1A1 - 16 april (zelfstandig)

1A1 - Donderdag 16 april
Nodig:
- iPad
- Oortjes of koptelefoon
- Etui
- Leerboek blz. 83
- Werkboek blz. 54
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

1A1 - Donderdag 16 april
Nodig:
- iPad
- Oortjes of koptelefoon
- Etui
- Leerboek blz. 83
- Werkboek blz. 54

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
  • Herhalingsvragen
  • Uitleg
  • Filmpje
  • Checkvragen
  • Werkboek 

Slide 2 - Tekstslide

Herhalingsvragen
Check vragen

Slide 3 - Tekstslide

Welk begrip?
"Een rijk dat bestaat uit een oorspronkelijke staat en een verzameling onderworpen staten."
A
Proletariër
B
Princeps
C
Imperium
D
Forum

Slide 4 - Quizvraag

In welke werelddelen lag het Romeinse Rijk?
A
Europa, Afrika en Scandinavië
B
Afrika, Midden-Oosten en Europa
C
Midden-Oosten, Azië en Europa
D
Azië, Europa en Afrika

Slide 5 - Quizvraag

Tijdens welke periode was het Romeinse Rijk een republiek?
A
753 v.C. tot 500 v.C.
B
500 v.C. tot 27 v.C.
C
27 v.C. tot 476 n.C.
D
12 mei 1991 n.C. tot 16 april 2020 n.C.

Slide 6 - Quizvraag

Tijdens welke periode was het Romeinse Rijk een keizerrijk?
A
753 v.C. tot 500 v.C.
B
500 v.C. tot 27 v.C.
C
27 v.C. tot 476 n.C.
D
12 mei 1991 n.C. tot 16 april 2020 n.C.

Slide 7 - Quizvraag


Koninkrijk?


  • De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest, hoewel daar erg weinig over bekend is.

  • En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
§5.2 'De Romeinen en hun bestuurders
NIEUW

Slide 8 - Tekstslide

Sociale piramide
1. Patriciërs 
Een groep rijke families.
Hadden alle belangrijke banen in het bestuur. 

2. Plebejers
Alle andere vrije Romeinen. 
Zij konden heel arm en heel rijk zijn.

3. Slaven
1.
2.
3.

Slide 9 - Tekstslide

500 v.C. - 27 v.C.
In deze periode is Rome een Republiek. 



De Romeinse Republiek is een combinatie van een democratie en een aristocratie. 
'Res Publica'
Gemeenschappelijke zaak

Slide 10 - Tekstslide

500 v.C. - 27 v.C.
In deze periode is Rome een Republiek. 



De Romeinse Republiek is een combinatie van een democratie en een aristocratie. 
Recht van veto
Letterlijk: 'Ik verbied."
Het recht om (de uitvoering van) een voorstel of maatregel te verbieden. 
Doel: Voorkomen dat één persoon alle macht in handen krijgt.  

Slide 11 - Tekstslide

Consul
  • Een van de belangrijkste bestuurders.
  • Er waren er twee.
  • Legeraanvoerders.
  • Baan voor één jaar. 
  • Recht van veto (andere consul)

Slide 12 - Tekstslide

Volkstribunen
  • Een van de belangrijkste bestuurders.
  • Er waren er twee.
  • Kwamen op voor de belangen van de plebejers.
  • Baan voor één jaar. 
  • Recht van veto (andere volkstribuun, consuls, senaat en ambtenaren)

Slide 13 - Tekstslide

Volksvergadering
  • Vertegenwoordigers van de patriciërs en de plebejers.
  • Mocht WEL stemmen en vragen stellen.
  • Mocht NIET discussiëren of voorstellen veranderen. 

Slide 14 - Tekstslide

Senaat
  • Honderden senatoren.
  • Alleen ervaren bestuurders.
  • Baan voor het leven. 
  • Gaf raad aan alle ambtenaren en de volksvergadering. 
  • bepaalde of een voorstel aan de volksvergadering werd voorgelegd. 

Slide 15 - Tekstslide

Check vragen
Check vragen

Slide 16 - Tekstslide

Sleep de bevolkingsgroepen naar de juiste plek in de sociale piramide. 
1.
2.
3.
Slaven
Plebejers
Patriciërs

Slide 17 - Sleepvraag

Welk begrip?
"Het recht om (de uitvoering van) een voorstel of maatregel te verbieden."

Slide 18 - Open vraag

Welke bestuurder?

'Er zijn twee personen die deze functie in het bestuur hebben.'
A
Consul
B
Volkstribuun
C
Senator (lid van de senaat)
D
Lid van van de volksvergadering

Slide 19 - Quizvraag

Welke bestuurder?

'Zij kwamen op voor de belangen van de plebejers."
A
Consul
B
Volkstribuun
C
Senator (lid van de senaat)
D
Lid van van de volksvergadering

Slide 20 - Quizvraag

Welke bestuurder?

'Dit waren alleen ervaren bestuurders.'
A
Consul
B
Volkstribuun
C
Senator (lid van de senaat)
D
Lid van van de volksvergadering

Slide 21 - Quizvraag

Welke bestuurder?

'Recht van veto (andere volkstribuun, consuls, senaat en ambtenaren)'
A
Consul
B
Volkstribuun
C
Senator (lid van de senaat)
D
Lid van van de volksvergadering

Slide 22 - Quizvraag

Schrijf 3 dingen op die je
deze les hebt geleerd.

Slide 23 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les
nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 24 - Open vraag

Bekijk het volgende filmpje.
De
Bekijk het filmpje op de volgende dia.
Opdracht 5 in jullie werkboek gaat over slavernij. Gladiatoren waren ook slaven. 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Huiswerk



Hoofdstuk 5
Opdracht 3.1 ab
Opdracht 3.2 a
Opdracht 5ab
Vrijdag 18 april - 4e uur

Slide 27 - Tekstslide