In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Introductie
De les van vandaag gaat over acteren. En ook vandaag weer de twee onderdelen:
We laten zien hoe het gaat in de filmwereld én de leerlingen gaan zelf aan de slag met het acteren. De LessonUp leidt je door de les heen. Het eerste onderdeel – waarbij beroepsacteurs aangeven waar je op moet letten bij het acteren in een film – is het beste klassikaal te doen.
Maar voor het tweede deel – zelf aan de slag gaan met acteren - is het aan te bevelen om in groepen de opdrachten uit te voeren. Groepen van ongeveer zes leerlingen. Voordeel is dat dit de deelname van de leerlingen verhoogt. We stelden al bij de eerste les (het maken van het verhaal) het groepswerk aan de orde en het zal later nog terug komen bij de lessen ‘film maken’ en ‘montage’. Werken in subgroepen heeft veel voordelen. Het verhoogt betrokkenheid van de leerlingen.
Twee zaken om op te letten bij deze les:
1. spelen in een film is zogenaamd ‘klein spel’. Geen overdreven gebaren. Het draait om subtiel spelen.
Instructies
Benodigdheden:
- Digibord met geluid, verbonden met het internet
- LessonUp-les ‘De Filmfabriek, gr 5/6, les 4’
- Tablets/iPads/telefoons met camera (één per vier leerlingen)
- Bijlage 4.2: Werkblad rolverdeling (gr 3 t/m 8, les 4) kopie voor leerkracht.
Voorbereiding:
Bekijk (naast deze lesbeschrijving) de bijbehorende LessonUp-les en zet deze voor aanvang van de les klaar op het digibord. Zet ‘devices in de klas’ uit (niet aanvinken). Zorg ervoor dat de tablets/iPads/telefoons opgeladen zijn. Bekijk bijlage 4.1 (begrippenlijst). Print bijlage 4.2 (werkblad rolverdeling) voor jezelf.
Onderdelen in deze les
GROEP 5/6
LES 4: Acteren
Slide 1 - Tekstslide
Vertel dat jullie een les gaan doen uit ‘De Filmfabriek’.
hoihoi
Vraag
Informatie
Opdracht
Kijk
Benodigdheden
Tip
Slide 2 - Tekstslide
Behandel de betekenissen van de pictogrammen, die in de lessen voorbij zullen komen.
Les 2
Storyboard
Les 1
Verhaal
Les 8
Publiciteit
Les 4
Acteren
Les 3
Art direction
Les 5
Muziek & geluid
Les 6
Filmen
Les 7
Montage
Slide 3 - Tekstslide
Vertel dat jullie in 8 lessen gaan werken aan het maken van een eigen korte speelfilm en bespreek kort
wat er in elke les aan bod komt. Vertel dat jullie nu les 4 gaan doen (personages oefenen en het eigen verhaal acteren).
Slide 4 - Video
Bekijk de introductievideo.
Introductie: oefening 1
Kies één regisseur en drie cameramannen/-vrouwen.
De regisseur wijst één leerling aan die de gang op moet. Als de regisseur 'actie' zegt loopt de leerling de klas binnen, en filmen de cameramannen/-vrouwen de leerling. Als de leerling op zijn/haar stoel zit, zegt de regisseur 'cut' en stopt het filmen.
Gedaan? Hoe ging dit?
Slide 5 - Tekstslide
Doe oefening 1, zoals aangegeven op de slide of zie hieronder.
- Kies één regisseur en drie cameramannen/-vrouwen.
- Laat de regisseur één leerling aanwijzen die de gang op moet.
- Laat de cameramannen-/vrouwen een plek uitzoeken om te filmen. Zij gaan de leerling die op de
gang staat filmen als deze de klas binnen komt lopen.
- Laat de regisseur ‘actie’ zeggen. Dit is het teken waarop de leerling die op de gang staat naar
zijn/haar eigen plek moet lopen en de cameramannen/-vrouwen mogen beginnen met filmen.
- Laat de regisseur ‘cut’ zeggen als de leerling op zijn/haar stoel zit en het filmen moet stoppen. Evalueer hoe bovenstaande opdracht ging. Saai hè?!
Introductie: oefening 2
Kies een nieuwe regisseur en nieuwe cameramannen/-vrouwen.
Bepaal klassikaal welke type shots en standpunten de drie cameramannen/-vrouwen gaan gebruiken en waar zij staan.
Laat dezelfde leerling opnieuw de klas binnen lopen, maar dan moet hij/zij een doel hebben bedacht waarom hij/zij de klas binnen komt lopen.
Begin weer bij 'actie' en stop bij 'cut'.
Hoe ging dit? Als het goed is was het een stuk minder saai!
Slide 6 - Tekstslide
Kies een nieuwe regisseur en nieuwe cameramannen/-vrouwen.
Bepaal klassikaal welke type shots en standpunten de drie cameramannen/-vrouwen gaan gebruiken en waar zij staan.
Laat dezelfde leerling opnieuw de klas binnen lopen, maar dan moet hij/zij een doel hebben bedacht waarom hij/zij de klas binnen komt lopen.
Begin weer bij 'actie' en stop bij 'cut'.
Hoe ging dit? Als het goed is was het een stuk minder saai!
Emoties acteren
Een acteur (man) of actrice (vrouw) denkt vaak aan iets wat hij/zij zelf echt heeft meegemaakt, om zijn/haar rol met meer overtuiging te kunnen spelen. De emotie moet zo echt mogelijk lijken.
Niet overdrijven
Op het toneel moet je overdrijven, zodat de achterste bezoeker het goed kan zien. Filmacteurs moeten juist niet overdrijven, maar zo 'echt' mogelijk lijken.
Mimiek, houding, stem
Bij acteren moet je letten op je mimiek (gezichtsuitdrukking), houding (lichaam) en stem. Een acteur kijkt meestal niet in de camera, dus doet net alsof die er niet is.
Regisseur
Een regisseur (man) of regisseuse (vrouw) is verantwoordelijk voor de totale uitvoering van de film. Hij/zij stuurt alle filmcrewleden aan. Een groep mensen die aan hetzelfde meewerkt noem je vaak 'crew'.
Als een regisseur 'actie' zegt, weet de acteur dat hij/zij mag beginnen met acteren. 'Cut' betekent stoppen.
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wist je dat...
...het filmen van één scene bij een officiele film ongeveer twee uur duurt?
...elk shot meerdere keren wordt gefilm, zodat ze later kunnen bepalen welk shot het beste bij de scene past?
...voor elk shot de set en het licht wordt aangepast?
...de editors (de mensen die de film monteren) bepalen hoe de film er uiteindelijk uit komt te zien, omdat zij bepalen welk shots er in de film te zien zullen zijn?
...acteurs en actrices soms wel 10 keer op een dag moeten omkleden, omdat ze voor verschillende scènes andere kleren aan moeten?
Een shot is het stukje film als je de camera aan en de camera uit zet. Soms maak je meerdere shots en die noem je takes.
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Let op; acteurs mogen niet in de camera kijken!
Lees het filmverhaal door en bedenk samen wie geschikt is voor welke rol.
Bedenk zelf hoe jouw personage loopt en spreekt, en welke emotie bij het personage past.
Oefen klassikaal of in groepjes het filmverhaal/een scène.
Bepaal wie welke scène gaat opnemen. Laat deze cameramannen/-vrouwen alvast de scènes filmen, zodat zij kunnen oefenen.
1.
2.
3.
4.
Bijlage 4.2
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Introductie: oefening 1
Kies één regisseur en drie cameramannen/-vrouwen.
De regisseur wijst één leerling aan die de gang op moet. Als de regisseur 'actie' zegt loopt de leerling de klas binnen, en filmen de cameramannen/-vrouwen de leerling. Als de leerling op zijn/haar stoel zit, zegt de regisseur 'cut' en stopt het filmen.
Gedaan? Hoe ging dit?
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Introductie: oefening 2
Kies een nieuwe regisseur en nieuwe cameramannen/-vrouwen.
Bepaal klassikaal welke type shots en standpunten de drie cameramannen/-vrouwen gaan gebruiken en waar zij staan.
Laat dezelfde leerling opnieuw de klas binnen lopen, maar dan moet hij/zij een doel hebben bedacht waarom hij/zij de klas binnen komt lopen.
Begin weer bij 'actie' en stop bij 'cut'.
Hoe ging dit? Als het goed is was het een stuk minder saai!
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Afsluiting
Welke emotie en/of welk personage was het moeilijkste om te spelen? En welke is het leukst om te spelen? Hoe komt dat?