk invult zodat je zo duidelijk mogelijk hebt welke ruimte er nog is.
Geef jezelf ruimte - ontspanning is ook belangrijk!
Kijk hoeveel tijd er over is en maak een apart overzicht van wat je in die tijd gaat doen.
Je weet dat er verder geen tijd is, dus het moet dan wel!
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Prioriteitgestuurde methode
Maak een lijst in 4 vakken verdeeld:
Bepaal wat belangrijk is (boven / onder).
Bepaal wat urgent is (links / rechts)
1 doe je gelijk, 2 plan je in en 3/4 doe je vooral niet. Kan een ander het doen?
Slide 8 - Tekstslide
Prioriteitgestuurde methode
Wanneer is het belangrijk: Toetsen? Handelingsdelen? Huiswerk? Sport? Klusjes? Netflix?
Wanneer is het urgent: Morgen? Volgende week? Over een jaar? Hoe groot is de toets / leerstof?
Vul zoveel mogelijk activiteiten in.
Werk deze lijst elke dag even bij (kan dit digitaal?)
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Eindgestuurde methode
Kijk allereerst naar wanneer iets af moet zijn.
Kijk vervolgens naar hoeveel tijd dit gaat kosten.
Deel het door het aantal dagen dat je tijd hebt. Telt een weekend mee? Welke dagen sport je? Heb je daarvoor tijd? Zelfde met werken? Haal zoveel mogelijk twijfelgevallen weg voordat je deelt.
Dit geeft aan hoe lang je ermee bezig moet zijn per dag.
Dit is wat je vervolgens gaat inplannen. Houd bij hoeveel tijd je aan de taak hebt besteed. Als er iets onverwachts gebeurt, pas de benodigde tijd aan! Bekijk dit elke dag opnieuw.
Slide 11 - Tekstslide
Wanneer is de deadline?
Aantal dagen over
Hoeveelheid tijd nodig
Tijd : dagen over
Hoeveelheid tijd per dag nodig
Slide 12 - Tekstslide
Wat voor planning?
Je hebt nu een manier om te beginnen, een overzicht van hoeveel je op een dag al doet, een manier om prioriteit toe te wijzen, of een hoeveelheid die je per dag moet besteden.
De eerste vraag is nu: wat gebruik je hiervoor?
Papieren agenda? - Meer bewust plannen.
Ander fysiek overzicht op papier? - Vooral voor korte termijn mooi.
Outlook agenda? - Verbonden met school, makkelijk aanpassen.