Je leert in deze paragraaf:
1) Wat het verschil is tussen een vast en een tijdelijke baan.√
2) Wat het verschil is tussen een deeltijdbaan en een voltijdbaan? √
3) Hoe je een circeldiagram kunt lezen en tekenen. √
4) In welke productiesectoren je kunt werken.
5) Wat het nut is van arbeidsverdeling.